[verdachte],
geboren te [plaats] op [datum] 1995,
BRP-adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het in de zaak met parketnummer 10-961567-19 onder 2 primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het in de zaak met
10-961523-19 (hierna: dagvaarding I) en het in de zaak met parketnummer 10-961567-19 (hierna: dagvaarding II) onder 1 en 2 subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest. Tevens is de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met voorwaarden opgelegd, met bevel dat die maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Daarnaast is de maatregel ex artikel 38z, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) opgelegd en is beslist omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en de inbeslaggenomen voorwerpen zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 16 april 2019
te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, te Eindhoven
en/of te Driebergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland,
(telkens) een (aantal) afbeelding(en), te weten foto’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (telegram-cloud-file-4-448836774-24367-4458343782 142541068, p.371 en/of bibcam - 11&15 Brotherssuckyfucky (S)avi, p.314 en 338 en/of GX030018 op pagina 130)
het met de/een vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt(sectors_ 1649600-1649625.png, p.364 en/of sectors 1649272-1649299.png, p.366 en/of sectors_1650160-1650194.png, p.369en/of sectors_l892056-1892095.png, p.371 en/of GX030018 op pagina 131, tweede afbeelding)
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote)geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (sectors_1884200-1 884230.png, p.360 en/of sectors_l651752-1651780.png, p.362 en/of
sectors_l649488-1649530.png; p.364 en/of sectors_1649856-1649882.png, p.366 en/of sectors_l651368-1651393.png, p.367 en/of sectors_l651864-1651894.png, p.370 en/of GXO30018 op pagina 131, eerste afbeelding)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2018 tot en met 31 december 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Eindhoven, althans in Nederland en/of Duitsland en/of Oostenrijk, meermalen, althans éénmaal met [slachtoffer 1], geboren op 06 maart 2003, die de leeftijd van twaalfjaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 1], te weten dat verdachte
-(meermalen) zijn penis in de anus van die [slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht en/of
-(meermalen) zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht (zich heeft laten pijpen) en/of
-(meermalen)de penis van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond heeft geduwd/gebracht en/of
heeft gezogen (heeft gepijpt) en/of
-(meermalen) zijn tong in/tegen de anus van die [slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht, althans de anus van die [slachtoffer 1] heeft gelikt (rimmen) en/of
-(meermalen) zich door die [slachtoffer 1] heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) die [slachtoffer 1] heeft afgetrokken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met/bij die [slachtoffer 1] en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2](geboren [datum] 2003) (door het (tegelijk) zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio) en/of
- ( meermalen) tegelijk seks heeft gehad met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] (geboren [datum] 2002) (door het (tegelijk) pijpen van en/of gepijpt worden door die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 1] en/of het toekijken bij seksuele handelingen (pijpen) tussen die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 1])(trio);
2. primair
hij op/in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 23 december 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, met [slachtoffer 2], geboren op [datum] 2003 die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], te weten dat verdachte
-(meermalen) zijn penis in de anus van die [slachtoffer 2] heeft geduwd/gebracht en/of
-(meermalen) zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] heeft geduwd/gebracht (heeft laten pijpen) en/of
-(meermalen) de penis van die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond heeft gebracht (pijpen) en/of
-(meermalen)zijn penis heeft laten betasten door die [slachtoffer 2] en/of
-(meermalen) de penis heeft betast van die [slachtoffer 2] en/of
-(meermalen) zich door die [slachtoffer 2] heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met die [slachtoffer 2] en/of
-tegelijk seks heeft gehad met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2](geboren [datum] 2003) (door het (tegelijk) zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio);
2.
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2018 tot en met 23 december 201 8 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, althans in Nederland met [slachtoffer 2], geboren op [datum] 2003 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, te weten dat verdachte
-(meermalen) de penis van die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond heeft gebracht(pijpen) en/of
-(meermalen) zijn penis heeft laten betasten door die [slachtoffer 2] en/of
-(meermalen) de penis heeft betast van die [slachtoffer 2] en/of
-(meermalen) zich door die [slachtoffer 2] heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met die [slachtoffer 2] en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2](geboren [datum] 2003) (door het (tegelijk) zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio).
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd behoudens ten aanzien van de opgelegde straf, en dat het hof, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft zij gevorderd dat aan de verdachte TBS met voorwaarden wordt opgelegd en dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar zal worden verklaard. Tevens heeft zij gevorderd dat de maatregel ex artikel 38z, eerste lid, Sr wordt opgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet geheel verenigt. Het hof zal (mede vanwege de in hoger beroep uitgebrachte rapportages) de oplegging van de maatregel en de motivering daarvan alsmede de bewijsvoering anders vormgeven.
Net als de rechtbank is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen aan de verdachte in deze zaak bij dagvaarding II onder 2 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding I en bij dagvaarding II onder 1 en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
één of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van
1 januari 201230 januari 2017tot en met 16 april 2019
te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, te Eindhoven en/of te Driebergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althansin Nederland,
(telkens) een (aantal) afbeelding(en),
te weten foto’svan seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of
aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/ofverworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (telegram-cloud-file-4-448836774-24367-4458343782142541068, p.371 en/of bibcam - 11&15 Brotherssuckyfucky (S)avi, p.314 en 338 en/of GX030018 op pagina 130)
het met de/een vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (sectors_ 1649600-1649625.png, p.364 en/of sectors 1649272-1649299.png, p.366 en/of sectors_1650160-1650194.png, p.369 en/of sectors_l892056-1892095.png, p.371 en/of GX030018 op pagina 131, tweede afbeelding)
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote)geslachtsdeel,
de borstenen/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (sectors_1884200-1884230.png, p.360 en/of sectors_l651752-1651780.png, p.362
en/of
sectors_l649488-1649530.png; p.364 en/of sectors_1649856-1649882.png, p.366 en/of sectors_l651368-1651393.png, p.367 en/of sectors_l651864-1651894.png, p.370 en/of GXO30018 op pagina 131, eerste afbeelding)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
1.
hij in
of omstreeksde periode van 01 mei 2018 tot en met 31 december 2018 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo
en/of Eindhoven, althans in Nederland en/of Duitsland en/of Oostenrijk, meermalen,
althans éénmaalmet [slachtoffer 1], geboren op 06 maart 2003, die de leeftijd van twaalfjaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 1], te weten dat verdachte
-(meermalen) zijn penis in de anus van die [slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht en/of
-(meermalen) zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] heeft
geduwd/gebracht (zich heeft laten pijpen) en/of
-(meermalen)de penis van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond heeft
geduwd/gebracht en/of
heeft gezogen (heeft gepijpt) en/of
-(meermalen) zijn tong in/tegen de anus van die [slachtoffer 1] heeft
geduwd/gebracht, althans de anus van die [slachtoffer 1] heeft gelikt (rimmen) en/of
-(meermalen) zich door die [slachtoffer 1] heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) die [slachtoffer 1] heeft afgetrokken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met/bij die [slachtoffer 1] en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (geboren [datum] 2003) (door het
(tegelijk)zoenen en/of spelen met elkaars piemel en/of aftrekken en/of orale en/of anale penetratie) (trio) en/of
-
(meermalen)tegelijk seks heeft gehad met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] (geboren [datum] 2002) (door het
(tegelijk)pijpen van
en/of gepijpt worden doordie [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 1] en/of het toekijken bij seksuele handelingen (pijpen) tussen die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 1])(trio);
2.
subsidiair
hij in
of omstreeksde periode van 22 december 2018 tot en met 23 december 201 8 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo,
althans in Nederlandmet [slachtoffer 2], geboren op [datum] 2003 die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, te weten dat verdachte
-
(meermalen)de penis van die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, mond heeft gebracht (pijpen) en/of
-(meermalen) zijn penis heeft laten betasten door die [slachtoffer 2] en/of
-(meermalen) de penis heeft betast van die [slachtoffer 2] en/of
-
(meermalen) zich door die [slachtoffer 2] heeft laten aftrekken en/of
-(meermalen) heeft ge(tong)zoend met die [slachtoffer 2] en/of
- tegelijk seks heeft gehad met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (geboren [datum] 2003) (door het
(tegelijk) zoenen en/ofspelen met elkaars piemel
en/of aftrekkenen/of orale en/of anale penetratie)(trio).
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bij dagvaarding I bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, verspreiden, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
Het bij dagvaarding II onder 1 bewezenverklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Het bij dagvaarding II onder 2 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Het hof heeft de op te leggen straf en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte (destijds 22 en 23 jaar oud) heeft zich in de periode van mei 2018 tot december 2018 op bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan ontucht met een destijds vijftienjarige jongen. Daarnaast heeft de verdachte zich in de nacht van 22 op 23 december 2018 schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een andere, eveneens vijftienjarige jongen.
Het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige tussen de twaalf en zestien jaar is strafbaar gesteld, omdat iemand op die leeftijd nog volop in ontwikkeling is, ook op seksueel gebied. Om deze ontwikkeling normaal te laten verlopen, moet een minderjarige beschermd worden tegen seksueel contact met volwassenen, ook bij eventuele instemming door de minderjarige zelf. Minderjarigen bevinden zich namelijk in een kwetsbare ontwikkelingsfase en moeten gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen niet of in onvoldoende mate in staat worden geacht zelf hun seksuele integriteit te bewaken en/of zelfstandig de (emotionele) gevolgen van seksueel contact in te schatten. Zij dienen tegen zichzelf te worden beschermd. De verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de jeugdige slachtoffers en de seksuele ontwikkeling in een kwetsbare periode van hun leven geschaad.
Daarnaast heeft de verdachte zich gedurende een periode van ruim 2 jaar actief begeven op het darkweb, waar hij op kinderpornowebsites en —fora op zoek ging naar en zich de toegang verschafte tot kinderporno. Hij heeft tweemaal op een kinderpornoforum kinderporno verspreid. Op gegevensdragers van de verdachte is kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Tijdens zijn aanhouding had de verdachte op zijn computer een kinderpornografische afbeelding open staan met jongens tussen de 10 en 12 jaar en twee video’s met jongens tussen de 10 en 12 jaar en tussen de 12 en 14 jaar.
De verdachte heeft met het zoeken naar en verspreiden van kinderporno de markt voor kinderporno mede in stand gehouden en gefaciliteerd.
De persoon van de verdachte
In eerste aanleg zijn rapportages omtrent verdachte opgemaakt door psychiater A. Banaei Kashani en gezondheidspsycholoog C. Moerland, respectievelijk gedateerd 25 maart 2020 en 15 maart 2020. Zij hebben beiden hun rapporten naar aanleiding van aanvullende vragen van de officier van justitie schriftelijk aangevuld op 11 juni 2020 en zijn ter zitting in eerste aanleg gehoord.
Banaei Kashani en Moerland hebben in hun rapportages geconcludeerd dat ten tijde van de tenlastelegde feiten bij de verdachte sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, in de vorm van een autismespectrumstoornis. Verondersteld mag worden dat dit invloed heeft gehad op de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De verdachte kan in staat worden geacht om het ongeoorloofde van het ten laste gelegde (achteraf) in te zien. Hij is op grond van zijn autisme, en zijn daardoor achtergebleven sociaal-emotionele ontwikkeling, verminderd in staat geweest om andere gedragskeuzes te maken en daarnaar te handelen. De deskundigen adviseren om de verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen. Moerland acht een parafilie c.q. pedofilie niet waarschijnlijk, maar stelt dat dit niet geheel valt uit te sluiten. Banaei Kashani heeft geen afwijkingen gevonden wat betreft de psychoseksuele ontwikkeling en heeft geen aanwijzingen voor een parafiele stoornis.
Geconcludeerd wordt dat er een laag tot matig gevaar voor herhaling bestaat van soortgelijke feiten, indien geen begeleiding en behandeling worden gerealiseerd.
Uit het verlengingsadvies tbs van de reclassering d.d. 10 maart 2023 blijkt dat de verdachte goed meewerkt aan de aangeboden hulp binnen het door de rechtbank opgelegde kader van TBS met voorwaarden en dat hij toe is aan de volgende stap in zijn resocialisatie, waarbij hij ambulant behandeld en begeleid zal worden. Het risico op recidive en geweld op langere termijn en buiten het huidige zorgkader wordt ingeschat als gemiddeld.
Het hof heeft voorts acht geslagen op de in hoger beroep opgemaakte (geactualiseerde) rapportages van Banaei Kashani en Moerland respectievelijk gedateerd 19 september 2022 en 3 oktober 2022.
Banaei Kashani geeft daarin onder meer aan dat sprake is van een kwetsbare, wat naïeve, vriendelijke, sociaal-onhandige jonge man die nauwelijks tot volwassenheid is gerijpt. Inmiddels lijkt zijn persoonlijkheid verder uitgerijpt en maakt hij een wat meer serieuze indruk. Zijn lage zelfbeeld en zijn angst voor eenzaamheid zijn nog altijd aan de orde. Hij heeft nog moeite met het overzien van de consequenties van zijn gedrag, is zich daar van bewust en hanteert nu een wat angstige, aanklampende coping, omdat hij geen fouten wil maken. Qua ego-ontwikkeling functioneert betrokkene op het niveau van een 20/21-jarige. Er is nog altijd sprake van een kwetsbare persoonlijkheidsstructuur met gebrek aan sociaal inzicht en sociale aanpassing. Er is behoefte aan structuur, sociale steun en weinig stress. Hij heeft moeite zich in te leven in anderen en is onzeker op sociaal gebied.
Naar mening van rapporteur is betrokkene te vaak en te veel in aanraking gekomen met minderjarige kinderen/jongens, zowel op relationeel gebied als (uitgebreid en langere tijd) online om met zekerheid een parafiele stoornis te kunnen uitsluiten. Zijn beperkingen
vanuit zijn autisme kunnen dit gedrag maar ten dele verklaren. De vraag is en blijft in hoeverre de procespositie van betrokkene een rol speelt in zijn verklaringen.
Alles overziend wordt de kans op recidive, zeker op de korte termijn, onder huidige voorwaarden, als laag beoordeeld. Zonder begeleiding en behandeling is de kans groot dat betrokkene in eenzaamheid zal terechtkomen, geen/onvoldoende hulp en steun zal zoeken/krijgen en terug zal vallen in ‘oud gedrag’. Op lange termijn wordt de kans op terugval in seksueel grensoverschrijdend gedrag matig tot hoog geschat. Betrokkene heeft al diverse malen laten zien dat hij begeleiding nodig heeft om te kunnen functioneren en om mee te kunnen spiegelen.
Om het recidiverisico te beperken is langdurige begeleiding (en behandeling) van betrokken noodzakelijk.
Naar verwachting biedt een voorwaardelijk straf met bijzondere voorwaarden onvoldoende garantie voor het terugdringen van het recidivegevaar tot een aanvaardbaar niveau. Dit vanwege de beperkingen die veroorzaakt worden door het autisme, maar ook vanwege het uitgebreide, langdurige, seksueel grensoverschrijdende gedrag. Dit was zowel op relationeel niveau als online uitgebreid aanwezig waardoor parafilie niet valt uit te sluiten én waardoor de seksualiteitsbeleving van betrokkene meer aandacht behoeft, dan in het vorige rapport werd verondersteld. Derhalve wordt terbeschikkingstelling van betrokkene geadviseerd. Omdat betrokkene zich gemotiveerd toont, hij er tot op heden in is geslaagd om zich te conformeren aan voorwaarden en omdat hij in staat wordt geacht zich aan voorwaarden te kunnen houden en te kunnen profiteren van de behandeling/ begeleiding, wordt TBS met voorwaarden geadviseerd en haalbaar geacht.
Ook Moerland is van mening dat, ondanks betrokkenes voortdurende ontkennen van pedoseksuele gevoelens, nog steeds niet kan worden uitgesloten dat hij dergelijke gevoelens ervaart. Mogelijk is hij hier niet open over, of is zelfs sprake van loochening van dergelijke gevoelens.
Voor wat betreft het recidivegevaar vallen enige risicofactoren aan te wijzen, maar ook meerdere beschermende factoren. Dit maakt dat betrokkene op basis van de risicotaxatie in de risicocategorie matig-laag kan worden ondergebracht, hetgeen wel enigszins afwijkt van de klinische inschatting van de rapporteur, omdat het bestaan van een pedoseksuele stoornis niet geheel kan worden uitgesloten. Ook kan recidivegevaar (op de langere termijn) ontstaan zonder behandeling en begeleiding, waardoor betrokkene weer in een situatie verzeild kan raken waarin een vereenzamingsproces plaatsvindt en uiteindelijk mogelijk terug zal vallen. De rapporteur concludeert uiteindelijk dat sprake is van een matig tot hoog recidivegevaar.
Het is van belang dat langdurig en intensief grip op betrokkene kan worden gehouden. Geadviseerd wordt de bestaande behandeling en begeleiding bij FPA De Boog te continueren (en uiteraard het reclasseringstoezicht) voort te zetten en het kader van TBS met voorwaarden te handhaven.
Tevens heeft het hof kennis genomen van een rapportage Psychiatrisch onderzoek Pro Justitia d.d. 6 maart 2023, opgemaakt en ondertekend door J.A.C.M. Kleinsman, psychiater. De rapporteur bevestigt de diagnose autismespectrumstoornis en concludeert voorts dat met betrekking tot het al dan niet aanwezig zijn van een parafilie (pedo-seksualiteit) behalve de indexdelicten geen andere aanwijzingen naar voren zijn gekomen. De rapporteur stelt geen parafilie bij de verdachte vast en meent dat de kans dat dit wel het geval is te verwaarlozen is. Op basis van de risicotaxatie-instrumenten komt het recidiverisico van de verdachte uit op matig, waarbij een tamelijk hoog risico wordt genuanceerd door diverse beschermende factoren. Op klinische gronden wordt het risico in de huidige setting als laag ingeschat en daarbuiten als laag tot matig.
Gelet op de uitvoerige en naar het oordeel van het hof zonder meer begrijpelijke onderbouwing van de bevindingen en conclusies van de rapporteurs Banaei Kashani en Moerland, in het bijzonder in hun meest recente rapportage, verenigt het hof zich met die conclusies en maakt het die tot de zijne, ook voor wat betreft het recidiverisico en het niet kunnen uitsluiten van het bestaan van een parafiele/pedoseksuele stoornis. In zoverre verenigt het hof zich dus niet met de conclusies van rapporteur Kleinsman.
Motivering van de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden
Het hof komt op basis van het voorgaande tot het oordeel dat bij de verdachte tijdens het begaan van de bewezen feiten sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, in de vorm van een autismespectrum-stoornis. Daarnaast is het hof van oordeel dat niet kan worden uitgesloten dat er sprake is (en was) van een parafiele stoornis bij de verdachte. Het hof is daarnaast van oordeel dat gelet op het voorgaande het recidiverisico van zodanige aard is dat het vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord is om de verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. Het hof ziet hierin de noodzaak om een terbeschikkingstelling met voorwaarden aan de verdachte op te leggen en is van oordeel dat een dergelijke maatregel voor de verdachte passend is. Dat de verdachte niet eerder is veroordeeld doet daar – mede gelet op de ernst van de feiten en problematiek van de verdachte - niet aan af.
Het hof is tevens van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten alsmede hetgeen hiervoor omtrent de persoon van de verdachte is overwogen en de omstandigheden waaronder de bewezenverklaarde feiten zijn begaan, de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel terbeschikkingstelling eist. De door de verdachte begane feiten betreffen voorts misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Het hof heeft ook de inhoud van de overige adviezen die over de verdachte zijn uitgebracht in aanmerking genomen, in het bijzonder het verlengingsadvies van de reclassering d.d. 10 maart 2023.
De verdachte heeft ter zitting van het hof de hem verweten feiten bekend en heeft zich bereid verklaard tot medewerking aan deze voorwaarden. Door de raadsman is ter terechtzitting aangevoerd dat de bezwaren van de verdachte zien op twee voorwaarden zoals deze door de rechtbank zijn opgelegd, te weten het uitreisverbod en het absolute contactverbod met minderjarigen.
Het hof overweegt hierover als volgt. De heer M. Rozendaal (reclasseringsmedewerker) is ter terechtzitting in hoger beroep gehoord als getuige-deskundige en heeft daarbij aangegeven zich te kunnen vinden in een wijziging van de voorwaarde met betrekking tot het uitreisverbod, in die zin dat de verdachte toestemming dient te verkrijgen van de reclassering (in plaats van het openbaar ministerie) alvorens naar het buitenland te reizen. De advocaat-generaal heeft zich niet verzet tegen een dergelijke wijziging. Het hof zal daarom de voorwaarde aldus aanpassen.
Tevens ziet het hof aanleiding om het absolute contactverbod met minderjarigen te laten vervallen, nu de overige voorwaarden voldoende bescherming bieden ter voorkoming van onwenselijk contact met minderjarigen door de verdachte.
Het hof zal net als de rechtbank met toepassing van artikel 38 lid 6 Sr de dadelijke uitvoerbaarheid van de TBS-maatregel met voorwaarden gelasten, zodat de behandeling van de verdachte zonder onderbreking kan worden voortgezet en de reclassering kan voortgaan met het uitoefenen van het toezicht.
De TBS met voorwaarden wordt – voor wat betreft de bewezenverklaarde ontuchtige handelingen - opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, Sr. Dat betekent dat, indien verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt en de dwangverpleging alsnog wordt bevolen, de duur van de maatregel niet gemaximeerd is.
Maatregel ex artikel 38z Sr
Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr is voldaan. Het hof gelast immers de terbeschikkingstelling van de verdachte. Naar het oordeel van het hof is de oplegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. Het hof acht het opleggen van de maatregel langdurig toezicht passend en geboden, juist ook vanwege de eerdergenoemde bij de rapporteurs bestaande twijfel over het al dan niet bestaan van een parafiele/ pedoseksuele stoornis. Het hof zal daarom tot de oplegging van deze maatregel overgaan.
Justitiële documentatie
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 28 maart 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke (of andersoortige) strafbare feiten.
Gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten, is het hof van oordeel dat aan de verdachte, naast voornoemde maatregelen, ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft het hof acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Het hof acht in dit verband - alles afwegende - een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van voorarrest, een passende en geboden reactie.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.
De raadsman heeft gesteld dat indien het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar een te lage straf zou vinden de overschrijding van de redelijke termijn aanleiding geeft desondanks te volstaan met 3 jaar gevangenisstraf. Nu het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar passend en geboden acht, behoeft het verweer van de raadsman geen bespreking.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 1]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte bij dagvaarding II onder 1 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 5.000,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft bevestiging van het vonnis gevorderd, en daarmee impliciet geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Het hof is van oordeel dat een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), gelet op de aard en de ernst van de normschending, in het onderhavige geval kan worden aangenomen. Het hof overweegt dat seksueel misbruik van een minderjarige een ernstige inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht en de lichamelijke integriteit van het slachtoffer vormt, en de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat dit in zichzelf als een aantasting van de persoon op andere wijze dient te worden beschouwd. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van seksueel misbruik op korte, of op lange termijn, psychische problemen hiervan kunnen ondervinden. De in eerste aanleg voorgedragen slachtofferverklaring onderstreept dat dit voor wat betreft de benadeelde partij ook zo is. Het hof is daarom van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het bij dagvaarding II onder 1 bewezenverklaarde. De vordering leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor toewijzing tot een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. Voor wat de betreft de hoogte van de schade heeft het hof alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de aansprakelijkheid en de ernst van het aan de verdachte te maken verwijt, alsmede hetgeen ter onderbouwing van de vordering en de leeftijd van het slachtoffer in acht genomen. Voorts heeft het hof gelet op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het [slachtoffer 1]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 2.500,00 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het [slachtoffer 1], eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 2]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte bij dagvaarding II onder 2 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 7.958,85 (bestaande uit € 958,85 materiële schade en € 7.000,00 immateriële schade).
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft bevestiging van het vonnis gevorderd, en daarmee impliciet geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 2.769,58, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het hof stelt net als de rechtbank vast dat de drie opgevoerde materiële schadeposten kosten betreffen die niet door de benadeelde partij zelf zijn gemaakt, maar door de ouders van de benadeelde partij.
De wetgever heeft voor deze specifieke situatie artikel 6:107 BW voor ogen gehad. In die bepaling staat, kort gezegd, dat alleen verplaatste schade en affectieschade van een derde/naaste voor vergoeding in aanmerking komen. Van ‘verplaatste schade’ is sprake als derden kosten hebben gemaakt ten behoeve van het slachtoffer die het slachtoffer zelf had kunnen vorderen, als het slachtoffer deze kosten zelf had gemaakt.
Ten aanzien van de gevorderde kosten voor het gesprek met de psycholoog en ouders van het andere slachtoffer in Eindhoven, te weten de reiskosten van € 2,97 en de kosten van consumpties van € 28,75, oordeelt de rechtbank dat deze kosten niet zijn aan te merken als verplaatste schade, nu deze kosten niet ten behoeve van het slachtoffer zijn gemaakt en hij deze kosten niet zelf als rechtstreekse schade had kunnen vorderen. De rechtbank zal dit gedeelte van de vordering, met een totaal van € 31,72, daarom afwijzen.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van € 269,58 materiële schade is geleden (bestaande uit de gevorderde reiskosten gemaakt voor bezoeken aan de psycholoog, het politiebureau en de GGD, respectievelijk € 258,22, € 8,06, en € 3,30). Deze schade had de benadeelde partij kunnen vorderen als hij deze zelf zou hebben gemaakt en is een rechtstreeks gevolg van het bij dagvaarding II onder 2 bewezenverklaarde feit. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag als verplaatste schade worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
In navolging van de rechtbank overweegt het hof ten aanzien van de overige materiële schadeposten als volgt.
Ingeval van verplaatste schade die bestaat uit de verzorging en/of begeleiding van het slachtoffer van een schadeveroorzakende gebeurtenis, kan vergoeding worden toegekend als het inschakelen van professionele hulpverleners voor de verleende hulp normaal en gebruikelijk is. Ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor de (overige) opgenomen verlofuren om de benadeelde partij te begeleiden, te weten voor bezoeken aan de psycholoog (18 uur), een gesprek en aangifte bij de politie (16 uur) en de uren na bericht over de arrestatie van de verdachte en na het verzoek om een gesprek met de ouders van het andere slachtoffer (6 uur), oordeelt het hof dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het begeleiden van kinderen bij bezoeken aan therapeuten heeft onder meer mentale steun aan het kind ten doel. Omdat vreemden minder goed in staat zijn mentale steun aan een onbekend kind te geven, zullen ouders die zelf niet in staat zijn hun kind te begeleiden, bij voorkeur een voor het kind vertrouwd persoon uit de familie en vriendenkring als vervanger inschakelen. Een professionele hulpverlener zal alleen als uiterste redmiddel worden ingeschakeld, indien alle andere mogelijkheden (waaronder uitstel van de afspraak) zijn uitgeput. De gevraagde vergoeding voor de tijd die de ouders aan de begeleiding van het slachtoffer hebben besteed, voldoet daarom niet aan de eis, dat inschakeling van professionele hulpverleners hiervoor normaal en gebruikelijk is. Het hof zal de vordering ten aanzien van deze gevorderde kosten, met een totaal van (40 uren x € 6,81 =) € 272,40 daarom afwijzen.
De benadeelde partij heeft de vordering tot vergoeding van immateriële schade onderbouwd met een verslag van De Viersprong, waaruit volgt dat de benadeelde partij tussen juli 2019 en december 2019 is behandeld voor psychisch letsel als gevolg van het onder 2 subsidiair van dagvaarding II bewezenverklaarde feit. Het hof is op grond daarvan van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van bij dagvaarding II onder 2 bewezenverklaarde. De vordering leent zich - naar maatstaven van billijkheid en gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt toegekend - voor toewijzing tot een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
Voor het overige zal het hof zal bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot vergoeding van de geleden schade. Deze kan in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op € 385,15 (bestaande uit een bedrag van € 85,51 en een bedrag van € 299,64), en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het [slachtoffer 2]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 2.769,58 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het [slachtoffer 2], eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het hof stelt - net als de rechtbank - voorop dat, indien op een gegevensdrager strafbare gegevens/afbeeldingen zijn opgeslagen, het uitgangspunt is deze gegevensdrager als geheel aan het verkeer zal moeten worden onttrokken.
In onderhavige geval verzoekt de verdachte gemotiveerd om de in beslag genomen Fractal Design computer aan hem terug te geven nadat de harde schijf, waarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen, uit de computer is verwijderd. Volgens de verdachte vertegenwoordigt de computer een aanzienlijke waarde. Uit het onderzoek is niet gebleken dat op andere locaties in de Fractal Design computer kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Het verwijderen van een harde schijf uit een computer is een relatief eenvoudige handeling en levert dan ook geen onevenredige belasting van de opsporingsdiensten op. Het hof ziet in dit geval daarom net als de rechtbank aanleiding te bepalen dat de harde schijf waarop het kinderpornografische materiaal is aangetroffen uit de computer verwijderd dient te worden en dat de computer vervolgens aan verdachte dient te worden teruggegeven.
Het hof zal de onderstaande in beslag genomen goederen onttrekken aan het verkeer:
- Telefoon (iPhone XS; 1188543);
- HDD externe harde schijf (Seagate; 1188546);
- Laptop (Apple Macbook Pro Touchbar; 1188251);
- SD-kaart merk Sandisk (1188554);
- Computer (beslagcode 2019094289-1505064);
- Apple MacBook Pro (C02MK876FHO; beslagcode 1499385);
- De harde schijf van de computer Fractal Design (1188524).
Deze voorwerpen zijn voor onttrekking vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en het onder dagvaarding I bewezen feit met behulp van deze voorwerpen zijn begaan of voorbereid en zij - gelet op hetgeen is vastgesteld over het gebruik daarvan door de verdachte - van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Voorts zal het hof de teruggave van de in beslaggenomen computer (Fractal Design; 1188524)
na verwijdering van de harde schijfgelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36f, 37a, 38, 38a, 38z, 57, 240b, 245 en 247 Sr, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.