[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1965,
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder
1. eerste en tweede cumulatief, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
175 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk strafdeel zijn bijzondere voorwaarden verbonden, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Aan de verdachte is tevens een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid op de voet van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) opgelegd inhoudende, kortgezegd, een contact- en locatieverbod. De rechtbank heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel bevolen. De verdachte is voorts veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. Tot slot is het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 4 februari 2021, te 's-Gravenhage en/of te Krimpen a/d IJssel en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het openbaar, mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding, tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door op een (openbaar toegankelijke) website [website], in elk geval op of via internet, een (live) video, te plaatsen, waarin het volgende wordt gezegd:
- " Deze gast mag helemaal niet vrij rondlopen. de eerste keer dat je hem ziet in Den Haag of waar dan ook, pak hem. Douw hem in je auto, douw hem in je kofferbak. Afvoeren. Einde discussie. einde democratische wegen. Deze smerige gore dokter Mengele, moord dictator moet opgeruimd worden" en/of
- " hij is van het CDA en die doen dit niet, hij zorgt er juist voordat hun lijden wordt verlicht. Weet je wie er verlicht moet worden, meneer [aangever 1], die moet verlicht worden... voor mij part... nee laat maar. Eerlijk gezegd, als die [aangever 1] vandaag of morgen ontvoerd wordt" en/of (vervolgens)
- op de video te zien is dat hij, verdachte een snijbeweging met zijn hand langs zijn keel maakt en daarna zegt: "ik zou er geen seconde om rouwen. Echt niet. Het is zo ver dat er eigenlijk nog maar één mogelijkheid is. Hoe lang hebben ze Hitler benaderd binnen de grenzen van wat in een democratische rechtstaat mogelijk is. Hoe lang? Te lang. Eén 9 mm injectie, over en uit. Miljoenen levens hadden gered geweest. Dit soort krankzinnigen moet de reden zijn dat in een land de doodstraf ingevoerd waar dat ooit is afgeschaft, wat mij betreft";
hij, op of omstreeks 4 februari 2021, te 's-Gravenhage en/of te Krimpen a/d IJssel en/of elders in Nederland de Minister van Volksgezondheid, [aangever 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangever 1] op een (openbaar toegankelijke) website geplaatste (live) video, te weten [website], in elk geval op of via internet, dreigend de woorden toe te voegen:
- " Deze gast mag helemaal niet vrij rondlopen. de eerste keer dat je hem ziet in Den Haag of waar dan ook, pak hem. Douw hem in je auto, douw hem in je kofferbak. Afvoeren. Einde discussie. Einde democratische wegen. Deze smerige gore dokter Mengele, moord dictator moet opgeruimd worden" en/of
- " hij is van het CDA en die doen dit niet, hij zorgt er juist voor dat hun lijden wordt verlicht. Weet je wie er verlicht moet worden, meneer [aangever 1], die moet verlicht worden... voor mij part... nee laat maar. Eerlijk gezegd, als die [aangever 1] vandaag of morgen ontvoerd wordt" en/of (vervolgens)
- op de video te zien is dat hij, verdachte een snijbeweging met zijn hand langs zijn keel maakt en daarna zegt: "ik zou er geen seconde om rouwen. Echt niet. Het is zo ver dat er eigenlijk nog maar één mogelijkheid is. Hoe lang hebben ze Hitler benaderd binnen de grenzen van wat in een democratische rechtstaat mogelijk is. Hoe lang? Te lang. Eén 9 mm injectie, over en uit. miljoenen levens hadden gered geweest. Dit soort krankzinnigen moet de reden zijn dat in een land de doodstraf ingevoerd waar dat ooit is afgeschaft, wat mij betreft". Althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij, op of omstreeks 26 november 2020 te [plaats B] en/of te Krimpen a/d IJssel en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [aangever 2], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte en/of zijn medeverdachte ([medeverdachte 1]) die [aangever 2] op een openbare website [website], in elk geval op of via internet, geplaatste (live) video, te weten [video], dreigend de woorden toegevoegd:
"Die bek gaan we niet houden" en/of
"Die bek gaan we zeker niet houden. De enige bek die dicht gaat is die van hem. En meneer [aangever 2]. Want.. Die gaat wel heel lang dicht. Die gaat wel heel lang dicht. Niet alleen zijn bek, maar al zijn gaten Al zijn gaten. Met name zijn poriën. Ik vrees het ergste voor de man. Als hij zou weten wat wij weten, holy moly man. Ik zou niet lekker meer slapen denk ik. Ik slaap prima, jij ook"? Althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hij op 26 november 2020, te [plaats A] en/of te Krimpen a/d IJssel en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (meermalen) opzettelijk, (telkens) door middel van verspreiding van (een) geschrift(en) en/of door het openlijk tentoonstellen van een of meerdere geschriften en/of afbeeldingen, de eer en/of de goede naam van [aangever] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijk doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij, verdachte en/of zijn medeverdachte ([medeverdachte 1]) met voormeld doel op een openbaar toegankelijke website [website] een video genaamd: [video] in elk geval op of via internet een video geplaatst waarin het volgende te zien en te horen is:
- [ medeverdachte 1] zegt: "Dit is niet te geloven" en/of
- hij verdachte (vervolgens) zegt: "Maar dit is even voor eigen memorie" en/of
- [ medeverdachte 1] een tekst voorleest met de volgende inhoud: "Goedemiddag, ik ben inderdaad [medeverdachte 2], geboren in [plaats], [geboortedatum]. [adres]. NTV LM [plaats A]. Ik ben in deze satanische cult terecht gekomen door mijn moeder. Die vertrouwende de dokter, [aangever]. Ze was bevriend met zijn vrouw [naam]. (In beeld komt kort de tekst onderzoeksjournalist getoond bij [medeverdachte 1]) Al vanaf jonge leeftijd misbruikt. Later op school ook. En andere mannen ook. Waaronder de rode man. Die heb ik herkend op TV. Ze hebben een meisje vermoord. Ik en drie of vier andere kinderen moesten daar naar kijken. Toen ik dat thuis verteld heb, ben ik op aanraden van de dokter in de psychiatrie beland, maar waar is mij niet duidelijk. Graag zou ik alles uitzoeken, maar ook aangifte doen van dit horrorverhaal. Vrienden die daar ook waren, zijn allemaal dood nu. [persoon C], [persoon B] en [persoon A]. Ik voel me niet veilig in Nederland. Ben honderd keer van straat geplukt of uit huis gehaald. Ze proberen me nu via mijn familie voor gek te verklaren. Ik heb zeer professionele advocaat nodig met hart op de goede plek. David tegen Goliath. Zo kan je het het beste omschrijven. Ik ben een gelovige jongen met een prachtig gezin. Met vriendelijke groet, [medeverdachte 2]." en/of (vervolgens)
- beelden getoond worden waarop hij verdachte lopend in [plaats A] is te zien en [medeverdachte 1] zegt dat het een paradijs voor pedo's is omdat er drie scholen op rij staan en/of vervolgens
- hij verdachte en [medeverdachte 1] naar de praktijk lopen van [aangever] en/of [medeverdachte 1] zich afvraagt of [aangever 2] ook uit [plaats A] komt en/of (vervolgens) het adres wordt getoond wat volgens hem verdachte en/of [medeverdachte 1] van de huisartsenpraktijk en het woonhuis van [aangever] is en/of (vervolgens)
- een foto van een lachende premier [betrokkene] en [aangever 2] in beeld komt met de tekst "en een lol dat we hadden!" en/of
- [ medeverdachte 1] zegt dat de huisarts een perfecte dekmantel is. terwijl verdachte wist dat dit/deze tenlastegelegde feit(en) in strijd met de waarheid was/waren.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, behoudens ten aanzien van de opgelegde straf en dat het hof, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 175 dagen, waarvan
90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, zonder bijzondere voorwaarden.
Voorts is gevorderd dat aan de verdachte een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid op de voet van artikel 38v Sr wordt opgelegd, inhoudende dat de verdachte voor de duur van 3 jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten en de aangevers (en hun families) en dat de verdachte zich niet in de gemeenten [plaats A], [plaats B] en [plaats C] zal ophouden. Tot slot is gevorderd dat de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel wordt bevolen.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, reeds omdat het hof komt tot een andere bewezenverklaring. Ook zal het hof andere beslissingen nemen ten aanzien van de strafoplegging.
Vrijspraken van onder 1 en 2 tenlastegelegde bedreiging
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op gronden als vermeld in zijn overgelegde pleitnotities op het standpunt gesteld dat de verdachte bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs van de tenlastegelegde bedreiging dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hierover het volgende.
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is voor een veroordeling voor bedreiging onder meer vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging. Het misdrijf is pas voltooid als de bedreiging ter kennis van de bedreigde komt.
Op grond van het dossier kan worden vastgesteld dat de verdachte op 4 februari 2021 een videofilm met als titel ‘[aangever 1] legaliseert kindermoord nu officieel’ heeft geplaatst op de voor een ieder toegankelijke website [website]. Uit het dossier kan evenwel niet worden afgeleid dat de inhoud van deze video ook op deze datum ter kennis is gekomen van de aangever. Aannemelijker is dat dat eerst op of omstreeks 23 augustus 2021 het geval is geweest, toen de aangever door een beveiligingsambtenaar van zijn ministerie op de hoogte is gebracht van de inhoud van deze video (blz. 405 e.v. van het dossier). Nu enkel de datum van 4 februari 2021 is tenlastegelegd, kan naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging op die datum. Het verweer slaagt.
Dit brengt met zich dat de verdachte van het onder
1. tweede cumulatief tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op gronden als vermeld in zijn overgelegde pleitnotities op het standpunt gesteld dat de verdachte van de onder 2 tenlastegelegde bedreiging eveneens dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hierover het volgende.
Voor een voltooide bedreiging is, naast kennisneming van de bedreiging, vereist dat de bedreiging zelf van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is gedaan dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan voor het misdrijf waarmee werd gedreigd.
Naar het oordeel van het hof zijn de tenlastegelegde bewoordingen, gelet op de aard daarvan, onvoldoende om in juridische zin als bedreigend te kunnen worden aangemerkt. De bewoordingen zijn vaag, voor velerlei uitleg vatbaar en bieden geen aanknopingspunten waaruit volgt dat de aangever moest vrezen voor een misdrijf gericht tegen zijn leven en/of zware mishandeling, als bedoeld in artikel 285 Sr.
Ook indien de bewoordingen in de tenlastelegging worden bezien in de context waarin ze zijn geuit, namelijk als onderdeel van een gesprek te zien en te beluisteren in een van de video’s op de website [website] dan wel in het licht van de overige video’s waaraan de verdachte heeft meegewerkt, kunnen deze naar het oordeel van het hof niet de redelijke vrees hebben doen ontstaan voor een misdrijf als bedoeld in artikel 285 Sr. De aangifte rechtvaardigt die gevolgtrekking evenmin, nu daar niet uit blijkt dat de aangever zich door deze bewoordingen bedreigd heeft gevoeld.
Naar het oordeel van het hof is dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 tenlastegelegde bedreiging, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het verweer slaagt.
Gelet op voornoemde beslissing tot vrijspraak behoeft het overigens ten aanzien van dit feit door de raadsman overeenkomstig zijn pleitnotities aangevoerde bij gebrek aan enig in rechte te respecteren belang geen verdere bespreking.
Gevoerde verweren ten aanzien van feit 3
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op gronden als vermeld in zijn overgelegde pleitnotities primair op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van feit 3 dient te worden verklaard en subsidiair dat de verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hierover als volgt.
Klachtvereiste en ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
Smaad, zoals tenlastegelegd in artikel 261 Sr, betreft een zogenoemd klachtdelict. Dit betekent dat ingevolge artikel 66 Sr de tot klacht gerechtigde persoon binnen drie maanden na de dag waarop die persoon heeft kennisgenomen van dit misdrijf, door middel van het indienen van een klacht uitdrukkelijk moet hebben verzocht strafvervolging in stellen, bij gebreke waarvan de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging is.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat het klachtvereiste ertoe strekt dat het persoonlijk belang van het slachtoffer niet te worden geconfronteerd met eventuele negatieve gevolgen van een strafvervolging, voorrang heeft boven het algemene belang van strafvervolging. Het is dan ook aan de klachtgerechtigde om te bepalen of vervolging dient plaats te vinden.
Uit het dossier blijkt dat de aangever vier keer aangifte van smaad/laster heeft gedaan, op data in augustus en november 2020 en maart en mei 2021. Vervolgens is telkens gelijktijdig of kort daarna een klacht ingediend. De eerste aangifte dateert van 27 augustus 2020, met een daarop volgende klacht ingediend op 8 oktober 2020 en de laatste aangifte dateert van 11 mei 2021 met een daarop volgende klacht ingediend op dezelfde datum.
Het hof stelt dan ook vast dat de aangever reeds op
8 oktober 2020 een wens tot vervolging van smaad/laster heeft geuit. De aangever heeft voor en na 26 november 2020 in totaal nog driemaal aangifte van eenzelfde feit gedaan en een klacht ingediend. Daarmee staat zijn voortdurende wens dat ter zake van dit soort feiten tot vervolging zou worden overgegaan vast.
Naar het oordeel van het hof is met de in artikel 66 Sr neergelegde klachttermijn van drie maanden niet beoogd dat, indien na aangifte en indiening van een klacht nieuwe gelijksoortige strafbare feiten worden gepleegd jegens de aangever, deze telkens opnieuw binnen drie maanden een klacht moet indienen. Het is dan ook in dit geval – anders dan de raadsman betoogt - niet van doorslaggevend belang wanneer de aangever specifiek op de hoogte is geraakt van de tenlastegelegde smadelijke uitlatingen gedaan op 26 november 2020 om zo te kunnen bepalen of de klachten van 19 maart 2021 en 11 mei 2021 tijdig zijn ingediend.
Het hof verwerpt gelet op het voorgaande het ontvankelijkheidsverweer van de raadsman.
Het Openbaar Ministerie is ontvankelijk in de vervolging.
Telastlegging van een bepaald feit
Het hof is anders dan de raadsman van oordeel dat in dit geval sprake is van telastlegging van een bepaald feit, als bedoeld in artikel 261, eerste lid, Sr.
Het hof overweegt hiertoe dat de door de verdachte en zijn medeverdachte geuite beschuldigingen jegens de aangever, zoals op de website [website] in de videofilm [video] is te zien en is omschreven in de tenlastelegging, duidelijk te onderkennen concrete gedragingen aanwijzen, namelijk seksueel misbruik van kinderen en moord op een kind. De aangever wordt daarmee duidelijk in verband gebracht door daarbij zijn naam te noemen en vervolgens zichtbaar naar zijn (voormalige) praktijk en huisadres te lopen.
Dit deel van het verweer wordt verworpen.
Gelet op het voorgaande is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 3 tenlastegelegde smaad.
Op grond van het dossier is in voldoende mate komen vast te staan dat de verdachte ervan uitging dat de feiten waarvan hij de aangever beschuldigde in overeenstemming met de waarheid waren. Dit betekent dat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor laster, zodat het verweer op dit punt slaagt en de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste cumulatief en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij, op
of omstreeks4 februari 2021
, te 's-Gravenhage en/of te Krimpen a/d IJssel en/of eldersin Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,in het openbaar, mondeling,
bij geschrift en/of bij afbeelding,tot enig strafbaar feit en
/ofgewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door op een (openbaar toegankelijke) website [website],
in elk geval op of via internet,een (live) video, te plaatsen, waarin het volgende wordt gezegd:
- " Deze gast mag helemaal niet vrij rondlopen. de eerste keer dat je hem ziet in Den Haag of waar dan ook, pak hem. Douw hem in je auto, douw hem in je kofferbak. Afvoeren. Einde discussie. einde democratische wegen. Deze smerige gore dokter Mengele, moord dictator moet opgeruimd worden" en
/of
- " hij is van het CDA en die doen dit niet, hij zorgt er juist voordat hun lijden wordt verlicht. Weet je wie er verlicht moet worden, meneer [aangever 1], die moet verlicht worden... voor mij part... nee laat maar. Eerlijk gezegd, als die [aangever 1] vandaag of morgen ontvoerd wordt" en
/of(vervolgens)
- op de video te zien is dat hij, verdachte een snijbeweging met zijn hand langs zijn keel maakt en daarna zegt: "ik zou er geen seconde om rouwen. Echt niet. Het is zo ver dat er eigenlijk nog maar één mogelijkheid is. Hoe lang hebben ze Hitler benaderd binnen de grenzen van wat in een democratische rechtstaat mogelijk is. Hoe lang? Te lang. Eén 9 mm injectie, over en uit. Miljoenen levens hadden gered geweest. Dit soort krankzinnigen moet de reden zijn dat in een land de doodstraf ingevoerd waar dat ooit is afgeschaft, wat mij betreft";
3.
hij op 26 november 2020,
te [plaats A] en/of te Krimpen a/d IJssel en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
(meermalen)opzettelijk,
(telkens)door middel van
verspreiding van (een) geschrift(en) en/of doorhet openlijk tentoonstellen van een of meerdere
geschriften en/ofafbeeldingen, de eer en/of de goede naam van [aangever] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijk doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij, verdachte en
/ofzijn medeverdachte ([medeverdachte 1]) met voormeld doel op een openbaar toegankelijke website [website] een video genaamd: [video]
in elk geval op of via internet een videogeplaatst waarin het volgende te zien en te horen is:
- [ medeverdachte 1] zegt: "Dit is niet te geloven" en
/of
- hij verdachte (vervolgens) zegt: "Maar dit is even voor eigen memorie" en
/of
- [ medeverdachte 1] een tekst voorleest met de volgende inhoud: "Goedemiddag, ik ben inderdaad [medeverdachte 2 verdachte], geboren in [plaats], [geboortedatum]. [adres]. NTV LM [plaats A]. Ik ben in deze satanische cult terecht gekomen door mijn moeder. Die vertrouwende de dokter, [aangever]. Ze was bevriend met zijn vrouw [naam]. (In beeld komt kort de tekst onderzoeksjournalist getoond bij [medeverdachte 1]) Al vanaf jonge leeftijd misbruikt. Later op school ook. En andere mannen ook. Waaronder de rode man. Die heb ik herkend op TV. Ze hebben een meisje vermoord. Ik en drie of vier andere kinderen moesten daar naar kijken. Toen ik dat thuis verteld heb, ben ik op aanraden van de dokter in de psychiatrie beland, maar waar is mij niet duidelijk. Graag zou ik alles uitzoeken, maar ook aangifte doen van dit horrorverhaal. Vrienden die daar ook waren, zijn allemaal dood nu. [persoon C], [persoon B] en [persoon A]. Ik voel me niet veilig in Nederland. Ben honderd keer van straat geplukt of uit huis gehaald. Ze proberen me nu via mijn familie voor gek te verklaren. Ik heb zeer professionele advocaat nodig met hart op de goede plek. David tegen Goliath. Zo kan je het het beste omschrijven. Ik ben een gelovige jongen met een prachtig gezin. Met vriendelijke groet, [medeverdachte 2]." en
/of(vervolgens)
- beelden getoond worden waarop hij verdachte lopend in [plaats A] is te zien en [medeverdachte 1] zegt dat het een paradijs voor pedo's is omdat er drie scholen op rij staan en
/ofvervolgens
- hij verdachte en [medeverdachte 1] naar de praktijk lopen van [aangever]
en/of [medeverdachte 1] zich afvraagt of [aangever 2] ook uit [plaats A] komten
/of(vervolgens) het adres wordt getoond wat volgens hem verdachte en
/of[medeverdachte 1] van de huisartsenpraktijk en het woonhuis van [aangever] is en
/of(vervolgens)
- een foto van een lachende premier [betrokkene] en [aangever 2] in beeld komt met de tekst "en een lol dat we hadden!" en/of
- [ medeverdachte 1] zegt dat de huisarts een perfecte dekmantel is.
terwijl verdachte wist dat dit/deze tenlastegelegde feit(en) in strijd met de waarheid was/waren.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 eerste cumulatief bewezenverklaarde levert op:
in het openbaar, mondeling tot enig strafbaar feit/gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruien.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op: