ECLI:NL:GHDHA:2022:455
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot schuldsanering in hoger beroep met betrekking tot goede trouw van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door [appellante]. De rechtbank Rotterdam had eerder, op 28 januari 2022, het verzoek afgewezen, omdat niet aannemelijk was dat [appellante] te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van haar schulden. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellante] te goeder trouw is geweest bij het ontstaan van haar huurachterstand, omdat deze niet of slechts in beperkte mate aan haar kan worden aangerekend. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de verklaring van een neuroloog die aangaf dat [appellante] lijdt aan een hersentumor, wat haar gedrag en financiële inzicht beïnvloedt. De beschermingsbewindvoerder bevestigde dat [appellante] geen begrip heeft van haar financiën en dat zij onder beschermingsbewind staat. Het hof heeft geconcludeerd dat [appellante] voldoende inspanningen heeft geleverd om haar schulden te voldoen en dat er geen reden is om aan te nemen dat zij niet zal voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken.