Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
3.Feiten
Voor Vialis (…) bent u als Werkvoorbereider verantwoordelijk voor het opzetten van een kwalitatief werkvoorbereidingssysteem, met de maximale duur van één jaar, uiterlijk tot 3 februari 2021.”. [verzoeker] had laatstelijk een salaris van € 3.700,- bruto per maand, exclusief vakantiebijslag, op basis van een werkweek van 40 uur.
De oorspronkelijke afspraak stond op 26-02-2020 ingepland, ik had een verzoek bij de werkgever neergelegd om de afspraak na de 26ste in te plannen. De werkgever geeft aan dat dit niet mogelijk is en begon mij de les te lezen. Wat is hierin wettelijk vastgesteld.
Daarnaast heb je mij een aantal emailberichten gestuurd waarin jij mij onder meer verwijt dat ik je de les lees, dat mijn toon je niet aanstaat en je hebt mij schreeuwend opgebeld en de hoorn op de haak gegooid. Ik vind dit een bijzonder onaangename manier van doen en vraag je hiermee op te houden.”
Wilt u tevens in mijn personeelsdossier vermelden dat de beslaglegging van DPA ook gedeeld is met andere collega’s dan u. Er staat duidelijk in de brief vermeld vertrouwelijk. Speel geen vieze spelletjes meer met mij. (…)”.
Ik adviseer de werkgever en werknemer in gesprek te gaan om samen tot een oplossing te komen. Ik acht meneer [verzoeker] medische gezien in staat tot een dergelijk gesprek. Indien er na dit gesprek nog niet tot een oplossing is gekomen, dan is het verstandig om daarbij een externe partij te betrekken die de werkgever en werknemer beiden in vertrouwen hebben. (…) Ik verwacht dat meneer [verzoeker] met 2-4 weken weer kan hervatten met de re-integratieopbouw in werk, beginnende met 3 dagen van 3 uur. Bouw vervolgens in goed overleg elke week verder op zoals eerder gegeven advies. Wanneer werkgever en werknemer niet in overeenstemming komen met betrekking tot dit advies adviseer ik een deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV.”
Jij gaat kapot.”
Dit is mijn reactie op je kut bericht tijdens mijn ziekte. Ik ben woedend denk je macht op mij ui te oefenen idioot.”
In de tweede op 18 juni 2020 om 14:30 uur aangevangen en ca.10/15 minuten durende mediationbijeenkomst bij Resultmediation – waarbij zowel u, de mediator als de heer [directeur] van Fieldwork aanwezig waren - heeft u zich (ernstig) misdragen, waarbij u zowel de heer [directeur] en/of de mediator (op ernstige wijze) heeft bedreigt. U bent vrij kort na aanvang van de mediation gaan schreeuwen. U is verzocht om daarmee op te houden . U heeft daarbij in de richting van de heer [directeur] aangegeven dat u hem “weet te vinden” en/of woorden van gelijke aard en/of (bedreigende) strekking. Ook heeft u na de afsluiting van de mediation de heer [directeur] een Whatsapp bericht gestuurd met de tekst:” jij gaat kapot”. Dergelijke (ernstig) bedreigende bewoordingen jegens een werkgever zijn volstrekt onacceptabel.
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Beoordeling
jij gaat kapot”, even later gevolgd door een WhatsApp-bericht met de tekst: “
Dit is mijn reactie op je kut bericht tijdens mijn ziekte. Ik ben woedend denk je macht op mij ui te oefenen idioot.”. In zijn e-mail van 18 juni 2020, verstuurd kort na het ontslag op staande voet, heeft [verzoeker] erkend dat hij heeft geschreeuwd, boos is geworden en het gesprek heeft beëindigd. Ook heeft hij daarin vermeld dat [directeur] zich duidelijk bedreigd heeft gevoeld, al benoemt [verzoeker] daarvoor een andere reden. [directeur] heeft het bericht van [verzoeker] (“
jij gaat kapot”) gelet op de setting van de mediation, de boosheid en/of de fysieke agressiviteit van [verzoeker] , de gemaakte opmerkingen en het afbreken van het gesprek als dreigend ervaren. In de ontslagbrief is nadrukkelijk aangeduid dat het niet (enkel) gaat om cumulatieve gronden, maar dat zowel de gedragingen en/of het handelen afzonderlijk bezien als tezamen beoordeeld, en zowel tezamen met als los van de eerdere incidenten, een dringende reden vormt. Daarom vormt de toevoeging “
jij gaat kapot”een voldoende dringende reden voor ontslag op staande voet, aldus Fieldwork.
jij gaat kapot”uit emotie heeft gestuurd en dat hij daarmee bedoelde te zeggen dat hij Fieldwork financieel kapot wenste te maken. Het hof maakt hieruit op dat [verzoeker] daarmee heeft willen uitleggen dat het bericht niet dreigend jegens [directeur] was bedoeld.
jij gaat kapot”in redelijkheid kunnen en mogen opvatten als een dergelijke ernstige bedreiging. Daarbij acht het hof met name van belang dat de arbeidsverhouding tussen partijen al geruime tijd verstoord was doordat [verzoeker] geen gehoor gaf aan de oproepen van Fieldwork om mee te werken aan zijn re-integratie en Fieldwork de loonbetaling had stopgezet, dat [verzoeker] [directeur] eerder zowel mondeling als in e-mails herhaaldelijk onaangenaam had bejegend, dat [verzoeker] tijdens het tweede mediationgesprek erg boos is geweest, tegen [directeur] en/of de mediator heeft geschreeuwd en dat het gesprek al na korte tijd is beëindigd. Bovendien blijkt uit het bericht dat [verzoeker] ruim een uur later aan [directeur] heeft gestuurd (“
Dit is mijn reactie op je kut bericht tijdens mijn ziekte. Ik ben woedend denk je macht op mij ui te oefenen idioot.”) dat hij geen afstand nam van zijn eerdere bericht en dat [verzoeker] zich op dat moment wederom ongepast en beledigend uitliet. [directeur] heeft het eerste bericht dan ook om begrijpelijke redenen kunnen en mogen opvatten als een ernstige bedreiging. Tussen partijen is ten slotte niet in geding dat [directeur] enkele dagen later aangifte bij de politie heeft gedaan van bedreiging door [verzoeker] , waaruit valt af te leiden dat hij zich ook daadwerkelijk bedreigd heeft gevoeld. Dat [verzoeker] zich naderhand op het standpunt heeft gesteld dat het bericht niet als een bedreiging was bedoeld, legt voor het hof weinig gewicht in de schaal.