ECLI:NL:GHDHA:2022:424

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
23 maart 2022
Zaaknummer
2200270420
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende ambtelijke corruptie binnen lokale partij

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, een raadslid van de partij [naam partij] in de gemeente [naam gemeente], was in eerste aanleg vrijgesproken van ambtelijke corruptie. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. De tenlastelegging betrof het aannemen van giften in de vorm van een extra vergoeding van 1000 euro per maand voor zijn werkzaamheden als fractievoorzitter, wat zou kunnen leiden tot een minder onafhankelijke positie ten opzichte van een medeverdachte, die als wethouder fungeerde.

Het hof heeft vastgesteld dat er binnen de partij een afspraak was gemaakt over de extra vergoeding voor de fractievoorzitter, zonder dat hieraan verplichtingen of eisen waren verbonden die de onafhankelijkheid van de verdachte zouden kunnen beïnvloeden. Het hof concludeert dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor de tenlastelegging, en spreekt de verdachte vrij. De beslissing van het hof vernietigt het eerdere vonnis en doet opnieuw recht, waarbij de verdachte wordt vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002704-20
Parketnummer: 10-810030-20
Datum uitspraak: 24 februari 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 1 oktober 2020 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [plaats] op [datum],
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
Hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 31 oktober 2018, te [pleegplaats], althans elders in Nederland, als ambtenaar, te weten als raadslid van de partij [naam partij] van de gemeente [naam gemeente], althans als lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, een of meer giften en/of beloften, te weten enig(e) geldbedrag(en), in elk geval een beloning/vergoeding, heeft gevraagd en/of aangenomen,
wetende of redelijkerwijs vermoedende dat die gift(en) en/of belofte(n) (telkens) werd(en) gegeven of gedaan teneinde hem, verdachte, in zijn hoedanigheid als gemeenteraadslid, althans als lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, te bewegen om in zijn bediening iets te doen of na te laten, of naar aanleiding van iets wat hij, verdachte, in zijn bediening heeft gedaan of nagelaten, te weten
- al dan niet in strijd met zijn ambtelijke plicht (als gemeenteraadslid) in een minder vrije en onafhankelijke positie ten opzichte van [medeverdachte], geboren op [datum] te [plaats] (hierna: [medeverdachte]) (in zijn hoedanigheid als wethouder) te brengen, en/of
- standpunten in te nemen en/of beslissingen te nemen die in lijn zijn met het verkiezingsprogramma van 2018-2022 van [naam partij] en/of met de opvattingen van [medeverdachte] (als wethouder), in elk geval om zich loyaal te gedragen aan het verkiezingsprogramma van 2018-2022 van [naam partij] en/of aan de opvattingen van [medeverdachte] (als wethouder).
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld, maar dat aan hem geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd.
Vrijspraak
Binnen de partij [naam partij] is voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 de volgende afspraak gemaakt. Wanneer de partij [naam partij] één wethouder zou leveren, dan zou die wethouderspost gaan naar [medeverdachte]. De verdachte zou dan fractievoorzitter worden. De partij was van oordeel dat de wijze waarop de verdachte invulling wilde geven aan het fractievoorzitterschap van dien aard was, dat hij bovenop de vergoeding die hij als raadslid zou ontvangen, een vergoeding van 1000 euro per maand uit de partijkas zou ontvangen. Aan deze vergoeding werd geen andere voorwaarde gesteld dan het uitvoeren van de functie van fractievoorzitter.
Het hof is van oordeel dat het een partij vrij staat om een fractievoorzitter een extra vergoeding toe te kennen voor de uitoefening van het fractievoorzitterschap. Noch uit het dossier, noch uit het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is gebleken dat aan die vergoeding verplichtingen of eisen werden gesteld die op enigerlei wijze een onafhankelijk optreden van de verdachte als fractievoorzitter of gemeenteraadslid zouden kunnen belemmeren of beïnvloeden.
Gelet hierop concludeert het hof dat noch uit het dossier noch uit het onderzoek ter terechtzitting enig bewijs is gebleken voor hetgeen ten laste is gelegd.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. G. Knobbout, mr. R.F. de Knoop en mr. T.J. Sleeswijk Visser, in bijzijn van de griffier mr. I.M. van Hoevelaken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 februari 2022.
Mr. T.J. Sleeswijk Visser is buiten staat dit arrest te ondertekenen.