Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 10 augustus 2022, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 11 mei 2022;
- de memorie van grieven van [appellant], met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
€ 550 gestuurd (in totaal € 15.950). Het hof wijst op onderstaand door [appellant] overgelegd ‘Overzicht facturen’ (productie 8 in eerste aanleg). Het hof heeft hierop de weeknummers van de facturen vermeld, er zijn in één week soms meerdere facturen.
…
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
- in een periode van 18 weken (de weken 31 tot en met 48 van 2015, dus de
maanden augustus, september, oktober en november 2015),
- in opdracht van [verweerder],
- werkzaamheden heeft verricht op door [verweerder] aangewezen adressen,
- daarvoor 29 facturen van telkens € 550 heeft gestuurd aan [verweerder] en
- een bedrag van € 7.998 betaald heeft gekregen van [verweerder].
€ 285 toekennen volgens de staffel in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
7.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 11 mei 2022;
- veroordeelt [verweerder] om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 2.187, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 1.902,- berekend vanaf 1 januari 2016 tot aan de dag van de betaling;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt van de procedure bij de kantonrechter en de procedure in hoger beroep.
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.