Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 15 maart 2022
Gamesa Rotterdam B.V.,
[geïntimeerde],
Waar deze zaak over gaat
Feiten
Gamesa Automaterialen V.O.F., in de functie van chauffeur en verkoper, voor 40 uur per week. Het salaris bedraagt thans € 1.650,-- netto per maand.
“aanvraagformulier vakantie”zijn vakantie aangevraagd voor de periode 11 juni 2018 tot en met
29 juni 2018.
[manager] (hierna: [manager]), aan [geïntimeerde] medegedeeld dat hij in die periode niet op vakantie mocht.
Procesverloop in eerste aanleg
11 november 2002 – in elk geval tot en met 19 juli 2019 – een ononderbroken arbeidsovereenkomst bestaat. De kantonrechter heeft verder Gamesa Rotterdam veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van achterstallig loon, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente, en achterstallig vakantiegeld, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast is Gamesa Rotterdam veroordeeld om aan [geïntimeerde] loonstroken te verstrekken, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Tot slot heeft de kantonrechter Gamesa Rotterdam veroordeeld de proceskosten te betalen.
Procesverloop in hoger beroep
De vorderingen in hoger beroep
primairvoor recht verklaartdat de arbeidsovereenkomst van [geïntimeerde] met ingang van 25 juni 2018 is geëindigd en
subsidiair, als dat niet het geval is, de loonvordering en de wettelijke verhoging te matigen. Gamesa Rotterdam vordert tot slot dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld in de kosten van de procedure bij de kantonrechter en het hof, daaronder de nakosten begrepen, te verhogen met wettelijke rente.
Beoordeling van het hoger beroep
25 juni 2018 is geëindigd.
geenrecht op loon en als deze brief hem niet heeft bereikt, heeft hij in beginsel
welrecht op loon.
grief Ibetoogt Gamesa Rotterdam dat [geïntimeerde] bekend was met het ontslag op staande voet. Door Gamesa Rotterdam zijn in hoger beroep schriftelijke verklaringen overgelegd van twee ex-collega’s van [geïntimeerde], [collega 1] en [collega 2]. Volgens Gamesa Rotterdam volgt uit deze verklaringen dat [geïntimeerde] tegen hen heeft gezegd dat hij ontslagen was en tegen [collega 1] ook nog dat hij een ontslagbrief had ontvangen.
Beslissing
- laat Gamesa Rotterdam toe te bewijzen dat [geïntimeerde] de ontslagbrief van 25 juni 2018 heeft ontvangen, door het horen van [collega 1] en [collega 2] als getuigen;
- bepaalt dat, indien Gamesa Rotterdam deze getuigen wil doen horen, de getuigenverhoren zullen worden gehouden in een van de zittingszalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag ten overstaan van de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. R.S. van Coevorden, op
- bepaalt dat, indien één van partijen binnen veertien dagen na heden, onder gelijktijdige opgave van de verhinderdata van alle partijen en de te horen getuigen in de maanden april 2022 tot en met juli 2022, opgeeft dan verhinderd te zijn, de raadsheer-commissaris (in beginsel eenmalig) een nadere datum en tijdstip voor de getuigenverhoren zal vaststellen;
- verstaat dat het hof reeds beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat overlegging daarvan voor het getuigenverhoor niet nodig is;
- houdt iedere verdere beslissing aan.