ECLI:NL:GHDHA:2022:788

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2022
Publicatiedatum
11 mei 2022
Zaaknummer
2200213220
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens valse bommelding met verwerping beroep op psychische overmacht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte is veroordeeld voor het doen van een valse bommelding op 26 januari 2019 bij het Worldhotel Wings in Rotterdam. De verdachte had telefonisch gemeld dat er bommen waren geplaatst in het hotel, wat leidde tot de ontruiming van het hotel en de afgelasting van een evenement, de Black Fashion Week. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 200 uren. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het vonnis zou worden bevestigd, maar met een lagere straf. Het hof heeft echter geoordeeld dat de eerdere straf passend was en heeft de vordering van de benadeelde partij, Worldhotel Wings, toegewezen. Het hof heeft het beroep op psychische overmacht van de verdachte verworpen, omdat het alternatieve scenario dat door de verdediging werd aangevoerd niet aannemelijk was. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 200 uren, en moet een schadevergoeding van € 10.564,37 betalen aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002132-20
Parketnummer: 10-017725-20
Datum uitspraak: 25 april 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 4 augustus 2020 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
BRP-adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem tenlastegelegde veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd voor de duur van 2 jaren en tot een taakstraf voor de duur van 200 uren. Voorts is een beslissing genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld en zijn schriftelijk grieven ingediend.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 26 januari 2019 te Rotterdam, althans in Nederland, gegevens heeft doorgegeven, met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig was, waardoor een ontploffing kon worden teweeggebracht, door Worldhotel Wings te Rotterdam op te bellen en/of (vervolgens) tegen een medewerker ([medewerker]) van dit hotel te zeggen:
- " Event van vanavond die gaat plaatsvinden bij jullie hotel heet gewoon Black Fashion Week, mag niet georganiseerd worden, want de Black Fashion Week noemen voor Afrikaanse mensen geen black mog genoemd worden. Dus hebben ze twee bommen geplaatst in de ruimte waar die gewoon plaatsvinden en die gaat over een exact een uur wordt geactiveerd worden" en/of
- " In de zaal waar evenement gewoon plaatsvinden, zijn twee bommen, over een uurtje gaat gewoon ontploffen, wordt geactiveerd met gewoon gsm telefoon and that's it" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met uitzondering van de strafoplegging en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren en tot een taakstraf voor de duur van 160 uren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks26 januari 2019 te Rotterdam,
althans in Nederland,gegevens heeft doorgegeven, met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig was, waardoor een ontploffing kon worden teweeggebracht, door Worldhotel Wings te Rotterdam op te bellen en
/of (vervolgens
)tegen een medewerker ([medewerker]) van dit hotel te zeggen:
- " Event van vanavond die gaat plaatsvinden bij jullie hotel heet gewoon Black Fashion Week, mag niet georganiseerd worden, want de Black Fashion Week noemen voor Afrikaanse mensen geen black m
ag genoemd worden. Dus hebben ze twee bommen geplaatst in de ruimte waar die gewoon plaatsvinden en die gaat over een exact een uur wordt geactiveerd worden" en
/of
- " In de zaal waar evenement gewoon plaatsvinden, zijn twee bommen, over een uurtje gaat gewoon ontploffen, wordt geactiveerd met gewoon gsm telefoon and that's it"
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
gegevens doorgeven met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig is waardoor een ontploffing kan worden teweeggebracht.
Strafbaarheid van de verdachte
Gevoerd verweer
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting – overeenkomstig zijn overgelegde pleitaantekeningen – op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, nu hem een succesvol beroep op psychische overmacht toekomt. De verdediging heeft daartoe een alternatief scenario aangevoerd, inhoudende – kort gezegd – dat de verdachte in een hotelkamer onder bedreiging van twee mannen, waarvan één met een vuurwapen, is gedwongen tot het doen van de bommelding.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt vast dat de verdachte gefragmenteerd en inconsistent heeft verklaard over bedreigingen die zouden hebben plaatsgevonden. Hij heeft tijdens het initiële politieverhoor slechts verklaard over bedreigingen aan zijn adres in de periode voorafgaand aan de bommelding. Pas geruime tijd later, tijdens het tweede politieverhoor en na confrontatie met bevindingen uit het rechercheonderzoek, verklaart de verdachte over een bedreiging in de hotelkamer door de twee mannen met een vuurwapen. De bedreigingen in de dagen voorafgaand aan de bommelding lijken steun te vinden in de verklaring van [getuige], de vriendin van de verdachte, maar zij verklaart, anders dan hetgeen de verdachte daarover heeft verklaard, over een (dreig)brief die is samengesteld uit plakletters.
Voor wat betreft de bedreiging in de hotelkamer bevindt zich geen enkele steun in het dossier, afkomstig van een andere bron dan de verdachte.
Weliswaar blijkt uit de bandopname van de bommelding dat de verdachte zegt dat hij de bommelding moet voorlezen terwijl hij onder schot wordt gehouden, maar uit het vergelijkend spraakonderzoek van het NFI blijkt dat de melding niet lijkt op het voorlezen van een vooraf opgestelde tekst. Er is sprake van niet goedlopende zinnen en er worden ongebruikelijke stopwoorden gebruikt die doorgaans in spontaan gesproken tekst worden gebruikt. Op dit punt heeft de verdachte ook inconsistent verklaard waar hij eerst verklaart dat hij ‘een brief moest voorlezen en dat toen heeft gedaan’, en later – wederom geconfronteerd met de bevindingen van het onderzoek – meedeelt dat hij de brief ‘eerst heeft gelezen en toen heeft naverteld’. Ook ten aanzien van het intoetsen van het nummer van de receptie heeft de verdachte wisselend verklaard bij de politie en tijdens de zitting in eerste aanleg. Dit alles brengt het hof tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat er bedreigingen voorafgaand aan de bommelding, of bedreigingen tijdens het doen van de bommelding hebben plaatsgevonden.
Nu de feiten die de verdediging ten grondslag heeft gelegd aan het beroep op psychische overmacht niet aannemelijk zijn geworden, verwerpt het hof het verweer.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft telefonisch bij de receptie van een hotel waar op dat moment een evenement plaatsvond met veel genodigden, een valse bommelding gedaan. Door de melding is het Wings Hotel door de Marechaussee ontruimd en is het evenement, de Black Fashion Week, afgelast. Dergelijke bommeldingen verstoren in ernstige mate de rechtsorde en leiden tot maatschappelijke onrust. Zoals ook de politierechter heeft overwogen zijn meerdere eenheden van de Koninklijke Marechaussee en de Explosieven Opruimingsdienst geruime tijd ingezet als gevolg van de door de verdachte gecreëerde onveilige situatie. Door valse bommeldingen wordt goed functioneren van de hulpdiensten ernstig belemmerd. Dit moet de verdachte flink worden aangerekend.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
29 maart 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder, zij het geruime tijd geleden, onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Anders dan de advocaat-generaal ziet het hof geen aanleiding om af te wijken van de straf zoals deze in eerste aanleg door de politierechter is opgelegd. Het hof is derhalve - alles afwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden in combinatie met een geheel onvoorwaardelijke taakstraf door de duur van 200 uren een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding Worldhotel Wings
In het onderhavige strafproces heeft Worldhotel Wings zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, welke vordering ter terechtzitting in eerste aanleg is gematigd tot een bedrag van € 10.564,37. Daarnaast is vergoeding van de proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep gevorderd ter hoogte van € 7.061,49.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit ter terechtzitting in eerste aanleg gematigde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag, alsmede de proceskosten.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, alsmede tot toewijzing van de proceskosten.
De vordering van de benadeelde partij is door de verdachte gedeeltelijk betwist.
Ondanks de gedeeltelijke betwisting heeft de benadeelde partij naar het oordeel van het hof aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
Proceskosten
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt.
Het hof zal voor de kosten rechtsbijstand aansluiting zoeken bij het in civiele zaken geldende liquidatietarief in kantonzaken. Het hof gaat uit van 3 punten: 2 punten in eerste aanleg, waarvan 1 punt voor het indienen van de vordering en 1 punt voor het verschijnen ter terechtzitting in eerste aanleg, ad – op grond van het toen geldende liquidatietarief - € 360,00 per punt en 1 punt in hoger beroep, voor de aanwezigheid bij de inhoudelijke zitting) ad € 373,000.
De totale rechtsbijstandskosten worden, gelet op voorgaande, begroot op € 1.093,00. Voorts zal het hof de verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Worldhotel Wings
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 10.564,37 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer Worldhotel Wings.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 63 en 142a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Worldhotel Wings ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 10.564,37 (tienduizend vijfhonderdvierenzestig euro en zevenendertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 1.093,00 (duizend drieënnegentig euro).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Worldhotel Wings, ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 10.564,37 (tienduizend vijfhonderdvierenzestig euro en zevenendertig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 87 (zevenentachtig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
26 januari 2019.
Dit arrest is gewezen door mr. J.A.M.J. Janssen-Timmermans, mr. A. de Lange en mr. G. Knobbout, in bijzijn van de griffier mr. C. Rietdijk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 april 2022.
Mr. J.A.M.J. Janssen-Timmermans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.