ECLI:NL:GHDHA:2023:175
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verhuizing met minderjarige en vervangende toestemming in het kader van gezag en zorgregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met haar minderjarige kind. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.C. Hoogeveen, had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 20 juni 2022 aangevochten, waarin haar verzoek om verhuizing werd afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.V. Paniagua, had incidenteel hoger beroep ingesteld met betrekking tot de zorgregeling. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige opgroeit in een onrustige omgeving, met betrokkenheid van Veilig Thuis en een lopend beschermingsonderzoek door de raad voor de kinderbescherming. Het hof oordeelde dat het belang van de minderjarige voorop staat en dat de zorgen over de opvoedsituatie van de minderjarige niet kunnen worden genegeerd. De moeder had aangevoerd dat de verhuizing noodzakelijk was voor haar toekomst en dat zij een compensatieregeling had voorgesteld voor de vader om het contact met de minderjarige te waarborgen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de situatie van de minderjarige nog steeds onrustig is en dat de moeder geen toestemming krijgt om te verhuizen. De beslissing van de rechtbank is bekrachtigd, wat betekent dat de moeder niet met de minderjarige mag verhuizen.