ECLI:NL:GHDHA:2022:861

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
200.279.608/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over facturen na beëindiging samenwerking tussen Nustaal B.V. en Seagull B.V.

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Nustaal B.V. en Seagull B.V. over facturen die zijn verzonden na de beëindiging van hun samenwerking. Beide partijen hebben in het verleden samengewerkt bij de bouw en verkoop van machines, waaronder een basaltbreker. Nustaal heeft in hoger beroep de vernietiging van eerdere vonnissen van de rechtbank Rotterdam gevorderd, waarin Seagull in het gelijk was gesteld. De rechtbank had Nustaal veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 31.765,57 aan Seagull, vermeerderd met wettelijke rente. Nustaal betwistte de vordering van Seagull en voerde aan dat er geen overeenkomst was over de winstverdeling van de basaltbreker. Het hof heeft de grieven van Nustaal beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat er geen overeenkomst was. Het hof oordeelde dat Nustaal een bedrag van € 2.237,50 en € 3.625,00 aan Seagull verschuldigd was, en heeft de eerdere veroordeling van Nustaal tot betaling van € 31.765,57 verminderd tot € 25.903,07. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het hof heeft het arrest uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.279.608/01
Zaaknummer rechtbank : C/10/573893 /HAZA 19-433
arrest van 24 mei 2022
in de zaak van
Nustaal B.V.,
gevestigd te Hoeksche Waard,
appellante,
hierna te noemen: Nustaal,
advocaat: mr. J. Wijnja te Dordrecht (voorheen mr. W.P. Brussaard),
tegen
Seagull B.V.,
gevestigd te Vlaardingen,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Seagull,
advocaat: mr. J.G.M. Roijers te Rotterdam.

1.Waar de zaak over gaat

Partijen hebben in het verleden samengewerkt bij de bouw en verkoop van machines (onder meer een zogenoemde basaltbreker). Zij twisten in hoger beroep over hetgeen zij onderling nog aan elkaar verschuldigd zijn uit hoofde van een samenwerking bij een drietal projecten.

2.Het procesverloop in hoger beroep

2.1.
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de appeldagvaarding van 11 juni 2020 waarbij Nustaal in hoger beroep is gekomen van de tussen partijen gewezen vonnissen van de rechtbank Rotterdam van 15 januari 2020 en 25 maart 2020 (hierna: de bestreden vonnissen);
  • het arrest van 14 juli 2020, waarbij een comparitie van partijen is gelast die op 21 augustus 2020 heeft plaatsgevonden;
  • het van de comparitie opgemaakte proces-verbaal;
  • de memorie van grieven, met producties;
  • de memorie van antwoord.
2.2.
Tot slot is arrest bepaald.

3.De feiten

3.1.
De rechtbank is in de bestreden vonnissen van een aantal feiten uitgegaan. Over deze feiten bestaat geen discussie. Ook het hof zal daarom bij de beoordeling van de zaak van deze feiten uitgaan. Het hof heeft de door de rechtbank vastgestelde feiten verder aangevuld met enige feiten die evenmin in geschil zijn.
3.2.
Samengevat gaat het om het volgende.
Seagull is een onderneming die zich toelegt op de advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering, speciaal op het gebied van logistiek, opslag en verwerking van metalen en grondstoffen.
Nustaal is een onderneming die zich toelegt op het vervaardigen van machines, apparaten en werktuigen.
Seagull is gedurende enige tijd de exclusieve agent geweest voor Balkan/Basalt Sh.P.K., gevestigd te Tirana (Albanië) (hierna: Balkan/Basalt).
[ bestuurder Seagull] (hierna: [ bestuurder Seagull] ) is de bestuurder van (onder andere) Seagull. [bestuurder Nustaal] (hierna: [bestuurder Nustaal]) is de bestuurder van Nustaal.
Nustaal en Seagull hebben verschillende e-mails aan elkaar gestuurd over een zogenoemde basaltbreker die door Nustaal zou worden gebouwd. Met een basaltbreker kan basalt worden vermalen tot basaltmeel. Basaltmeel kan worden gebruikt als een (milieuvriendelijke) meststof in de agrarische industrie.
Het onderwerp van deze e-mails is:

KOSTEN VERMAAL MACHINE, AFREKENING FINAAL EN VERDELING
Op 28 januari 2018 om 12.20 uur heeft [ bestuurder Seagull] aan [bestuurder Nustaal] een e-mail
gestuurd, waarin onder meer het volgende is opgenomen:

[...]
In de kosten die we opgeven zit 9,5 van je arbeid en 5k opslag extra.
Daarnaast nog de 20k netto. Dat maakt de opbrengst NU Staal op 39.500.00.
[…]
Ik heb de indruk dat je niet verder wilt, je ziet elke keer obstakels.
[...]
Op 29 januari 2018 om 9.16 uur heeft [bestuurder Nustaal] hierop als volgt gereageerd:

[...]
ik heb geloof in het product [... ]
ik had gedacht dat jij 54000 aan zou houden (de normale [handelsprijzen]) + 5000 profit
dan kom ik op 59000.
[...]
Hierop heeft [ bestuurder Seagull] diezelfde dag om 9.45 uur als volgt gereageerd:
“[...]
Mijn berekening klopt wel, kom ik later op terug. Maar ik mag er ook iets aan verdienen?
Dus de afspraak is dat we 50/50 winst delen. Toch? [...]
Hierop heeft [bestuurder Nustaal] om 10.23 uur als volgt gereageerd:
“Ik snap echt hoe jij nou rekent hoor
en ja jij mag er ook aan overhouden”
Hierop heeft [ bestuurder Seagull] om 10.56 uur als volgt gereageerd:

[...]
We moeten er niet aan tekort komen maar ook niet overvragen, is altijd een beetje aanvoelen. [...] Ik denk niet dat we het slecht doen. Als we met alles te duur zijn is de kostprijs niet interessant meer en hebben we niks.
[...]
Nustaal heeft de basaltbreker (zonder tussenkomst van Seagull) rechtstreeks aan Balkan/Basalt geleverd, althans aan een door Balkan/Basalt daartoe aangewezen leasemaatschappij.
Verder is tussen Seagull, Nustaal en [X] Holland B.V. (hierna: [X]) gecorrespondeerd over een zogenoemde vulinstallatie, bestaande uit een trechter en een trilgoot.
Op 17 mei 2018, om 16.33 uur, heeft [ bestuurder Seagull] aan [bestuurder Nustaal] het volgende e-mailbericht gestuurd:

[...]
Roel[,] als je deze specificatie ziet. kan je er dan [serienummers] en data aan plakken. Dan kan ik die op de factuur zetten. Morgen is prima. [...]
p.s. wat krijg ik van je als alles betaald is […]
Op 17 mei 2018, om 22.33 uur, heeft [bestuurder Nustaal] aan [ bestuurder Seagull] het volgende e-mailbericht gestuurd:

[...] We moeten nog wel even die platen eraf halen bij [[X]], Die zitten nog op de trechter en goot en weegschaal ! 1 Als ze tot koop overgaan. [...]
Op 18 mei 2018 heeft [ bestuurder Seagull] aan [bestuurder Nustaal] het volgende e-mailbericht gestuurd:

[...]
Ja tks. Krijg zo het plaat nummer.
Geef jij de nummers serie en jaargang aan, dan neem ik dat over op de factuur.
[...]
Op 22 juni 2018 heeft [ bestuurder Seagull] aan [bestuurder Nustaal] het volgende e-mailbericht gestuurd:

[...]
Begreep dat je gisteren navraag had gedaan wat Seagull belast heeft voor de trechter. Bijgaand copy factuur aan [X] volgens onze afspraak.
Nustaal heeft verschillende facturen gezonden aan Seagull. De daarop vermelde
bedragen luiden alle in euro.
Seagull heeft twee facturen in verband met de constructie van de basaltbreekmachine (ter grootte van € 6.611,57 en ter grootte van € 4.958,00, samen een bedrag van € 11.569,57, exclusief btw) voldaan aan Nustaal.
Seagull heeft niet voldaan aan Nustaal een factuur van 3 mei 2018, die vermeldt:
“kostprijs basaltbreeklijn zoals besproken [...] 25.835,00 [...]
inmiddels gefactureerd /en betaald
[...] fact [...] van 26-2-18 -6.611,57 [...]
[...] fact [...] van 1-5-18 -4.958,00 [...]
[…]”
Ook heeft Seagull onbetaald gelaten een factuur van 20 juni 2018, die vermeldt:
“nog openstaande kosten
[i] trechter en trilgoot [...] 7.500,00 [...]
[ii] werkzaamheden SAGRO [...] 1.540,00 [...]
[iii] km vergoeding 5 x [...] 450,00 [...]
[iv] inhuur elektrische man [...] 137,50 [...]
[v] km vergoeding [...] 110,00 [...]
[vi] 4 st [containers] lossen [...] 990,00 [...]
[vii] ontvangen huur van mijn ruimte [...] 2.750,00 [...]
[viii] minus betaling van 27-febr 2018 -6.611,57 [...]
[ix] minus betaling van 4-mei-2018 -4.958,00 […]
[...]”
(volgnummers toegevoegd door het hof)
Tot slot heeft Seagull onbetaald gelaten een factuur van 14 september 2018, die vermeldt:
“[...]
[...] lx transport met 30 st bigbags naar RHB 82,50 [...]
[...] km vergoeding 18,00 [...]
[...]”

4.De procedure bij de rechtbank

4.1.
In de procedure bij de rechtbank heeft Seagull (in conventie) gevorderd – samengevat weergeven – de veroordeling van Nustaal tot betaling van € 30.684,57, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
In reconventie heeft Nustaal gevorderd – samengevat weergeven – de veroordeling van Seagull tot betaling van € 2.430,21, vermeerderd met rente en kosten.
4.3.
De rechtbank heeft (in conventie) de vordering van Seagull toegewezen en (in reconventie) de vordering van Nustaal voor een gedeelte afgewezen en voor een ander gedeelte de zaak verwezen (als betrekking hebbend op een huurgeschil) naar de kantonrechter voor verdere behandeling.

5.Het hoger beroep

5.1.
In hoger beroep vordert Nustaal de vernietiging van de bestreden vonnissen. Daartoe voert Nustaal vier grieven aan. Nustaal wil dat het hof bij arrest uitvoerbaar bij voorraad – verkort weergegeven – de vorderingen van Seagull alsnog afwijst en de vorderingen van Nustaal alsnog toewijst, met veroordeling van Seagull om al hetgeen Nustaal ter uitvoering van het bestreden vonnis aan Seagull heeft voldaan aan Nustaal terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling, met veroordeling van Seagull in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de (na)kosten.
5.2.
Seagull komt tot de conclusie – verkort weergegeven – dat de bestreden vonnissen moeten worden bekrachtigd, onder gelijktijdige afwijzing van de huurvordering, met veroordeling van Nustaal in de proceskosten.

6.De beoordeling van het hoger beroep

6.1.
Bij de beoordeling van de grieven van Nustaal stelt het hof het volgende voorop. Nustaal en Seagull twisten in deze procedure over hetgeen tussen hen nog te verrekenen valt nadat zij eerder in diverse projecten hadden samengewerkt. De grieven van Nustaal keren zich tegen overwegingen van de rechtbank over de volgende drie projecten:
  • i) de bouw van basaltbreker voor Balkan/Basalt;
  • ii) de opbouw van een zogenoemde Krupp4 breker bij Sagro; en
  • iii) de verkoop van een trechter en trilgoot aan [X].
6.2.
Het hof zal de grieven van Nustaal hierna per project behandelen.
(i) de bouw van basaltbreker voor Balkan/Basalt
6.3.
In
grief Ivoert Nustaal aan dat de rechtbank in haar vonnis van 25 maart 2020 ten onrechte heeft geoordeeld dat de stellingen van Nustaal dat er géén overeenkomst was tussen Seagull en Nustaal niet vallen te rijmen met de door de rechtbank vastgestelde feiten en omstandigheden.
6.4.
In
grief IIvoert Nustaal verder aan dat de rechtbank heeft miskend dat op grond van het bepaalde in de tussen Seagull en Balkan/Basalt gesloten vaststellingsovereenkomst, Seagull al haar rechten met betrekking tot de basaltbreker heeft prijsgegeven. Aldus heeft Seagull ook het door haar gepretendeerde winstrecht jegens Nustaal prijsgegeven.
6.5.
De beide grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
6.6.
De rechtbank heeft voorop gesteld dat voor het beantwoorden van de vraag of een overeenkomst is gesloten, en zo ja, hoe deze overeenkomst dient te worden uitgelegd, het aankomt op hetgeen partijen over en weer hebben verklaard, en op de zin die zij in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan die verklaringen en de in die overeenkomst vervatte bedingen mochten toekennen. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van hen kan worden verwacht, aldus de rechtbank. Tegen deze maatstaf is geen grief gericht. Ook het hof zal van deze maatstaf uitgaan.
6.7.
Met toepassing van voormelde maatstaf is het hof – met de rechtbank – van oordeel dat Nustaal onvoldoende gemotiveerd heeft betwist de stelling van Seagull dat tussen partijen is afgesproken dat zij de te realiseren winst op de door Nustaal te bouwen basaltbreker bij verkoop zouden delen. Ter toelichting overweegt het hof als volgt.
6.8.
In de hiervoor weergegeven e-mailwisseling tussen Seagull en Nustaal van 28 en 29 januari 2018 wordt tussen partijen onderhandeld over hoe de winst te verdelen die gerealiseerd zal worden bij verkoop van de basaltbreker die zal worden gebouwd door Nustaal. Seagull heeft Nustaal bericht: “
Dus de afspraak is dat we 50/50 winst delen”.In de reacties van Nustaal valt weliswaar geen uitdrukkelijk aanvaarding van dit aanbod te lezen, maar valt ook geen afwijzing van dit aanbod noch een alternatief voorstel voor een winstverdeling te lezen. Verder stelt het hof vast dat door Nustaal wel aan Seagull wordt bevestigd dat zij “
er ook aan overhouden” mag. Wat later in op dezelfde ochtend schrijft Nustaal aan Seagull over – naar het hof begrijpt de verkoopprijs van de basaltbreker – “
We moeten er niet aan tekort komen maar ook niet overvragen
.Ook het gebruik van meervoud in deze zin duidt op het bestaan van een gezamenlijk project.
6.9.
Verder is het hof met de rechtbank van oordeel dat met voormelde e-mailwisseling niet valt te rijmen het verweer van Nustaal dat zij de basaltbreker in eigen beheer heeft gebouwd en Seagull op verzoek van Nustaal daaraan alleen een bijdrage heeft geleverd (in de vorm van de twee door Seagull betaalde facturen ter grootte van (samen) een bedrag van € 11.569,57). De door de rechtbank opgeworpen vraag waarom Seagull daartoe bereid zou zijn geweest wordt (voor het eerst) in de memorie van grieven beantwoord met de stelling dat “
het verdienmodel voor Seagull was dat zij een percentage zou krijgen van de verkoopopbrengst van het verkochte basaltmeel”. Een verwijzing naar enig stuk waaruit het bestaan van deze afspraak zou kunnen worden afgeleid heeft Nustaal niet gegeven. Ook ontbreekt een nadere concretisering in de vorm van een omschrijving wanneer en tussen wie de gestelde afspraak zou zijn gemaakt.
6.10.
Tot slot stelt het hof vast dat partijen bij de – hierna nog te bespreken – verkoop van de trechter en trilgoot aan [X] juist volgens Nustaal een winstverdeling van ieder 50% hebben afgesproken. Een dergelijke 50/50 winstverdeling was dus in elk geval niet geheel ongebruikelijk in het geval partijen samenwerkten in een project.
6.11.
Op de omstandigheid dat Seagull in de vaststellingovereenkomst met Balkan/Basalt (in verband met de beëindiging van de tussen hen geldende agentuurovereenkomst) afstand doet van al haar rechten op de basaltbreker kan Nustaal naar het oordeel van het hof geen beroep doen omdat zij geen partij is bij deze overeenkomst. Gesteld noch gebleken is verder dat het de bedoeling van Seagull en Balkan/Basalt is geweest dat deze afstandsbepaling in de vaststellingsovereenkomst als een (derden)beding heeft te gelden waar ook Nustaal rechten aan zou kunnen ontlenen. Terzijde merkt het hof nog op dat door Seagull is gesteld dat Balkan/Basalt niet op de hoogte was van de (50/50) winstverdelingsafspraak tussen Seagull en Nustaal. Dit is door Nustaal niet betwist. Ook in zoverre ligt het niet voor de hand dat Nustaal zich kan beroepen op de afstandsverklaring in de vaststellingsovereenkomst tussen Seagull en Balkan/Basalt op de haar voorgestane wijze.
6.12.
Gelet op al het voorgaande is het hof van oordeel Nustaal onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken de stelling van Seagull dat tussen partijen is afgesproken dat zij beiden de winst zouden delen die zou worden behaald op de basaltbreker bij verkoop. Grief 1 en grief 2 worden verworpen.
6.13.
Het hof stelt vast dat Nustaal geen grief heeft gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat Nustaal in beginsel (behoudens haar beroep op verrekening) gehouden is de twee door Seagull aan Nustaal betaalde facturen in verband met de bouw van de basaltbreker (het bedrag van in totaal € 11.569,57) terug te betalen. Ook dit oordeel van de rechtbank blijft dus in stand.
(ii) de opbouw van een zogenoemde Krupp4 breker bij Sagro
6.14.
In
grief IIIvoert Nustaal aan – kort gezegd – dat de rechtbank in haar vonnis van 25 maart 2020 ten onrechte haar stelling heeft verworpen dat Nustaal nog geld tegoed heeft van Seagull in verband het vervoer en de opbouw van een Krupp4-breker (hierna: de machine) bij Sagro te Vlissingen.
6.15.
Nustaal stelt dat zij van Seagull opdracht heeft gekregen voor het vervoer en het opbouwen van de machine bij Sagro. Nustaal heeft daarvoor de volgende kosten aan Seagull gefactureerd (in haar factuur van 20 juni 2018):
“[ii] werkzaamheden SAGRO [...] 1.540,00 [...]
[iii] km vergoeding 5 x [...] 450,00 [...]
[iv] inhuur elektrische man [...] 137,50 [...]
[v] km vergoeding [...] 110,00 [...]”
[In totaal, berekening hof, een bedrag van € 2.237,50]
6.16.
Seagull betwist gehouden te zijn tot betaling van deze bedragen. Seagull heeft (in eerste aanleg) aangevoerd dat zij voor Sagro Nustaal heeft benaderd met de vraag of zij de machine kon leveren. Seagull heeft de machine vervolgens gehuurd van Hensen, en hierbij een borg van € 5.000,00 voor haar rekening genomen. De machine is daarna in opdracht van Seagull door Nustaal naar Sagro getransporteerd. Gezamenlijk regelden zij eerst een proefopstelling bij Sagro van de machine (van Hensen) welke proef evenwel is mislukt. Eerst nadat de test is mislukt heeft Nustaal haar aangeslagen voor de door haar gemaakte kosten. Enige grondslag voor deze vordering ontbreekt, aldus Seagull.
6.17.
Het hof is van oordeel dat reeds hetgeen Seagull zelf aanvoert duidt op het bestaan van een overeenkomst van opdracht. Seagull stelt immers dat zij Nustaal heeft benaderd met de vraag of zij de machine kon leveren voor Sagro. Seagull heeft de machine vervolgens gehuurd van Hensen. Seagull heeft ook niet betwist dat Nustaal vervolgens de machine heeft vervoerd en opnieuw heeft opgebouwd bij Sagro.
6.18.
Het hof stelt verder vast dat het door Nustaal gevorderde bedrag van (in totaal) € 2.237,50 door Seagull feitelijk is gefactureerd aan Hensen (alsmede een bedrag van € 5.000,00 hetgeen, zo ligt voor de hand, de door Sagro te betalen borg betreft). Dit leidt het hof af uit een door Nustaal overgelegde factuur van Seagull aan Hensen d.d. 31 januari 2019, die het volgende vermeldt:
“Deel factuur 310119 inzake NU Staal.
Voor het opstarten, km, electra kosten volgens opgave NU Staal
belasten wij uw rekening als volgt:
Kosten NU Staal zoals berekend € 2.237,50
BTW. 469,88
Voorschot gestort 5.000,00
(...)”
6.19.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat Seagull onvoldoende heeft betwist dat tussen Nustaal en Seagull een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen op grond waarvan Nustaal aan Seagull kosten in rekening mocht brengen voor het transport en de opbouw van de machine. Het verweer van Seagull dat deze kosten zonder enige juridische titel bij haar in rekening zijn gebracht valt niet te rijmen met voormelde gang van zaken, in het bijzonder niet met de omstandigheid dat Seagull de door Nustaal bij haar in rekening gebrachte werkzaamheden wel aan Hensen heeft gefactureerd. Ten overvloede merkt het hof nog op dat Seagull niet heeft betwist dat Hensen de (door Nustaal gemaakte en door Seagull bij Hensen in rekening gebrachte) kosten aan Seagull heeft voldaan, noch dat deze kosten niet redelijk zijn.
6.20.
Gelet op al het voorgaande heeft Nustaal voldoende aangetoond dat Seagull een bedrag van € 2.237,50 aan Nustaal verschuldigd is voor het plaatsen en het opbouwen van de machine bij Sagro. Grief III slaagt.
(iii) de verkoop van een trechter en trilgoot aan [X].
6.21.
In
grief IVkeert Nustaal zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de vordering van Nustaal ter zake van deze post niet kan worden toegewezen.
6.22.
Primair vordert Nustaal de betaling van een bedrag van € 7.500,00 van Seagull omdat Seagull zonder haar voorafgaande toestemming een trilgoot en trechter heeft verkocht aan [X]. Zij stelt dat de trechter en de trilgoot onderdeel waren van de door Nustaal vervaardigde basaltbreker (waarover rov. 6.2 e.v. gaan) en dat Seagull aldus handelend een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens Nustaal.
6.23.
Subsidiair vordert Nustaal de betaling van een bedrag van € 4.625,00. Aan deze vordering legt Nustaal ten grondslag dat indien in rechte ervan zou moeten worden uitgegaan dat Seagull wel gerechtigd was tot verkoop van de trechter en de trilgoot, Nustaal ten minste recht heeft op een deel van de door Seagull ontvangen koopprijs ter grootte van € 8.250,00. Nustaal maakt aanspraak op een bedrag van € 1.000,00 als door haar gemaakte kosten voor de trilgoot en de trechter, alsmede een bedrag van € 3.625,00, zijnde de helft van de bij verkoop gerealiseerde winst. In totaal vordert Nustaal (subsidiair) dus een bedrag van
€ 4.625,00.
6.24.
Het hof is van oordeel dat de vordering ter grootte van € 7.500,00 niet toewijsbaar is. Seagull betwist dat de trilgoot en de trechter onderdeel van een machine van Nustaal waren. Nustaal heeft ook nagelaten deze stelling op enigerlei wijze te onderbouwen. Daarbij komt dat hetgeen tussen partijen is geschreven in de e-mails van 17 en 18 mei 2018 erop duidt dat bij Nustaal bekend was dat de trechter en de trilgoot eventueel door [X] gekocht zouden gaan worden. Immers, op 17 mei 2018 heeft [bestuurder Nustaal] aan [ bestuurder Seagull] bericht: “
[...] We moeten nog wel even die platen eraf halen bij [[X]], Die zitten nog op de trechter en goot en weegschaal ! 1 Als ze tot koop overgaan. [...]
Gesteld noch gebleken is dat Nustaal op dat moment bezwaar heeft gemaakt. Zonder nadere toelichting op dit punt (die niet is gegeven) valt deze wetenschap dat [X] mogelijk tot koop over zou gaan niet te rijmen met de in deze procedure ingenomen stelling dat Seagull zonder toestemming van Nustaal tot verkoop van de trilgoot en de trechter is overgegaan terwijl Nustaal ervan uitging de trechter en de trilgoot tijdelijk in gebruik zouden worden gegeven.
6.25.
Over het subsidiair door Nustaal gevorderde bedrag (voor de overeengekomen winstdeling) overweegt het hof als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat met de verkoop aan [X] van de trechter en de trilgoot een winst is gerealiseerd van € 7.250,00. Seagull erkent (in haar memorie van antwoord) dat Nustaal recht heeft op de helft daarvan.
6.26.
Seagull betwist wel gehouden te zijn daarnaast nog een bedrag van € 1.000,00 als door Nustaal gemaakte kosten van de trechter en de trilgoot te betalen. Seagull betwist dat Nustaal dat bedrag als kostprijs had geïnvesteerd in de trechter en trilgoot. Seagull stelt (reeds in haar dagvaarding) zelf de trechter en trilgoot te hebben ingekocht voor een kostprijs van € 1.000,00.
6.27.
Het hof is van oordeel dat Nustaal haar stelling dat zij ook recht heeft op € 1.000,00 als vergoeding voor haar kosten onvoldoende heeft onderbouwd. Nustaal borduurt – naar het hof begrijpt – met deze stelling voort op haar stelling dat de trilgoot en de trechter een onderdeel vormde van een door haar gebouwde machine. Zoals hiervoor reeds is toegelicht is het hof van oordeel dat Nustaal deze stelling niet van een voldoende onderbouwing heeft voorzien. Gelet daarop moet het in rechte ervoor worden gehouden – als overigens verder niet betwist – dat Seagull de trechter en de trilgoot heeft ingekocht voor € 1.000,00.
6.28.
Toewijsbaar is derhalve een bedrag van € 3.625,00. Grief 4 slaagt in zoverre.
6.29.
De conclusie is dat in hoger beroep alsnog een bedrag van € 2.237,50, alsmede een bedrag van € 3.625,00 van hetgeen door Nustaal in eerste aanleg is gevorderd toewijsbaar is. In totaal betreft dit een bedrag van € 5.862,50.
6.30.
In eerste aanleg heeft Nustaal zich als verweer in conventie erop beroepen dat voormelde bedragen dienen te worden verrekend met de vordering van Seagull. Voor zover tussen Nustaal en Seagull over en weer sprake is van een schuld en een vordering (hetgeen het geval is voor het hiervoor genoemde bedrag van € 5.862,50, beroept Nustaal zich terecht op verrekening daarvan. Het hof zal het door de rechtbank in het dictum toegewezen bedrag (in conventie) van € 31.765,57 met € 5.862,50 verminderen tot een bedrag van € 25.903,07.
6.31.
Het hof zal overeenkomstig het bedrag van € 30.684,57 waarover de rechtbank de wettelijke handelsrente heeft toegewezen per 18 maart 2019, verminderen met het bedrag van € 5.862,50 tot een bedrag van € 24.822,07.
6.32.
De aanspraak van Nustaal op wettelijke rente behoeft geen verdere beoordeling. De vordering van Nustaal – voor zover die in hoger beroep alsnog toewijsbaar is geoordeeld – moet immers geacht worden door verrekening te zijn voldaan door Seagull per datum van de factuur van 20 juni 2018, zijnde de datum waarop Nustaal zich heeft beroepen op verrekening. Nustaal vordert de wettelijke handelsrente per ingang van een latere datum. De vordering van Nustaal – voor zover die toewijsbaar is geoordeeld – was toen evenwel reeds door verrekening tenietgegaan.
6.33.
Aangezien de vordering van Nustaal op Seagull – voor zover toewijsbaar geoordeeld – per datum factuur, zijnde 20 juni 2018 geacht moet worden te zijn voldaan, wijst het hof ook de aanspraak van Nustaal op vergoeding van buitengerechtelijke kosten af. Immers, de door Nustaal gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn reeds niet toewijsbaar omdat zij moeten worden geacht te zijn gemaakt voor het gedeelte van de vordering van Nustaal dat het hof niet toewijsbaar heeft geoordeeld. Het gedeelte dat toewijsbaar is geoordeeld heeft Nustaal immers direct door verrekening kunnen ‘incasseren’ van Seagull.
6.34.
Nustaal vordert in hoger beroep tot slot de veroordeling van Seagull tot terugbetaling van hetgeen zij reeds heeft betaald aan Seagull, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, zonder evenwel te specificeren welk bedrag zij wanneer aan Seagull ter voldoening aan het bestreden vonnis heeft voldaan. Gelet daarop kan het hof ook niet vaststellen in hoeverre Nutaal reeds een hoger bedrag heeft voldaan aan Seagull dan zij op grond van het bestreden vonnis en na het wijzen van dit arrest aan Seagull verschuldigd is. Bij die stand van zaken kan het hof ook niet vaststellen of en in hoeverre Nustaal een vordering heeft tot (terug)betaling voor hetgeen teveel is betaald.
6.35.
Nustaal vordert in hoger beroep verder nog dat de huurvordering van Seagull wordt afgewezen.
6.36.
Het hof stelt vast dat – met instemming van beide partijen – dit gedeelte van de vordering van Seagull ter verdere behandeling is verwezen naar de kantonrechter. In zoverre vormt de huurvordering van Seagull geen onderdeel meer van dit geschil. Dat Seagull wel inhoudelijk is ingegaan op hetgeen Nustaal in hoger beroep heeft aangevoerd ter zake deze huurvordering maakt dit niet anders. Het hof is van oordeel dat uit hetgeen partijen hebben aangevoerd niet valt op te maken dat zij op dit punt een overeenkomst hebben gesloten als bedoeld in art. 329 Rv. De vraag in hoeverre dat al mogelijk zou zijn, gelet op de omstandigheid dat de zaak reeds aanhangig is bij de kantonrechter, behoeft dan ook geen behandeling.
de proceskosten in eerste aanleg
6.37.
Nustaal is in eerste aanleg veroordeeld in de kosten, zowel in conventie als in reconventie. Het slagen van grief 3 en 4 heeft tot gevolg dat het hof (ambtshalve) opnieuw heeft te oordelen over de kosten van het geding in eerste aanleg. Het hof stelt vast dat slechts een gedeelte (minder dan de helft) van de door Nustaal in haar factuur van 20 juni 2018 genoemde posten wordt toegewezen. Nustaal heeft zich op de verschuldigdheid van deze factuur beroepen zowel bij haar beroep op verrekening, als verweer in conventie, als ter onderbouwing van haar vordering in reconventie. Gelet op de samenhang tussen beide en de omstandigheid dat uiteindelijk wel enige posten (ten minste gedeeltelijk) toewijsbaar zijn geoordeeld zal het hof – opnieuw rechtdoende – de proceskosten in eerste aanleg
in reconventiecompenseren, in de zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
de proceskosten in hoger beroep
6.38.
Gelet op de omstandigheid dat slechts een deel van de grieven van Nustaal slaagt en in zoverre in hoger beroep ieder voor een gedeelte als de in het ongelijk gelijk gestelde partij kan worden beschouwd, zal het hof de proceskosten ook in hoger beroep compenseren, in de zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

7.De beslissing

Het hof:
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam van 25 maart 2020 voor zover daarin is geoordeeld:
in conventie
5.1
veroordeelt Nustaal om aan Seagull te betalen een bedrag van € 31.765,57 (zegge: eenendertigduizend zevenhonderdvijfenzestig euro en zevenenvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 18 maart 2019 tot aan de dag der voldoening, over € 30.684,57;”
en
in reconventie
(…)
5.9.
veroordeelt Nustaal in de proceskosten, aan de zijde van Seagull tot op heden begroot op € 230,50, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis;”
en
in zoverre opnieuw recht doende:
  • veroordeelt (in conventie) Nustaal om aan Seagull te betalen een bedrag van € 25.903,07 (zegge: vijfentwintigduizend negenhonderdendrie euro en zeven cent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 18 maart 2019 tot aan de dag der voldoening, over € 24.822,07;
  • compenseert (in reconventie) de proceskosten tussen partijen (gevallen in reconventie), in de zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt,
  • bekrachtigt de tussen partijen gewezen vonnissen van de rechtbank Rotterdam van 15 januari 2020 en 25 maart 2020 voor het overige,
  • compenseert de proceskosten in hoger beroep, in de zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt,
  • verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.J.P. Schild, C. W.M. Lieverse en M.M. Olthof, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 mei 2022 in aanwezigheid van de griffier.