ECLI:NL:GHDHA:2022:873
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De rechtbank Den Haag had op 27 januari 2022 het verzoek van de verdachte om schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte, die gedetineerd is in DC Alphen aan den Rijn, heeft op 28 januari 2022 hoger beroep ingesteld tegen deze afwijzing. Tijdens de behandeling in raadkamer op 24 maart 2022 zijn de verdachte, zijn advocaat mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, en de advocaat-generaal mr. P. Spoon gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat er in eerste aanleg enkel een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is gedaan, en niet om opheffing. Aangezien er geen verzoek om opheffing is gedaan, kan de verdachte niet worden ontvangen in het hoger beroep tegen de afwijzing van dat verzoek. Het hof heeft daarom de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal.