ECLI:NL:GHDHA:2022:93
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- A.N. Labohm
- K.M. Braun
- J.B. Backhuijs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake echtscheiding en alimentatieverplichtingen met betrekking tot de kosten van de huishouding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot de echtscheiding en alimentatieverplichtingen van partijen. De man en vrouw, beiden juristen, zijn op huwelijkse voorwaarden gehuwd en hebben samen twee minderjarige kinderen. De vrouw heeft een academische opleiding en kan in haar eigen levensonderhoud voorzien. De man heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 8 mei 2020, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en de kinderalimentatie werd vastgesteld. De vrouw heeft incidenteel appel ingesteld tegen de hoogte van de kinderalimentatie en de partneralimentatie. Het hof heeft vastgesteld dat de man geen grief heeft ingediend tegen de echtscheiding en hem niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om de echtscheiding te vernietigen. Het hof heeft de alimentatieverplichtingen beoordeeld, waarbij het de draagkracht van beide partijen in aanmerking heeft genomen. De man heeft een hogere bijdrage in de kosten van de huishouding geleverd dan de vrouw, wat heeft geleid tot een vordering van de man op de vrouw van € 40.234,73, te vermeerderen met wettelijke rente. De vrouw is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot partneralimentatie, omdat het hof oordeelt dat zij in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. De uitspraak van het hof heeft gevolgen voor de alimentatieverplichtingen en de verrekening van de kosten van de huishouding.