Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
€ 10.000,- is bereikt. De dwangsom zal komen te vervallen indien partijen en de gecertificeerde instelling tot andere afspraken komen.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, betreft het een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, waarbij de moeder in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Rotterdam. De moeder heeft het ouderlijk gezag over de minderjarige, geboren in 2017, en heeft in het verleden meerdere keren geweigerd om omgang tussen de vader en de minderjarige te faciliteren. De rechtbank had eerder dwangsommen opgelegd aan de moeder voor het niet naleven van de omgangsregeling, die inmiddels zijn opgelopen tot € 30.000,-. De vader heeft verzocht om de omgangsregeling te handhaven, terwijl de moeder zich verzet en stelt dat zij door de vader is getraumatiseerd. Het hof heeft de zaak aangehouden in afwachting van een traject bij de gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming West Regio Zuid-Holland, om de communicatie tussen de ouders te verbeteren en de omgang te faciliteren zonder dwang. Het hof heeft de onmiddellijke werking van de bestreden beschikking geschorst, zodat partijen onder begeleiding van de gecertificeerde instelling aan de slag kunnen gaan. De beslissing is pro forma aangehouden tot 30 december 2023, waarbij het hof verwacht dat partijen de voortgang van het traject rapporteren.