Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte]
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2014 tot en met 8 oktober 2016 te Den Haag, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, verzekeringsmaatschappij "[verzekeringsmaatschappij]" heeft bewogen tot de afgifte van een (of meer) geldbedrag(en) van in totaal 98.480,90 euro, in elk geval van enig goed, te weten de uitkering van (een) schadebedrag(en), immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de genoemde periode met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2014 tot en met 8 oktober 2016, te Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (meermalen)
- Artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv): strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
- Artikel 132a Sv: onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
- Artikel 141 en 142 Sv: sommen limitatief op welke ambtenaren met de opsporing zijn belast.
- Artikel 167, eerste lid, Sv: indien naar aanleiding van het ingestelde opsporingsonderzoek het Openbaar Ministerie van oordeel is dat vervolging moet plaats hebben, gaat het daartoe zo spoedig mogelijk over.