Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
BESCHIKKING
[verdachte]
[ID], de gesprekken die met dit account zijn gevoerd en de aangetroffen verdovende middelen in de woning (waar de verdachte een sleutel van had) en in zijn auto.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die gedetineerd is in PI Midden Holland te Alphen aan den Rijn. De rechtbank Den Haag had eerder op 23 februari 2022 de gevangenhouding van de verdachte bevolen voor de duur van 90 dagen. De verdachte heeft op 24 februari 2022 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling van het hoger beroep zijn de verdachte, zijn advocaat mr. S.L.J. Janssen en de advocaat-generaal mr. P. Spoon gehoord.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte met betrekking tot meerdere feiten, waaronder het medeplegen van voorbereidingshandelingen van cocaïnehandel en grootschalige handel in softdrugs. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de identificatie van de verdachte als gebruiker van een SKY-id, de gesprekken die via dit account zijn gevoerd, en de aangetroffen verdovende middelen in de woning en auto van de verdachte. Het hof benadrukt dat de verspreiding van verdovende middelen, waaronder softdrugs, ernstige gevaren voor de volksgezondheid met zich meebrengt en dat de grootschalige handel in deze middelen een ontwrichtende werking op de maatschappij heeft.
Daarnaast heeft de verdachte verzocht om schorsing van zijn voorlopige hechtenis, met als argument dat hij er voor zijn gezin wil zijn, vooral gezien de gezondheidsproblemen van zijn jongste kind en zijn rol als mantelzorger voor zijn dementerende grootvader. Het hof heeft echter geoordeeld dat het belang van de strafvordering zwaarder weegt dan het belang van de verdachte bij schorsing van de voorlopige hechtenis, gezien de ernst van de feiten waarvan hij wordt verdacht. Het verzoek tot schorsing is dan ook afgewezen.
De beslissing van het hof houdt in dat het hoger beroep van de verdachte wordt afgewezen en dat het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis eveneens wordt afgewezen.