Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/09/6065524 / KG ZA 21-86
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 13 april 2022, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 16 maart 2021, met bijlagen;
- het arrest van dit hof van 18 mei 2021, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- de bijlagen (nrs 13 tot en met 16) die [appellante] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van 10 september 2021heeft overgelegd;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 september 2021;
- de bijlagen die [appellante] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van 5 oktober 2021 heeft overgelegd;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 oktober 2021;
- de memorie van antwoord, tevens houdende akte incidenteel appel, van Stebru, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel, tevens houdens akte uitlaten eiswijziging, van [appellante].
3.Feitelijke achtergrond
• Het maken van constructietekeningen (…).
(…)
(…)
Het indieningsgereed maken van de constructietekeningen en berekeningen (ook van derden) ten behoeve van het indienen bij Bouw- en Woningtoezicht en het voeren van overleg ter goedkeuring hiervan.’
4.Procedure bij de rechtbank
1. binnen drie dagen na vonniswijzing de schadeclaim van Stebru aan te melden bij haar verzekeraar en van die melding aan Stebru deugelijk bewijs te overhandigen binnen drie dagen na die melding, op straffe van een dwangsom;
2. al hetgeen te doen waartoe [appellante] rechtens verplicht is om de verzekeraar die uitkeringsplicht te laten beoordelen, waaronder begrepen het toezenden van alle relevante stukken en documenten;
3. binnen twee weken na vonniswijzing Stebru als begunstigde te laten opnemen in de polis voor Project Boegbeeld conform artikel 11.1 van de Adviseursovereenkomst, op straffe van een dwangsom;
4. de proceskosten te betalen.
- binnen drie dagen na vonniswijzing de schadeclaim van Stebru aan te melden bij de verzekeraar van [appellante] en van die melding aan Stebru deugdelijk bewijs te overhandigen binnen drie dagen na die melding, op straffe van een dwangsom van € 1.000 voor iedere dag dat [appellante] deze veroordeling niet nakomt, met een maximum van € 50.000 (rov. 5.4);
- al hetgeen te doen waartoe [appellante] rechtens verplicht is om de verzekeraar die uitkeringsplicht te laten beoordelen, waaronder begrepen het toezenden van alle relevante stukken en documenten (rov. 5.5);
- te bewerkstelligen dat Stebru binnen twee weken na vonniswijzing Stebru als begunstigde wordt opgenomen in de polis voor Project Boegbeeld conform artikel 11.1 van de Adviseursovereenkomst, op straffe van een dwangsom van € 2.000 voor iedere dag dat [appellante] deze veroordeling niet nakomt, met een maximum van € 50.000 (rov. 5.6).
is veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie. Het kortgedingvonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
5.Beoordeling in hoger beroep
Principaal appel: de grieven van [appellante]
Indidenteel appel: eiswijziging van Stebru
primair[appellante] te veroordelen binnen 20 werkdagen na datum arrest ten behoeve van Stebru een pandrecht te laten vestigen op bestaande en toekomstige vorderingen van [appellante] op haar verzekeraar uit hoofde van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering met polisnummer [polisnummer], ten aanzien van het onderhavige project, op straffe van een dwangsom;
subsidiair[appellante] te veroordelen om binnen 20 werkdagen na datum arrest met Stebru een (onderhandse) overeenkomst te sluiten tot (openbare) cessie van bestaande en toekomstige vorderingen van [appellante] op haar verzekeraar uit hoofde van genoemde beroepsaansprakelijkheidsverzekering en te bewerkstellingen dat deze cessie wordt medegedeeld aan de verzekeraar, op straffe van een dwangsom;
meer subsidiair[appellante] te veroordelen om, in het licht van artikel 1.11 Adviseursovereenkomst en artikelen 6.3 en 6.4 bijzonder voorwaarden beroepsaansprakelijkheid technische beroepen BAV.TB.1.S, binnen vijf werkdagen na datum arrest mee te werken aan het opstellen en ondertekenen van een schriftelijke verklaring, gericht aan zowel Stebru als de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, waarin ten behoeve van Stebru wordt geborgd dat direct door de verzekeraar aan Stebru wordt betaald uit hoofde van de genoemde beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten aanzien van de door Stebru ingediende claim dan wel indirect, indien de verzekeraar onverhoopt eerst aan [appellante] uitkeert, op straffe van een dwangsom.
Op de inhoudelijke bezwaren van [appellante] tegen de gewijzigde eis wordt hierna ingegaan.
Gezamenlijke behandeling principaal en incidenteel appel
Spoedeisend belang
Geldvordering in kort geding
Onmogelijkheid Stebru in de polis als begunstigde aan te wijzen
Vordering tot medewerking aan vestiging pandrecht/cessie/schriftelijke verklaring
6.Beslissing
- vernietigt het tussen partijen gewezen kortgedingvonnis van 16 maart 2021 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag, voor zover [appellante] daarbij in reconventie is veroordeeld te bewerkstelligen dat Stebru binnen twee weken na vonniswijzing als begunstigde wordt opgenomen in de polis voor Project Boegbeeld conform artikel 11.1 van de Adviseursovereenkomst, op straffe van een dwangsom van € 2.000 voor iedere dag dat [appellante] deze veroordeling niet nakomt, met een maximum van € 50.000 (rov. 5.6);
- compenseert de kosten van het geding in eerste aanleg, voor zover het de reconventie betreft, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter voor het overige;
- wijst de (in hoger beroep gewijzigde) vordering van Stebru af;
- compenseert de kosten van het principaal hoger beroep in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
- veroordeelt Stebru in de kosten van het incidenteel hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [appellante] begroot op € 3.342 aan salaris advocaat;
- verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.