ECLI:NL:GHDHA:2023:1051

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
200.301.452/-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid eigenaar verhuurd pand voor illegale waterafname door hennepkwekerij

In deze zaak heeft Evides N.V., als waterleverancier, de eigenaar van een verhuurd pand aangesproken wegens illegale waterafname nadat de politie een professionele hennepkwekerij in het pand ontdekte. Evides stelde dat de eigenaar, [geïntimeerde], zijn zorgplicht had geschonden door niet te voorkomen dat er fraude met de watermeter plaatsvond, en vorderde schadevergoeding van ongeveer € 4.000. De rechtbank wees de vordering af, en het hof bevestigde deze beslissing in hoger beroep. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] niet aansprakelijk was voor de schade, omdat hij voldoende had gedaan om toezicht te houden op het pand en niet op de hoogte was van de illegale activiteiten. Het hof concludeerde dat Evides niet had aangetoond dat [geïntimeerde] zijn zorgplicht had geschonden, en bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter. Evides werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.301.452/01
Zaaknummer rechtbank : 8824342 \ RL EXPL 20-18900
Arrest van 13 juni 2023
in de zaak van
Evides N.V.,
gevestigd in Rotterdam,
appellante,
advocaat: mr. A. Ester, kantoorhoudend in Zwijndrecht,
tegen
[geïntimeerde],
wonend in [woonplaats] , gemeente [woonplaats] ,
verweerder,
advocaat: mr. E.J. Eijsberg, kantoorhoudend in Rotterdam.
Het hof zal partijen hierna noemen Evides en [geïntimeerde] .

1.De zaak in het kort

1.1
Evides (als waterleverancier) heeft [geïntimeerde] (als eigenaar van een verhuurd pand) aangesproken wegens illegale waterafname in het pand nadat de politie daar een professionele hennepkwekerij ontdekte. Volgens Evides voldeed [geïntimeerde] als eigenaar niet aan zijn zorgplicht om fraude met de watermeter te voorkomen, zodat hij haar schade van ongeveer € 4.000,-- moet vergoeden.
1.2
De rechtbank wees dit af. Het hof is het daarmee eens.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 13 oktober 2021, waarmee Evides in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 28 juli 2021;
  • het tussenarrest van 30 november 2021, waarbij een mondelinge behandeling is gelast.
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 januari 2022;
  • de memorie van grieven van Evides;
  • de memorie van antwoord van [geïntimeerde] , met een bijlage.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
[geïntimeerde] heeft in 2005 een pand gekocht aan de [adres] (hierna: het pand).
3.2
Na de aankoop heeft [geïntimeerde] het pand verhuurd aan het speelautomatenbedrijf van de verkoper, Tik Tak Speelautomaten. Tussen verhuurder en huurder is daarbij overeengekomen dat huurder het gehuurde zal gebruiken als café-bedrijf, met recht van onderhuur. De huurovereenkomst is aangegaan voor vijf jaar met een optie voor vijf jaar. Tik Tak Speelautomaten heeft het pand onderverhuurd aan een café-uitbater. Op een gegeven moment is de café-uitbater vertrokken en is, met instemming van [geïntimeerde] , een nieuwe onderhuurder gekomen, die in het pand een shisha-lounge (waterpijp-café), met de naam White Room, vestigde. De shisha-lounge is in 2017 op last van de burgemeester gesloten wegens geluidsoverlast. Daarna is tevergeefs gezocht naar een nieuwe onderhuurder. Sinds midden 2017 zat er geen onderhuurder meer in het pand. De huurder (inmiddels opgevolgd door Bella Speelautomaten) is de huur blijven betalen.
3.3
Na het vertrek van de onderhuurder duurde het lang om een nieuwe onderhuurder te vinden. Daarom kreeg [geïntimeerde] argwaan. Hij heeft vervolgens op 17 mei 2018 het pand geïnspecteerd, samen met iemand van huurder Tik Tak Speelautomaten. Er bleek veel rommel in het pand aanwezig, maar geen hennepkwekerij waar [geïntimeerde] bang voor was geweest. Daarná heeft [geïntimeerde] , ondanks pogingen daartoe via de verhuurmakelaar, het pand niet meer kunnen betreden. Door de ramen naar binnen kijkend, was niets onoorbaars te zien. In januari 2019 vertelde een bovenbuurvrouw aan [geïntimeerde] dat zij wietlucht rook en niet wist waar deze vandaan kwam. [geïntimeerde] heeft dit vervolgens gemeld aan de Gemeente waarna de politie op 20 februari 2019 een professionele hennepkwekerij in het pand heeft ontdekt. Vastgesteld werd dat buiten de watermeter om water was afgenomen.
3.4
[geïntimeerde] heeft het (lege) pand per [datum] verkocht.
3.5
Evides heeft [geïntimeerde] gedagvaard voor de kantonrechter en veroordeling van [geïntimeerde] gevorderd tot vergoeding van haar schade (wegens illegale waterafname) ten bedrage van € 3.951,89, met rente en kosten. Volgens Evides had [geïntimeerde] als eigenaar van het pand als enige toegang tot de watermeter en daarmee de zorgplicht om te voorkomen dat geen manipulatie met de watermeter zou plaatsvinden. Deze zorgplicht heeft [geïntimeerde] geschonden. Daarom is [geïntimeerde] op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk voor de schade, aldus nog steeds Evides.
3.6
De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en Evides in de kosten veroordeeld.

4.Vordering in hoger beroep

4.1
Evides is in hoger beroep gekomen omdat zij het niet eens is met het vonnis. Zij heeft drie grieven tegen het vonnis aangevoerd. Evides vordert hetzelfde als bij de kantonrechter.
4.2
[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

5.Beoordeling in hoger beroep

5.1
De eerste grief gaat over een foute datum in het vonnis, namelijk het moment van verkoop van het pand door [geïntimeerde] . Dit moet [datum] zijn [datum] . Het hof heeft deze fout inmiddels hersteld in overweging 3.4.
5.2
De grieven II en III gaan over de grondslag van de vordering. Volgens Evides heeft de kantonrechter [geïntimeerde] ten onrechte niet aansprakelijk geacht wegens schending van zijn zorgplicht als eigenaar. Het hof zal de vordering op deze grondslag opnieuw beoordelen.
5.3
Als gebaseerd op schriftelijke stukken en voor het overige onvoldoende weersproken, staat vast dat [geïntimeerde] het pand in 2005 heeft gekocht en ruim veertien jaar later heeft verkocht, enige maanden na de ontdekking van de hennepkwekerij. Ook staat vast dat [geïntimeerde] het pand per [datum] 2005 heeft verhuurd aan Tik Tak Speelautomaten, met de mogelijkheid van onderhuur en met een optie voor 5 jaar. Dit blijkt mede uit de schriftelijke huurovereenkomst. Deze huurovereenkomst is (stilzwijgend) verlengd en probleemloos overgegaan op Bella speelautomaten. In het pand zaten aanvankelijk een onderhuurder met een bruin café en daarna de onderhuurder met de shisha-lounge totdat die lounge in 2017 werd gesloten wegens geluidsoverlast. Ook staat vast dat huurder aanvankelijk met de naam Tik Tak Speelautomaten en later diens opvolger Bella Speelautomaten steeds de huur is blijven betalen, ook na sluiting van de shisha-lounge. Er was dus sprake van een jarenlange regelmatige huurrelatie tussen [geïntimeerde] en zijn huurder. Het pand is, zoals gezegd, het grootste deel van de tijd door huurder onderverhuurd, aanvankelijk aan een café-uitbater en later aan de onderhuurder die er een shisha-lounge van heeft gemaakt. In 2017 is het pand leeg komen te staan, met de aan [geïntimeerde] als verhuurder opgegeven reden dat na sluiting van de shisha-lounge geen nieuwe onderhuurder werd gevonden. De huurrelatie tussen [geïntimeerde] en zijn huurder is toen wel op dezelfde wijze blijven bestaan. Dit blijkt onder meer uit de aangetoonde huurbetalingen en uit de omstandigheid dat [geïntimeerde] het pand op 17 mei 2018 samen met iemand van Tik Tak Speelautomaten heeft geïnspecteerd. Voor zover Evides anders zou hebben willen betogen, heeft zij dit betoog niet voldoende onderbouwd.
5.4
Toen [geïntimeerde] de situatie in het pand niet meer vertrouwde omdat de bovenbuurvrouw een wietlucht rook en [geïntimeerde] er, ondanks pogingen daartoe via de verhuurmakelaar, niet in slaagde het pand te betreden, heeft hij dat aan de gemeente gemeld, waarna het pand is geïnspecteerd en de hennepkwekerij werd aangetroffen.
5.5
Het komt er dus op neer (i) dat [geïntimeerde] al jarenlang een betalende huurder had, zonder dat er problemen met de waterleverantie of met een illegaal gebruik van het gehuurde waren, (ii) dat [geïntimeerde] het pand in mei 2018, na vertrek van de onderhuurder, met goed gevolg heeft geïnspecteerd samen met de huurder en (iii) dat [geïntimeerde] in januari 2019 meteen actie heeft ondernomen toen een bovenbuurvrouw wietlucht meende te ruiken. Deze gang van zaken maakt dat Evides aan [geïntimeerde] geen verwijt van onvoldoende zorg (en dus onrechtmatig handelen jegens Evides) als de eigenaar van het pand kan maken. Dit geldt des te sterker, nu [geïntimeerde] aannemelijk heeft gemaakt dat hij de verhuurmakelaar, ondanks diverse pogingen, na mei 2018 niet te pakken kreeg en dat hij zelf geen sleutel van het gehuurde had. Weliswaar betwist Evides dat [geïntimeerde] geen sleutel van het gehuurde had, maar het hof gaat aan deze betwisting voorbij. De (onder)huurder heeft exclusieve toegang tot het gehuurde en heeft daarom in de regel een eigen slot en sleutel, juist om te voorkomen dat anderen ongevraagd toegang hebben. Uit niets kan volgen dat [geïntimeerde] al vóór medio 2018 niet werd binnengelaten (door de (onder)huurder of de verhuurmakelaar) als dat nodig was. De stelling van [geïntimeerde] dat de verhuurmakelaar de sleutel had is in het licht hiervan niet onbegrijpelijk en door Evides onvoldoende gemotiveerd betwist.
5.6
Evides heeft nog gesteld dat [geïntimeerde] niet kon volstaan met die ene inspectie in mei 2018, maar periodiek toezicht had moeten houden op wat er plaatsvond in het pand totdat er daadwerkelijk zekerheid was dat dit weer werd gebruikt. Deze stelling van Evides gaat naar het oordeel van het hof in dit geval, gelet op het hiervoor overwogene, te ver. Er bleken immers, behalve de leegstand ten laste van de huurder, geen problemen.
Conclusie en proceskosten
5.7
De conclusie is dan ook dat het hoger beroep van Evides niet slaagt. Het hof komt niet toe aan bewijslevering. Wat Evides, die de bewijslast van de schending van de zorgplicht heeft, te bewijzen heeft aangeboden, kan niet tot een andere beslissing leiden. Daarom zal het hof het vonnis bekrachtigen. Het hof zal Evides als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep.

6.Beslissing

Het hof:
  • bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 28 juli 2021;
  • veroordeelt Evides in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van
Dit arrest is gewezen door mrs. M.A.F. Tan-de Sonnaville, G. Dulek-Schermers en
A.J. Swelheim en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2023 in aanwezigheid van de griffier.