Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 3 mei 2022
Chemcom Industries B.V.,
Aegon Levensverzekeringen N.V.,
Waar de zaak over gaat
De processtappen
De feiten
"Aanwending van het toeslagendepot
"
wordt nagekomen tenzij u en wij overeenkomen daarvan af te wijken. (…)
herrekende saldo volgt CCI thans bet standpunt van Aegon dat een eenmalige aanwending van het totale toeslagdepot door middel van een slotindexatie zoals op 26 juni 2015 overeengekomen in het principeakkoord tussen CCI en FNV fiscaal niet haalbaar is.
"Uitgangssituatie
.Bij e-mail van 11 december 2017 verzocht LCP, de pensioenadviseur van CCI, het voorstel aan te passen tot een voorstel dat betrekking heeft op alle deelnemers.
"De toeslagverlening heeft betrekking op de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten van de (gewezen) en arbeidsongeschikte deelnemers alsmede de pensioengerechtigden."en
"De koopsommen zullen worden gefinancierd uit het aanwezige saldo van het toeslagendepot."
"Uitvoeringsovereenkomst
heeft(CCI, hof)
gevraagd of AEGON bereid zou zijn met CCI een overeenkomst te sluiten waarbij AEGON zich verplicht conform artikel 15 van het Pensioenreglement aan indexatiegerechtigden over 2016, 2017 en volgende jaren toeslagen te verlenen aan de hand van de CP1 zolang de depotsaldi (…) daartoe toereikend zijn. Bij brief van 23 oktober 2017 heeft AEGON aan (CCI - hof) bericht daartoe bereid te zijn. Bij brief van 25 mei 2018 heeft AEGON aan CCI een voorstel gedaan tot toeslagverlening op de premievrije pensioenaanspraken en pensioenrechten van de (gewezen) en arbeidsongeschikte deelnemers alsmede de pensioengerechtigden van CCI per I januari 2016, 2017, 2018 en komende jaren. Bij brief van 28 mei 2018 heeft CCI aan AEGON bericht akkoord te zijn met dat voorstel. Aldus is door aanbod en aanvaarding tussen CCI en AEGON een overeenkomst tot stand gekomen, hierna te noemen: de '‘Overeenkomst”.
overleg met elkaar gevoerd.
De vordering van CCI en de beslissing van de kantonrechter
De vordering van CCI en het verweer van Aegon in hoger beroep
Beoordeling van het hoger beroep
"Gaat u akkoord met dit voorstel? Ondertekent u dan de akkoordverklaring (…) en stuurt u deze brief (…)"), dat door CCI op 28 mei 2018 is aanvaard. Het aanbod hield blijkens de duidelijke bewoordingen ervan en het feit dat het om een herhaling van het aanbod van 26 januari 2018 ging, in ieder geval in dat Aegon per 1 januari 2016 en 1 januari 2017 toeslag zal verlenen aan alle indexatiegerechtigden gefinancierd uit het aanwezige saldo van het Toeslagendepot. Het betreft dus niet een niet op rechtsgevolg gerichte mededeling van feitelijke aard of een feitelijke handeling zoals Aegon heeft aangegeven. Evenmin kan Aegon – gelet op het bepaalde onder het kopje "financiering koopsommen" – worden gevolgd in haar stelling dat het aanbod in de brief van 25 mei 2008 (zo er al van een aanbod sprake zou zijn) alleen betrekking heeft op de berekende koopsommen en niet op de wijze van financiering daarvan. Dit aanbod is door CCI bij brief van 28 mei 2008 aanvaard. Het in die brief gemaakte voorbehoud ten aanzien van de saldi van de depots "ten einde toekomstige misverstanden te voorkomen" doet daaraan niet af. Aegon heeft verder niets gesteld op basis waarvan CCI in redelijkheid heeft moeten begrijpen dat het voorstel tot het (mede)indexeren van de aanspraken van de actieven per 1 januari 2016 en 1 januari 2017 ten laste van het Toeslagendepot niet overeenstemde met haar wil. Dit geldt te meer omdat het voorstel van 25 mei 2015 een herhaald voorstel was tot indexatie voor alle indexatiegerechtigden uit het Toeslagendepot, dat was uitgebracht omdat de geldigheidsduur van een eerdere soortgelijke voorstel van 26 januari 2018 was verlopen. Dit betekent dat door aanbod op 25 mei 2018 en aanvaarding op 28 mei 2018 een overeenkomst (de Overeenkomst) tot stand is gekomen.
Beslissing
- beveelt Aegon per 1 januari 2016 en 1 januari 2017 uit het Toeslagendepot op de pensioenrechten en de pensioenaanspraken van zowel alle niet-actieven als alle actieven toeslag te verlenen gelijk aan het percentage waarmee het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens) is gestegen over de periode oktober van het voorafgaande kalenderjaar ten opzichte van oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar;
- compenseert de proceskosten in eerste aanleg in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
- bekrachtigt het vonnis voor het overige;
- compenseert de proceskosten in hoger beroep in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
- verklaart bovenstaand bevel uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het anders of meer gevorderde.