Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/578356/ HA ZA 19-656.
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 26 augustus 2020, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van de vonnissen van de rechtbank Rotterdam van 15 januari 2020 (hierna: het tussenvonnis) en 3 juni 2020 (hierna: het eindvonnis);
- het arrest van dit hof van 27 oktober 2020, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 26 februari 2021;
- de memorie van grieven met bijlagen;
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel, tevens houdende eisvermeerdering;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
- i) [appellant] en [verweerder], in afwijking van de koopovereenkomst, mondeling zijn overeengekomen dat [appellant] € 60.000,-- voor de [woonark] zou betalen, waarna [verweerder] zijn eigendomsdeel zou overdragen zodat [appellant] de [woonark] volledig in eigendom zou verkrijgen;
- ii) het door [appellant] als teveel betaalde koopprijs teruggevorderde bedrag onderdeel is van de koopprijs voor de [woonark];
- iii) voor [appellant] nog € 7.500,-- als voor de [woonark] te betalen resteert;
7.Beslissing
- laat [appellant] toe tot het bewijs van zijn stelling dat partijen zijn overeengekomen dat hij, sowieso / onvoorwaardelijk / ook los van de door [verweerder] gestelde afspraak, zonder huurafdracht het woongenot van de [woonark] zou hebben, en dat [verweerder] hem onrechtmatig uit de [woonark] heeft ontruimd;
- bepaalt dat, indien [verweerder] getuigen wil doen horen, de getuigenverhoren zullen worden gehouden in een der zittingszalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. J.W. Frieling, op
- bepaalt indien [appellant] getuigen wil doen horen, een datum hiervoor nader zal worden bepaald door de raadsheer-commissaris;
- bepaalt dat [appellant] en [verweerder]
- bepaalt dat, indien één der partijen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak , opgeeft verhinderd te zijn op de genoemde datum en daarbij de verhinderdata van beide partijen in de maanden januari tot en met maart 2023 opgeeft, de raadsheer-commissaris (in beginsel eenmalig) een nadere datum en tijdstip voor de getuigenverhoren zal vaststellen;
- beveelt partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat, deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die de zaak kent en bevoegd is om een schikking aan te gaan, vergezeld van hun raadslieden, desgewenst voor mondelinge memorie na getuigenverhoor en verder voor het beproeven van een schikking te verschijnen voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris direct aansluitend op het laatste getuigenverhoor;
- deelt mee dat het hof al beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat het niet nodig is deze voor het getuigenverhoor of de comparitie over te leggen;
- bepaalt dat partijen eventuele stukken waarop zij ter comparitie een beroep willen doen, zullen overleggen door deze
- houdt iedere verdere beslissing aan.