Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Allianz Benelux N.V.,
1.Waar deze zaak over gaat
2.Het verloop van het geding
3.Inleiding
- i) Técédé Holding B.V. (hierna: Técédé) en Central Mudplant and Fluid Services B.V. (hierna: CMF) hebben aan [Aannemer] B.V., destijds nog geheten [Aannemer] B.V. (hierna: [Aannemer] ) opdracht gegeven werkzaamheden uit te voeren aan een loods. De bedoeling was dat het dak van de loods zou worden verhoogd, zodat er kiepwagens naar binnen zouden kunnen rijden. [Aannemer] had op haar beurt een onderaannemer, Constructiebedrijf [onderaannemer] B.V. (hierna: [onderaannemer] ), ingeschakeld om de benodigde laswerkzaamheden uit te voeren.
- ii) Op 7 november 2012 is er brand uitgebroken in de desbetreffende loods. Tijdens de laswerkzaamheden van [onderaannemer] zijn er vonken vrijgekomen waardoor brand is ontstaan in een opslagcontainer met brandbare materialen die in de loods stond. Als gevolg van de brand is een deel van de loods beschadigd geraakt.
- iii) [Aannemer] beschikte over een AVB-verzekering bij Allianz c.s. (een ‘Bouwend Nederland B&U aansprakelijkheidsverzekering’) en CAR-verzekering bij HDI (een ‘Bouwend Nederland B&U constructieverzekering). Beide verzekeringen waren afgesloten door bemiddeling van AON Risk Solutions (hierna: AON). Allianz was en is leidend verzekeraar op de AVB-verzekering; Reaal de (enige) andere verzekeraar.
- iv) Direct na de brand heeft AON aan Lengkeek Expertises (hierna: Lengkeek) opdracht gegeven de brand te onderzoeken. Op 9 november 2012 heeft Lengkeek een ‘Preliminary Survey Report I’ uitgebracht. Daarin staat onder meer het volgende:
- v) Técédé en CMF waren tegen de gevolgen verzekerd onder een door hen afgesloten brand- en bedrijfsschadeverzekering. Het risico werd gedragen door acht verzekeraars, waarvan HDI de leidende verzekeraar was. Deze verzekering heeft een bedrag € 430.000,- aan Técédé en CMF uitgekeerd (exclusief rente en kosten).
- vi) HDI heeft zich als leidende brandverzekeraar gewend tot AVB-verzekeraar Allianz c.s. teneinde regres te nemen.
- vii) Allianz c.s. heeft zich tegenover AON op het standpunt gesteld dat er sprake was van samenloop van de AVB-verzekering en de CAR-verzekering van [Aannemer] . Bij brief van 22 juni 2015 heeft de toenmalige advocaat van Allianz c.s. aan AON gevraagd toe te zeggen dat de CAR-verzekeraar (waarvan de identiteit op dat moment nog niet bij Allianz c.s. bekend was) een deel van de schade voor zijn rekening zou nemen. Die toezegging is niet gedaan.
- viii) Eind 2015 hebben CMF, Técédé, [Aannemer] , Allianz en HDI een vaststellingsovereenkomst gesloten op grond waarvan Allianz c.s. op 16 november 2015 een bedrag van € 250.000,- aan HDI heeft betaald. In deze overeenkomst hebben de contractspartijen elkaar over en weer finale kwijting verleend en over en weer afstand van recht gedaan.
4.Beoordeling van het hoger beroep
Central Mudplant and Fluid Services B.V.(…)
TéCéDé Holding B.V.(…)
[Aannemer] B.V.(…)
Allianz Benelux N.V.,tevens handelende onder de naam Allianz Nederland Schadeverzekering (…), te dezen mede handelende als leidende verzekeraar op de AVB polis (…) en uit dien hoofde tevens handelende namens de volgende verzekeraar(s) op die polis; en
HDI-Gerling Verzekeringen N.V.,(…) te dezen mede handelende als leidende verzekeraar op de brand- bedrijfsschadepolis (…) en uit dien hoofde tevens handelende namens de volgende verzekeraar(s) op die polis;
underwriting agentvoor de CAR-verzekering ten behoeve van HDI. HDI was bij die correspondentie niet betrokken en was niet van de inhoud daarvan op de hoogte. De uitlatingen van NCIS kunnen ook niet aan haar worden toegerekend. Allianz c.s. wist ten tijde van het ondertekenen van de VSO niet dat HDI de CAR-verzekeraar van [Aannemer] was. Zij heeft niettemin willens en wetens het risico genomen dat HDI (of een van de andere bij de VSO betrokken brandverzekeraars) de CAR-verzekeraar van [Aannemer] kon zijn, toen zij de VSO ondertekende waarin zij jegens (onder meer) HDI afstand van recht deed, óók ter zake van nog niet bekende aanspraken – aldus, steeds, HDI.
dat wil zeggen: de onderhavige samenloopclaim, hof)as follows.
dezepartijen op elkaar “verband houdend met, of voortvloeiende uit de brand van 7 november 2012”. Het hof acht op grond hiervan aannemelijk dat de VSO geen betrekking heeft op Allianz’ vordering op de CAR-verzekeraar. Daarbij is van belang dat ten tijde van het sluiten van de VSO er nog geen geschil tussen Allianz c.s. en HDI bestond over de samenloop; Allianz had enkel aan NCIS laten weten dat zij een vordering meende te hebben op de (op dat moment voor haar nog onbekende) CAR-verzekering. Het geschil over de samenloop van de AVB-verzekering en de CAR-verzekering vormde dan ook geen onderdeel van (de onderhandelingen over) de VSO.
1.Omschrijving van de verzekerde objecten
2.Omschrijving van de dekking
9.Omschrijving van de dekking
Preliminary Survey Reportopgemaakt ter zake van de schade (zie hiervoor onder rov. 3.2 onder (iv)). Daarin staat het volgende:
CIRCUMSTANCES
ATURE AND EXTENT OF DAMAGE
[Aannemer] , hof). Those costs form part of the claim submitted.
[Aannemer] , hof) stated to us that he suffered no damage to his own work (section I).”
€ 53.250,00
- Aandeel Allianz: € 269.982,04 / € 536.964,08 x € 271.482,04 = € 135.992,88
- Aandeel HDI: € 268.982,04 / € 536.964,08 x € 271.482,04 = € 135.489,16