In deze zaak gaat het om de vraag of bestuurders van ROKZ Groep B.V., die aansprakelijk zijn gesteld door de faillissementscurator, aanspraak kunnen maken op dekking onder hun bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering bij AIG Europe SA. De bestuurders hebben met de curator een regeling getroffen waarbij zij € 300.000,- aan de boedel betalen. AIG betwist dat dit bedrag onder de dekking van de verzekering valt, omdat het volgens hen geen 'verlies' is in de zin van de polisvoorwaarden. Het hof heeft de feiten en het procesverloop in hoger beroep besproken, waarbij AIG in hoger beroep is gekomen van een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam die de vordering van de bestuurders had toegewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de curator de bestuurders aansprakelijk heeft gesteld voor een tekort van circa € 3 miljoen in de faillissementen van ROKZ en haar dochtervennootschappen. De vraag is of het schikkingsbedrag van € 300.000,- dat de bestuurders aan de curator hebben betaald, onder de dekking van de verzekering valt. Het hof overweegt dat de uitleg van de polisvoorwaarden van belang is en dat de stelplicht en bewijslast bij de partijen ligt. AIG heeft aangevoerd dat de schikking niet onder de dekking valt omdat deze voortvloeit uit onverschuldigde betaling en dat de bestuurders zich onterecht hebben bevoordeeld. Het hof heeft AIG in de gelegenheid gesteld om nadere toelichting te geven over welke vorderingen van de curator niet gedekt zijn onder de verzekering. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen.