Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- de dagvaarding in hoger beroep van 3 februari 2021;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties.
3.Feitelijke achtergrond
(…), hierna te noemen de “Schuldenaar” (…) een krediet in rekening-courant heeft verstrekt of zal verstrekken tot maximaal een bedrag groot EUR 50.000 (…) te vermeerderen met wettelijke rente en kosten;
4.Vordering en de beslissing van de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep en bezwaren tegen het vonnis
6.Beoordeling door het hof
Particuliere borgtocht
haar papieren haalde”(om alcohol te schenken in de lunchroom). Het hof kan daaruit geenszins afleiden dat [geïntimeerde] als zakelijke borg moet worden aangemerkt. Dat valt evenmin af te leiden uit de e-mail van 1 november 2019 van [geïntimeerde] aan [medewerker Atlantis]. In die e-mail verwijst [geïntimeerde] slechts naar een excel bestand met de horecaomzet, waarbij zij nog opmerkt dat zij geen toegang heeft tot de bankoverzichten.
Ik wens jou, [geïntimeerde], nog uitdrukkelijk te wijzen op de verplichtingen die jij door ondertekening van deze borgtocht aan ons hebt. Dat wil - kort - zeggen dat wanneer een van de contractanten in onze (krediet)overeenkomst verzuimt afspraken na te komen, wij het recht hebben onze vordering op jou persoonlijk te verhalen. Dit kan dus ook betekenen dat wij op dat moment beslagen leggen op je banktegoeden, roerende en/of onroerende zaken en eventuele overige vermogensbestanddelen.”
“tot maximaal een bedrag groot € 50.000”en niet naar het die dag aan TPCZ te verlenen maximale krediet van het veel hogere bedrag van € 120.000,-, waarvoor [geïntimeerde] zich borg stelde. Daarbij komt dat in de aanhef onder C is vermeld dat de borgstelling in het belang van [geïntimeerde] was omdat zij “
(indirect) hoofdaandeelhouder en/of bestuurder is van de schuldenaar en uit dien hoofde gebaat is bij de kredietverschaffing aan de Schuldenaar”(zie onder 3.11). Dit door Atlantis aan [geïntimeerde] voorgehouden belang is misplaatst, omdat [geïntimeerde] geen aandeelhouder was en op dat moment ook geen bestuurder van TPCZ was. Zij heeft zich pas later met terugwerkende kracht als bestuurder laten inschrijven, uitsluitend omdat Atlantis dat wilde, zoals hiervoor al is overwogen.
.Deze mail is niet in kopie aan [geïntimeerde] toegezonden. Zoals [geïntimeerde] heeft aangevoerd en Atlantis niet (voldoende gemotiveerd) heeft bestreden, had Atlantis bovendien zicht op de financiële situatie bij TPCZ omdat de debiteurenportefeuille aan haar was verpand c.q. gecedeerd.