ECLI:NL:GHDHA:2023:1128
Gerechtshof Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen raadsheer in civiele procedure tussen verzoekers en de Staat der Nederlanden
Op 9 juni 2023 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekers, die zich niet serieus genomen voelden door de raadsheer mr. Glazener tijdens een eerdere zitting in kort geding op 17 januari 2020. Verzoekers, vertegenwoordigd door de advocaten mrs. S.M.M.C. Vinken, P.H. Bossema-de Greef en J.M.M. van de Hel, voerden aan dat de raadsheer zich al een oordeel had gevormd over de zaak, wat hun vrees voor partijdigheid rechtvaardigde. De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden die door verzoekers zijn aangevoerd. De raadsheer heeft zijn standpunt toegelicht en betwist dat hij partijdig zou zijn. De wrakingskamer concludeert dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid van de raadsheer. De eerdere opmerkingen van de raadsheer tijdens de zitting in kort geding zijn niet voldoende om te concluderen dat hij niet onbevangen naar de bodemzaak kan kijken. De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking af, omdat de door verzoekers aangedragen gronden niet slagen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.