Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [de dochter] , bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderhoudsbijdrage die een vader aan zijn meerderjarige dochter moet betalen. De dochter, die in Turkije woont, verzocht het hof om een bijdrage van € 500,- per maand, terwijl de vader verweer voerde en stelde dat de behoefte van de dochter te hoog was vastgesteld. Het hof oordeelde dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat Turks recht van toepassing is, omdat de dochter in Turkije woont. Het hof concludeerde dat de door de rechtbank vastgestelde behoefte van de dochter van € 580,- per maand te hoog was en dat deze behoefte omgezet moest worden naar Turkse maatstaven. Uiteindelijk kwam het hof tot de conclusie dat de vader een onderhoudsbijdrage van € 100,- per maand aan de dochter moet betalen, met ingang van de datum van de beschikking. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.