Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 12 september 2023
[…] Holding B.V.,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
[…] Beheer B.V.,
[…],
Verder verloop van de procedure in hoger beroep
Verdere beoordeling van het hoger beroep
1 februari 2015 werkzaam zou blijven bij [de Holding], blijkt dat de laatste een groot belang hecht aan de mogelijkheid om zonder concurrerende activiteiten van [appellante] de overgenomen klanten te kunnen bedienen en behouden.
[de Holding] gevorderde schadevergoeding, op te maken staat, niet toewijsbaar.
Beslissing in het principaal en incidenteel en hoger beroep
in conventie[de Holding] is veroordeeld om aan [appellante] te betalen een bedrag van € 58.500,--, vermeerderd de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW hierover vanaf 1 februari 2015 tot de dag van de volledige betaling en verder (b) alle oordelen
in reconventie;
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [de Holding] om aan [appellante] te betalen een bedrag van
- veroordeelt [de Holding] in de kosten van het geding in eerste aanleg
- bekrachtigt het vonnis voor het overige;
- veroordeelt [de Holding] in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, aan de zijde van [appellante] tot op heden begroot op € 5.517,-- aan griffierecht en
- veroordeelt [de Holding] in de kosten van het geding in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [appellante] tot op heden begroot op € 3.967,50 aan salaris advocaat (50% van 3 punten, tarief VI;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.