Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Progressive Constructions Ltd.,
2. Higleig Petroleum Services and Investment Company Limited,
3. Progressive-Higleig JV (Lot A) (India),
4. Progressive-Higleig JV (Lot B) (India),
5. Progressive-Higleig JV (Lot C) (India),
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
3.Feiten en verzoek
4.Beoordeling
- De rechterlijke instanties in India zijn in afwachting van een definitief arbitraal oordeel over de bankgaranties, maar dat oordeel ontbreekt in het arbitrale vonnis. Zolang er geen definitief oordeel is kan de Indiase rechter slechts tijdelijke maatregelen opleggen.
- Een eenmaal uitgewonnen bankgarantie voor de volledige som van USD 21,82 miljoen levert een onaanvaardbaar restitutierisico op.
eerste vernietigingsgrondgeldt het volgende. De stelling van Progressive c.s. dat het Scheidsgerecht geen beslissing heeft gegeven over de vordering tot opheffing en teruggave van de bankgaranties lijkt vooralsnog te zullen falen op de grond dat het Scheidsgerecht in het dictum van het arbitrale vonnis onder E het meer of anders door Progressive c.s. gevorderde heeft afgewezen. Daarmee is ook een (afwijzend) oordeel gegeven over de vordering van Progressive c.s. ter zake van de bankgaranties.
tweede vernietigingsgrondgeldt het volgende. Anders dan Progressive c.s. lijken te veronderstellen, is niet aannemelijk dat de omstandigheid dat het Scheidsgerecht rekenfouten heeft gemaakt, meebrengt dat het arbitrale vonnis moet worden vernietigd wegens strijd met de openbare orde. De klacht van Progressive c.s. dat het Scheidsgerecht te veel gewicht heeft toegekend aan de opvattingen van de deskundige van Tanroads, vormt op zichzelf evenmin grond voor de vernietiging van het arbitrale vonnis wegens strijd met de openbare orde. Een vernietigingsprocedure is immers geen verkapt hoger beroep, waarin de stellingen van partijen nogmaals tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Van strijd met de openbare orde zou wel sprake kunnen zijn indien het oordeel van de arbiters op het punt van de schadeberekening blijk geeft van een gebrek aan onafhankelijkheid en onpartijdigheid. De stellingen van Progressive c.s. bieden echter vooralsnog onvoldoende basis om tot deze conclusie te kunnen komen.
derde vernietigingsgrondgeldt het volgende. Progressive c.s. hebben aangevoerd dat het Scheidsgerecht heeft miskend dat art. 63 van de overeenkomsten tussen de Joint Ventures en Tanroads in strijd is met dwingend Tanzaniaans contractenrecht, meer in het bijzonder art. 55 lid 2 van het
Tanzania Law of Contract Act. Aangenomen dat deze stelling juist is, dan hoeft dat op zichzelf nog niet te leiden tot vernietiging van het arbitrale vonnis wegens strijd met de openbare orde. Voor vernietiging op grond van – kort gezegd – strijd met dwingend recht is slechts plaats als de inhoud van het arbitrale vonnis in strijd is met dwingend recht van een zo fundamenteel karakter dat naleving daarvan niet door beperkingen van procesrechtelijke aard mag worden verhinderd. Uit de stellingen van Progressive c.s. in de vernietigingsdagvaarding volgt naar het voorlopig oordeel van het hof niet dat art. 55 lid 1 van het
Tanzania Law of Contract Acteen zo fundamenteel karakter heeft, dat het arbitrale vonnis op grond van strijd met de openbare orde zal moeten worden vernietigd.
5.Beslissing
- wijst het verzoek van Progressive c.s. af;
- veroordeelt Progressive c.s. in de kosten van het geding , aan de zijde van Tanroads tot op heden begroot op € 783,- aan verschotten en € 1.183,- aan salaris advocaat.