Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beloning voor aanvangswerkzaamheden van de opvolgend bewindvoerder, Verkerk & Vos. De rechtbank had eerder bepaald dat aan Verkerk & Vos geen beloning toekwam voor deze werkzaamheden, wat leidde tot het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter in de bestreden beschikking onbedoeld de uitspraakdatum niet had aangepast, waardoor het hoger beroep tijdig was ingediend. Het hof oordeelde dat de noodzaak tot bedrijfsbeëindiging door de ontslagen bewindvoerder om medische redenen geen uitzonderlijke omstandigheid vormde die afweek van de forfaitaire beloning zoals vastgelegd in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vastgesteld op € 559,-. Tevens zijn de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.