Uitspraak
Uitspraak van 17 februari 2022
[X] te [Z] , belanghebbende,
Overwegingen
Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank; en
- veroordeelt belanghebbende in de proceskosten van de Invorderingsambtenaar tot een bedrag van € 15,60.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep van belanghebbende, [X] te [Z], tegen de invorderingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland. De zaak betreft een geschil over kosten die samenhangen met aanslagen in de lokale heffingen voor het jaar 2018. De invorderingsambtenaar had eerder kosten in rekening gebracht wegens onbetaald gebleven aanslagen, welke door belanghebbende werden betwist. Tijdens een zitting op 19 juni 2020 bereikten partijen een compromis, waarbij de openstaande kosten tot nihil werden verminderd en belanghebbende toezegde alle lopende procedures in te trekken. Echter, belanghebbende heeft dit compromis niet nageleefd en is in hoger beroep gekomen tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 29 april 2021, die het beroep ongegrond verklaarde.
Het Hof overweegt dat de Rechtbank bevoegd is om zelfstandig een oordeel te geven over de vraag of belanghebbende gebonden is aan het compromis. Het Hof concludeert dat het cassatieberoep van belanghebbende, gelet op het compromis, niet tot een andere uitkomst had kunnen leiden. Belanghebbende heeft door zijn weigering om het beroep in te trekken en door te zetten, nalatig gehandeld in de nakoming van de afspraken van het compromis. Het Hof houdt belanghebbende aan de gemaakte afspraken en wijst de kostenvergoedingsverzoeken van de invorderingsambtenaar toe, inclusief reiskosten voor de vertegenwoordigers van de invorderingsambtenaar.
De uitspraak van het Hof bevestigt de beslissing van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Belanghebbende wordt veroordeeld in de proceskosten van de invorderingsambtenaar tot een bedrag van € 15,60. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.