ECLI:NL:GHDHA:2022:873

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
20 mei 2022
Zaaknummer
0930583820rk
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De rechtbank Den Haag had op 27 januari 2022 het verzoek van de verdachte om schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte, die gedetineerd is in DC Alphen aan den Rijn, heeft op 28 januari 2022 hoger beroep ingesteld tegen deze afwijzing. Tijdens de behandeling in raadkamer op 24 maart 2022 zijn de verdachte, zijn advocaat mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, en de advocaat-generaal mr. P. Spoon gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat er in eerste aanleg enkel een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is gedaan, en niet om opheffing. Aangezien er geen verzoek om opheffing is gedaan, kan de verdachte niet worden ontvangen in het hoger beroep tegen de afwijzing van dat verzoek. Het hof heeft daarom de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal.

Uitspraak

datum beschikking: 24 maart 2022

GERECHTSHOF DEN HAAG

meervoudige raadkamer

BESCHIKKING

gegeven naar aanleiding van het hoger beroep in de zaak van de verdachte, genaamd:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
thans gedetineerd in DC Alphen aan den Rijn.
Procesgang
De rechtbank Den Haag heeft ter openbare terechtzitting in eerste aanleg van 27 januari 2022 het verzoek van de verdachte om schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.
Blijkens de akte rechtsmiddel is op 28 januari 2022 namens de verdachte hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis ingesteld.
Het hof heeft dit hoger beroep op 24 maart 2022 in raadkamer behandeld.
In raadkamer zijn gehoord de verdachte, de advocaat
mr. J-H.L.C.M. Kuijpers en de advocaat-generaal mr. P. Spoon.
Het hof heeft in raadkamer kennisgenomen van de beslissing waarvan beroep en van de stukken die betrekking hebben op de voorlopige hechtenis van de verdachte.
De ontvankelijkheid van het hoger beroep
Namens de verdachte – zo stelt het hof vast - is ter terechtzitting van de rechtbank Den Haag van 27 januari 2022 uitsluitend een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan, welk verzoek is afgewezen. Vervolgens is namens de verdachte hoger beroep ingesteld tegen “de afwijzing van het verzoek om opheffing van de voorlopige hechtenis”. Daar blijkens het proces-verbaal van de zitting ter terechtzitting geen verzoek om opheffing is gedaan, kan de verdachte niet worden ontvangen in dit appel.
Beslissing
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven op 24 maart 2022 door
mr. M.P.J.G. Göbbels, voorzitter,
mr. H.C. Plugge en mr. W.B.M. Tomesen, leden,
in bijzijn van F. Abassi, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.
………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Den Haag, 24 maart 2022
de advocaat-generaal