Uitspraak
1.De zaak en de beschikking in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en mevrouw [tolk] , tolk in de Engelse taal;
- de gecertificeerde instelling, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger gi] .
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om de vraag of de rechtbank terecht heeft beslist dat de gecertificeerde instelling het gezag over de minderjarige uitoefent met betrekking tot de aanmelding bij een onderwijsinstelling. De minderjarige, geboren in 2008, heeft langere tijd niet naar school gegaan, en de rechtbank had eerder bepaald dat het gezag over haar aanmelding bij een onderwijsinstelling door de gecertificeerde instelling wordt uitgeoefend voor de duur van de verleende machtiging tot uithuisplaatsing, tot 5 september 2023. De ouders zijn het niet eens met deze beslissing en hebben hoger beroep aangetekend.
Tijdens de procedure heeft het hof vastgesteld dat de ouders, ondanks eerdere problemen met schoolgeld en de aanmelding van hun dochter bij een internationale school, niet hebben voldaan aan de verplichtingen om hun dochter in te schrijven op een school. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bekrachtigd, omdat het in het belang van de minderjarige is dat zij onderwijs blijft volgen. Het hof heeft ook opgemerkt dat de continuïteit van het onderwijs voor de minderjarige voorop staat en dat een nieuwe wisseling van school op dit moment niet in haar belang zou zijn. De ouders zijn aangemoedigd om in de toekomst opnieuw in gesprek te gaan over de mogelijkheden voor de minderjarige om naar een internationale school te gaan, maar de huidige situatie vereist dat zij onderwijs blijft volgen op een reguliere middelbare school.
De beslissing van het hof is op 5 juli 2023 uitgesproken, waarbij de bestreden beschikking is bekrachtigd.