ECLI:NL:GHDHA:2022:922

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
2200057521
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam met betrekking tot mishandeling en bedreiging binnen de huiselijke sfeer

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 2000, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, voor mishandeling van zijn moeder en bedreiging van zijn zus. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden bevestigd, maar met een aanpassing van de strafmaat. Het hof heeft de geslaagde mediation tussen de verdachte en de slachtoffers in aanmerking genomen bij de strafmotivering. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan meerdere feiten van mishandeling en bedreiging, waarbij de feiten zich in de huiselijke sfeer hebben afgespeeld. Het hof heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte gewogen. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 60 uren met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft ook bepaald dat de tijd in voorarrest in mindering zal worden gebracht op de taakstraf. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000575-21
Parketnummers: 10-295642-20 en 10-253608-20 (gev. ttz ea)
Datum uitspraak: 3 juni 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van
11 februari 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 10-295642-20 onder 1 en 2 tenlastegelegde en in de zaak met parketnummer
10-253608-20 onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren met aftrek van voorarrest, subsidiair 40 dagen hechtenis, waarvan 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 10-295642-20:
1.
hij, op of omstreeks 19 november 2020, te Papendrecht, zijn moeder, [slachtoffer1], heeft mishandeld door haar een of meermalen een kopstoot tegen het gezicht en/of het hoofd, althans tegen het lichaam te geven;
2.
hij, op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 19 november 2020, te Papendrecht, [slachtoffer2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- die [slachtoffer2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik zweer, ik ga je doodmaken, ik maak jou en je kind dood" en/of "Ik ga je doodmaken, ik pak je, je gaat zien" en/of "Ik ga mezelf wat aandoen, jullie gaan aangifte tegen mij doen, ik wil niet meer leven" en/of
- ( vervolgens), terwijl hij dit zegt een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp tegen zijn, verdachtes, borst/lichaam te houden,
althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard of strekking.
Zaak met parketnummer 10-253608-20 (gevoegd):
1.
hij, op of omstreeks 9 oktober 2020, te Papendrecht, [slachtoffer3] heeft mishandeld door die [slachtoffer3] meermalen, althans eenmaal,
- ( met kracht) tegen een kast, althans een gelijkend hard voorwerp te duwen en/of
- in de arm, althans het lichaam, te knijpen;
2.
hij, op of omstreeks 9 oktober 2020, te Papendrecht, [slachtoffer3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer3] dreigend de woorden toe te voegen "ik breek je nek als je de code van de telefoon niet geeft", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met uitzondering van de aan de verdachte opgelegde straf en dat de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 10-295642-20 onder 1 en 2 tenlastegelegde en in de zaak met parketnummer 10-253608-20 onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 60 uren met aftrek van voorarrest met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, behalve ten aanzien van de opgelegde straf en de strafmotivering.
In dit opzicht zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen. Voor het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis, met dien verstande dat het hof daarin de hierna te vermelden verbetering aanbrengt.
Verbetering aangehaald parketnummer
Het hof zal in het vonnis waarvan beroep de woorden “parketnummer
10.253608.2010.295642.20” op pagina’s 6 en 8 verbeterd lezen in die zin dat het hof daar leest “parketnummer
10.253608.20”.
Het vonnis waarvan beroep dient derhalve - behoudens voor zover het wordt vernietigd - onder verbetering van gronden te worden bevestigd.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn moeder en bedreiging van zijn zus. Door aldus te handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn moeder en heeft hij zijn moeder en zus angst aangejaagd.
Voorts heeft de verdachte zich ruim een maand eerder schuldig gemaakt aan de mishandeling en bedreiging van een andere zus. Door aldus te handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van ook deze zus en haar angst aangejaagd.
Het hof neemt ten nadele van de verdachte in aanmerking dat alle feiten zich in de gezamenlijke woning en derhalve de huiselijke sfeer hebben afgespeeld. Juist in de eigen thuisomgeving behoort ieder te allen tijde veilig te zijn en zich veilig te kunnen voelen. De verdachte heeft hier geen enkel oog voor gehad.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
2 mei 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor enig misdrijf.
Ten voordele van de verdachte houdt het hof rekening met het feit dat het mediationtraject tussen de verdachte en de slachtoffers is geslaagd. Zij hebben de feiten in deze strafzaak met elkaar uitgesproken en de slachtoffers hebben te kennen gegeven het opleggen van een straf niet meer nodig te achten. Voorts heeft verdachte zijn behandeling bij Fivoor afgerond en is er sprake van een verbetering in de thuissituatie.
Het hof is - alles afwegende en gelet op de vordering van de advocaat-generaal - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Het voorwaardelijk strafdeel dient de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein,
mr. H.M.D. de Jong en mr. O.E.M. Leinarts,
in bijzijn van de griffier mr. T.A. van den Berg.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 3 juni 2022.
mr. O.E.M. Leinarts is buiten staat dit arrest te ondertekenen.