ECLI:NL:GHDHA:2022:3026
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter in strafzaak met betrekking tot hennepteelt en diefstal elektriciteit
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1976, was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en een taakstraf van 120 uren, wegens het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging gehoord. De verdediging stelde dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de vervolging in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de strafzaak tegen de medeverdachte niet vergelijkbaar was met die van de verdachte. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, met enkele aanvullingen op de gronden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de feiten en de context van de zaak, waarbij de aanwezigheid van de verdachte in het pand niet enkel kon worden verklaard door het ophalen van pakketjes voor de medeverdachte. Het hof concludeerde dat de bewezenverklaring van de feiten standhield en bevestigde het eerdere vonnis.