ECLI:NL:GHDHA:2022:874
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en niet-ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die gedetineerd is in PI Krimpen aan den IJssel. De rechtbank Rotterdam had op 22 februari 2022 de gevangenhouding van de verdachte bevolen voor de duur van 90 dagen. De verdachte heeft op 24 februari 2022 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling in raadkamer op 24 maart 2022 zijn de verdachte, de waarnemend advocaat mr. D.A. Alsemgeest en de advocaat-generaal mr. P. Spoon gehoord. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken en de beslissing van de rechtbank. De verdediging heeft zich in raadkamer gerefereerd aan de door de rechtbank aangenomen ernstige bezwaren en gronden voor de voorlopige hechtenis. Hierdoor heeft de verdachte geen belang bij het hoger beroep, wat leidt tot de conclusie dat hij niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Het hof heeft derhalve de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal.