Uitspraak
1.De zaak en de beschikking in het kort
- een brief van 12 juli 2022 met bijlage, binnengekomen op 13 juli 2022;
- een brief van 3 augustus 2022 met bijlagen, binnengekomen op 5 augustus 2022;
- een journaalbericht van 5 augustus 2022 met bijlagen, binnengekomen op 8 augustus 2022;
- een journaalbericht van 3 november 2022 met bijlagen, binnengekomen op 4 november 2022;
- een e-mailbericht van 26 mei 2023 met bijlagen;
- een journaalbericht van 15 september 2022 met bijlage, binnengekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van 14 maart 2023, binnengekomen op diezelfde datum.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- [belanghebbende 1] , bijgestaan door de heer [tolk] , tolk in de Somalische taal;
- de bijzondere curator.
3.De feiten
5.De motivering van de beslissing
De gerechtelijke vaststelling kan worden beschouwd als een laatste mogelijkheid om een familierechtelijke betrekking met de verwekker – zo nodig na zijn overlijden – tot stand te brengen, indien de bereidheid van de verwekker zelf daartoe niet bestaat dan wel wellicht wel bestaan heeft, maar tijdens zijn leven niet geleid heeft tot erkenning.” (Kamerstukken II 1995/96, 24 649, nr. 3, p. 2). Onduidelijk is of de wetgever een geval als het onderhavige, waarin de mogelijkheid tot erkenning inmiddels openstaat, maar niet ten tijde van de geboorte van het kind, ook heeft willen scharen onder de regeling in artikel 1:207 BW. De Memorie van Toelichting geeft daarover geen duidelijkheid.