ECLI:NL:GHDHA:2022:2415
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ondertoezichtstelling van minderjarigen met ernstige ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, die door de vader werd verzocht. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Wigman, was het niet eens met de beslissing van de kinderrechter die het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming had afgewezen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.G.J. van Dam-Lolkema, verzet zich tegen de ondertoezichtstelling en stelt dat het goed gaat met de minderjarigen. Het hof heeft vastgesteld dat er een ernstige ontwikkelingsbedreiging is, maar oordeelt dat een ondertoezichtstelling niet doeltreffend zal zijn. De minderjarigen, inmiddels 17 en 13 jaar oud, hebben al geruime tijd geen contact met de vader en verzetten zich tegen gedwongen hulpverlening. Het hof concludeert dat gedwongen hulpverlening de weerstand van de minderjarigen kan verergeren en dat het in hun belang is om hen niet onder toezicht te stellen. De bestreden beschikking van de kinderrechter wordt bekrachtigd, en de proceskosten worden gecompenseerd.