Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 7647108 RL EXPL 19-7366
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- de producties 1 t/m 10 van [appellant] (bij dagvaarding);
- de producties 1 t/m 24 van [geïntimeerde] (bij conclusie van antwoord in conventie/eis in
reconventie);
- een productie van [appellant] bij comparitie;
- de producties 25 tot en met 29 van [geïntimeerde] bij comparitie.
- de dagvaarding van 3 maart 2020, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van voormeld vonnis;
- de memorie van grieven van [appellant], met producties, genummerd 1 tot en met 3;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met producties, genummerd 1 tot en met 19;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel;
- de akte uitlaten van [geïntimeerde], met producties genummerd 20 t/m 25;
- de antwoordakte van [appellant].
3.Feitelijke achtergrond
“OPLEVERINGSFORMULIERDe werkzaamheden zijn volgens offerte opgeleverd. Voor akkoordNaam klant: [geïntimeerde] (met handtekening)Naam vakman: [appellant] bouwbedrijf (met handtekening)25 juli [adres]Nog uit te voeren werkzaamheden: Op moment geen.”
Bouwhof(de leverancier van de keuken) heeft op verzoek van [geïntimeerde] op 19 december 2018 een rapport opgesteld over de volgens hem foutieve montage van de keuken. [3] Hij heeft blijkens een offerte van die datum de herstelkosten begroot op € 3.930,05 (incl btw). Dit bedrag is opgebouwd uit een post materiaal van
€ 1.765,05 en een post montage van € 2.165,--.
Lekdetectie) heeft op verzoek van [geïntimeerde] op 20 mei 2019 een rapport opgesteld over lekkage in de woning (vochtschade plafond hal woonkamer) [4] . Bij het daartoe uitgevoerde onderzoek was een medewerker van [appellant] aanwezig. De algemene staat van het kitwerk werd goed beoordeeld. Het rapport vermeldt onder meer over de bevindingen in de badkamer:
4.Procedure bij de rechtbank
€ 883,30, de herstelkosten keuken van € 3.930, 05 en herstelkosten badkamer van
€ 7.978,15 (overeenkomstig offerte Verbaan). Na verrekening resteert, aldus nog steeds [geïntimeerde], primair een bedrag van € 11.054,48 dat [appellant] moet betalen. [geïntimeerde] heeft in verband hiermee in reconventie in hoofdsom primair € 11.054,48 (het resterende bedrag na verrekening) gevorderd en subsidiair het totale schadebedrag van € 13.622,08.
a) geschatte schade aan de keuken € 1.500,--;
b) schade aan de badkamer € 7.478,15
c) expertisekosten € 1.637,43.
Na verrekening met het door [geïntimeerde] verschuldigde bedrag van € 2.567,60 resteert een bedrag van € 8.047,98 (€ 10.615,58 min € 2.567,60) dat [appellant] volgens de kantonrechter moet betalen. De kantonrechter heeft een bedrag van € 500,-- afgetrokken van de schadevordering met betrekking tot de badkamer, omdat de werkzaamheden van Verbaan ook zien op het vervangen van de afvoer op zolder die niet hoorden bij de werkzaamheden die tussen [appellant] en [geïntimeerde] waren afgesproken.
5.Procedure in hoger beroep
Grief 2:De kantonrechter heeft geen, althans onvoldoende rekening gehouden met het feit dat vlak na oplevering de keuken gedemonteerd is geweest en door of namens [geïntimeerde] overige werkzaamheden zijn verricht.
Grief 3:De badkamer is formeel opgeleverd zonder gebreken. [appellant] is niet aansprakelijk voor een achteruitgang in het werk door beschadigingen. [geïntimeerde] of een ingeschakelde partij heeft het kitwerk (tussen de twee rapporten van Lekdetectie) vermoedelijk los gehaald. Het kitwerk in de badkamer is goed en deugdelijk opgeleverd. De kantonrechter heeft de feiten in dit opzicht onjuist, althans onvolledig, vastgesteld. Op het moment van de formele oplevering waren er geen gebreken.
Grief 4:Het rapport van EXP Bouwadvisering is onbetrouwbaar, mede door het onjuiste verhaal over de geribbelde afvoerleiding. De kantonrechter heeft geen rekening gehouden met het feit dat EXP Bouwadvisering diverse hakwerkzaamheden heeft verricht in de badkamer.
€ 10.978,03, met bekrachtiging van het vonnis voor het overige.
€ 1.500,-- geschat. De schade aan de keuken bedraagt € 3.930,05. De kantonrechter heeft dus € 2.430,05 te weinig toegekend. Het tweede rapport van Bouwhof van 19 december 2018 gaat over de rond november 2019 ontdekte montagefouten (verborgen gebreken) en komt daarom niet een op een overeen met [geïntimeerde] lijst van gebreken van 26 juli 2018.
Grief II:Ten onrechte heeft de kantonrechter een bedrag van € 500,-- afgetrokken voor het herstel van de badkamer. De kantonrechter heeft ten onrechte aangenomen dat het in de schadeopstelling (offerte Verbaan) [8] gaat om de (niet aangenomen) afvoer vanaf de zolder. Dat klopt niet. De afvoer waarover wordt gesproken betreft de afvoer achter de voorzetwand in de badkamer, die op de bestaande afvoer van de wasmachine is gekoppeld.
6.Beoordeling in hoger beroep
DE BADKAMERDe grieven 3 en 4 van [appellant]
Vaststaat dat in het voorjaar van 2019 sprake is geweest van lekkages, die gelet op de locatie ervan onmiskenbaar te maken hadden met water/vocht dat van de badkamer afkomstig was. Volgens [appellant] in zijn grieven heeft de kantonrechter in dit verband over het kitwerk en de ‘geribbelde’ afvoerslang (afkomstig van de wasmachine op zolder) een onjuist oordeel gegeven. Het hof verwerpt deze stelling en overweegt daartoe het volgende.
Uit de rapporten komt verder naar voren dat de aansluiting van de draingoot op de afvoer niet in orde was
(“niet of niet goed verlijmd”). Ook de aansluiting van de wasmachineslang op de afvoer in de badkamer deugde niet
(“afvoerleiding onprofessioneel in de bestaande vloerafvoer/oude afvoerput (…) gedrukt, waarna deze was opgevuld met kit. Deze aansluiting was onvolledig dan wel niet verlijmd en gescheurd”). [appellant] heeft hier slechts heel globaal (en dus onvoldoende precies) op gereageerd. Het hof wijst er voor de volledigheid op dat ‘met de aansluiting van de wasmachineslang’ niet werd gedoeld op de aansluiting bij de wasmachine op de tweede etage (dit was inderdaad niet geoffreerd door [appellant]), maar om de aansluiting op badkamerniveau waarvan [appellant] erkent dat zij deze heeft gemaakt.
Grief II van [geïntimeerde]
DE KEUKENDe grieven 1 en 2 van [appellant]
€ 2.430,05.
- De onderkasten zijn te ver naar achteren geplaatst. Deze hadden met 15 mm afstand van de muur af moeten worden geplaatst.
- De steunwand naast de vaatwasser is op de verkeerde plek (naast de hoge kasten)
- Het aanrechtblad is niet goed geplaatst, de koppelnaad ligt niet vlak
- De vaatwasser deur is ten opzichte van de vaatwasser niet in het midden geplaatst
- De gaskookplaat is te ver naar achteren gemonteerd. De glasplaat past daardoor niet.
De keukenkraan is te ver naar achteren gemonteerd. De warmwater kraan kan nietworden opengedraaid omdat deze tegen de opstaande rand aankomt.
Slotsom en conclusie
€ 1.000,-- voor de keuken).
8.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van
- veroordeelt [appellant] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [geïntimeerde] te voldoen een bedrag van € 9.547,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde]
- wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.