ECLI:NL:GHDHA:2022:2594
Gerechtshof Den Haag
- Verzet
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- I. Reijngoud
- T.A. de Hek
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens te late indiening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 december 2022 uitspraak gedaan over het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 9 juni 2022, waarbij het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De belanghebbende had verzet aangetekend, maar het Hof oordeelde dat het verzetschrift te laat was ingediend. De termijn voor indiening van een verzetschrift bedraagt zes weken, en in dit geval eindigde de termijn op 21 juli 2022. Het verzetschrift was pas op 29 augustus 2022 ontvangen, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend.
De belanghebbende voerde aan dat hij door persoonlijke omstandigheden, waaronder het overlijden van zijn echtgenote en broer, en zijn eigen gezondheidsproblemen, niet in staat was om het verzetschrift tijdig in te dienen. Het Hof oordeelde echter dat de belanghebbende niet voldoende had aangetoond dat deze omstandigheden hem daadwerkelijk verhinderden om tijdig te reageren. De omstandigheden die hij aanvoerde, zoals zijn fysieke klachten en de overlijdens van familieleden, waren niet van dien aard dat ze hem verhinderden om tijdig een (pro forma) verzetschrift in te dienen.
Het Hof concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en verklaarde het verzet niet-ontvankelijk. De beslissing werd genomen zonder proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters in aanwezigheid van de griffier.