Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 05 januari 2020 te Dordrecht opzettelijk brand heeft gesticht in een flatwoning gelegen aan de [straat], immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een vlam van een aansteker, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met een deken en/of andere in die woning aanwezige roerende goederen, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die deken en /of die roerende goederen geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de inboedel van die woning en/of de belendende woningen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in die woning en/of de belendende woningen van dat flatgebouw aanwezige perso(o)n(en), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
hij op of omstreeks 12 januari 2020 te Dordrecht, een politieambtenaar, te weten: [aangever 1], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
hij op of omstreeks 15 januari 2020 te Dordrecht, een gevangenisbewaarder, te weten: [aangever 2], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
hij op of omstreeks 15 januari 2020 te Dordrecht opzettelijk brand heeft gesticht in een cel van de Penitentiaire Inrichting Dordrecht, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een vlam van een aansteker, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met een matras en/of (de bekleding van) een stoel, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan dat matras en/of die stoel geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de inboedel van die cel en/of aangrenzende cel(len), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in de aangrenzende cel(len) bevindende perso(o)n(en), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep voorts medegedeeld dat de verdediging geen afstand doet van de getuige [getuige 1]en voorts heeft hij het voorwaardelijk verzoek gedaan [getuige 1]als getuige te horen.
Ad (i) de reden dat het ondervragingsrecht niet kon worden uitgeoefend
Ad (ii) het gewicht van de verklaring van deze getuige
Hoe heeft [verdachte] die woning aan de [straat] in Dordrecht in brand gestoken.
[getuige 3] en [getuige 4] - bieden steunbewijs voor de verklaring van getuige [getuige 1]dat de verdachte aanwezig was in de woning op het moment dat de brand woedde en doen het hof twijfelen aan de waarachtigheid van verdachtes in eerste aanleg afgelegde verklaring dat hij ten tijde van de brandstichting niet op het adres [straat] in Dordrecht aanwezig was, maar in die straat buiten in een portiek verbleef. Echter, de enkele aanwezigheid van de verdachte in de woning ten tijde van (het ontstaan van) de brand zegt op zich nog niets over de betrokkenheid van de verdachte bij de primair tenlastegelegde brandstichting dan wel de subsidiair tenlastegelegde vernieling. Het hof ziet geen aanleiding de verklaring van de verdachte op dit punt als leugenachtig te betrekken bij het bewijs, zoals de advocaat-generaal heeft gesuggereerd.
Ad (iii) het bestaan van compenserende factoren
Conclusie
hij op
of omstreeks12 januari 2020 te Dordrecht, een politieambtenaar, te weten: [aangever 1], gedurende
en/of terzake vande rechtmatige uitoefening van zijn bediening
/of (vervolgens
)op de grond te gooien en
/of (terwijl die [aangever 1] op de grond lag
)die [aangever 1]
(meermalen)op zijn hoofd en
/ofromp te slaan en/of te stompen;
hij op
of omstreeks15 januari 2020 te Dordrecht, een gevangenisbewaarder, te weten: [aangever 2], gedurende
en/of terzake vande rechtmatige uitoefening van zijn bediening
meermalen) in het gezicht, althansop/tegen het hoofd te slaan
en/of te stompen;
hij op
of omstreeks15 januari 2020 te Dordrecht opzettelijk brand heeft gesticht in een cel van de Penitentiaire Inrichting Dordrecht, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een vlam van een aansteker
, in elk geval opzettelijk (open) vuurin aanraking gebracht met een matras en
/of(de bekleding van) een stoel
, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan dat matras en
/ofdie stoel geheel of gedeeltelijk
is/zijn verbrand,
in elk geval brand is ontstaan,terwijl daarvan gemeen gevaar voor de inboedel van die cel
en/of aangrenzende cel(len), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in de aangrenzende cel(len) bevindende perso(o)n(en), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen,te duchten was;
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]
€ 300,00 (driehonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.