Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 10/526027 HA ZA 17-427
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats] ,
1.Waar de zaak over gaat
2.Het geding
- het procesdossier in eerste aanleg, waaronder de tussen partijen gewezen vonnissen van de rechtbank Rotterdam (team kanton, zittingsplaats Dordrecht) van 25 februari 2016, 23 juni 2016 en 13 april 2017 en die van de rechtbank Rotterdam (team handel) van 31 mei 2017 en 6 mei 2020;
- de appeldagvaarding van 2 juni 2020;
- het tussenarrest van 14 juli 2020;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 december 2020;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 januari 2022;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 februari 2022.
3.Beoordeling van het hoger beroep
- € 1.523,75 bij factuur van 15 juli 2013;
- € 4.571,25 bij factuur van 27 juli 2013.
- In de zijwangen zijn de houten delen (hierna: planchetten) strak tegen de kaderstijl gemonteerd, terwijl daar normaliter een naad wordt geadviseerd van circa 10 mm. Door de wijze van montage kan de kopse zijde van het planchet niet geschilderd worden en kan water makkelijk via de kopse capillairen in het hout trekken.
- Bij de aansluiting van het lood aan de onderzijde van het kader zijn twee elementaire fouten gemaakt: (a) kops hout staat op het lood, waardoor water in de naad tussen lood en kops hout in het hout kan trekken, en (b) de voorzijde van het kader en het eronder aangebrachte lood liggen in één lijn, waardoor de naad tussen de twee materialen (hout en lood) extreem gevoelig is voor inwateren (normaal wordt een sponning aangebracht waardoor het water de naad niet kan bereiken).
- het verweer van [appellante] dat [geïntimeerde 1] c.s. te laat heeft geklaagd, verworpen;
- de conclusies van de deskundige (deskundigenbericht I) tot de hare gemaakt;
- geoordeeld dat [appellante] , wat betreft de dakkapellen, in de uitvoering van de overeenkomst is tekortgekomen en daarvoor tegenover [geïntimeerde 1] c.s. aansprakelijk is;
- de schade in verband met de gebreken aan de dakkapellen waarvoor [appellante] tegenover [geïntimeerde 1] c.s. aansprakelijk is, begroot op 90% van de door [geïntimeerde 1] c.s. gevorderde bedragen (i.v.m. de 10% oorzaak door slecht schilderwerk, vlg. hiervoor, 2.10), optellend tot € 13.233,11 voor herstel en € 5.485,50 voor (eerder) schilderwerk;
- nader onderzoek door de deskundige bevolen, naar de door [geïntimeerde 1] c.s. gestelde gebreken aan de overige houten delen van de woning.
- de sierlijsten op verschillende van de door [appellante] geleverde kozijnen en deuren met paneelvullingen zijn niet ventilerend geplaatst, waardoor tussen de paneelvulling en sierlijst doorgedrongen water niet wordt afgevoerd en zorgt voor een hoog houtvochtgehalte met als uiteindelijk gevolg houtrot;
- plaatsingsfouten bij alle kozijnen: kitnaden tussen stijlen en metselwerk, tussen onderdorpels en hardstenen vensterbank en tussen vensterbank en afdeklat.
- de conclusies van de deskundige in deskundigenbericht II tot de hare gemaakt;
- geoordeeld dat [appellante] op grond hiervan, wat betreft de overige houten delen, tegenover [geïntimeerde 1] c.s. aansprakelijk is wegens tekortkoming
- de schade in verband met de gebreken begroot op de door [geïntimeerde 1] c.s. gevorderde € 84.230 -/- 10% van € 15.000 (bijdrage slecht schilderwerk aan de schade aan de dakkapellen) en de door [geïntimeerde 1] c.s. gevorderde € 6.095 -/- 10% (ook: bijdrage slecht schilderwerk aan de schade aan de dakkapellen);
- [appellante] veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde 1] c.s. van in hoofdsom € 88.215,50, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2015, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten, en tot vergoeding aan [geïntimeerde 1] c.s. van de door deze voorgeschoten kosten van de deskundige.
grief 1verzet [appellante] zich tegen de verwerping door de rechtbank van haar verweer dat de aanspraken van [geïntimeerde 1] c.s. zijn vervallen omdat deze te laat heeft geklaagd. Met
grief 2betoogt [appellante] dat de garantieregeling, die deel uitmaakt van de overeenkomst tussen partijen, temporeel niet van toepassing is. Met
grieven 2 en 3bestrijdt [appellante] (verder) het oordeel van de rechtbank dat zij, kort gezegd, is tekortgeschoten onder de overeenkomst met [geïntimeerde 1] c.s.. Met
grief 4komt [appellante] op tegen de begroting door de rechtbank van de schade. Met
grief 5komt [appellante] op tegen haar veroordeling in de proceskosten en in de kosten van de deskundige.
onmogelijkmaakte om de kopse kant van de planchetten ter plaatse te schilderen (af te lakken), zodat, volgens de deskundige, onvermijdelijk was dat op die plaats schade zou optreden. Dat aan de andere zijde, bij de dakpannen, goed schilderwerk (ook op de kopse kant) schade op die plaats had kunnen verhinderen doet hieraan niet af; de planchetten zouden hoe dan ook ter plaatse van de kaderstijlen beschadigd raken. Dat de totaalschade (herstelkosten in verband met de constructiefout) meer dan 10% is toe te rekenen aan slecht schilderwerk heeft [appellante] niet, althans onvoldoende onderbouwd.
- zijn de afdeklijsten geplaatst buiten de voorzijde van de kozijnen;
- is er een 45° gezaagde hoek;
- en is de lat tussen de paneelvullingen vanuit de binnenkant geplaatst; identiek zoals [appellante] die plaatste en niet vanuit de buitenzijde – aldus [appellante] .
– maar dan inclusief btw) uitgaat van € 15.000 (waarvan € 13.500 toerekenbaar aan de constructieve gebreken).
4.Beslissing
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam van 6 mei 2020 voor zover [appellante] daarin is veroordeeld tot voldoening aan [geïntimeerde 1] c.s. van een hogere hoofdsom (1e alinea van het dictum) dan € 69.394,05 en de wettelijke rente over dat meerdere;
- bekrachtigt dat vonnis voor het overige;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde 1] c.s. begroot op € 10.915 tot op heden en op € 163 aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 85 indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.