ECLI:NL:GHDHA:2022:2382
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Erkenning van een huwelijk en echtscheiding in internationaal privaatrechtelijke context
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een huwelijk en de echtscheiding tussen partijen. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, was gehuwd met de man, verweerder in hoger beroep, en had in eerste aanleg verzocht om de nietigverklaring van hun huwelijk, dat volgens de rechtbank naar Marokkaans recht nietig was verklaard. De vrouw stelde dat haar eerdere huwelijk met een andere man rechtsgeldig was ontbonden voordat zij met de man huwde. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw op het moment van het sluiten van het tweede huwelijk nog gehuwd was met haar eerste echtgenoot, wat volgens Nederlands recht leidt tot polygamie en daarmee tot de niet-erkenning van het tweede huwelijk. Het hof heeft echter geoordeeld dat het huwelijk van de vrouw met de man vanaf 10 mei 1994 voor erkenning in aanmerking komt, omdat de echtscheiding met de eerste echtgenoot op dat moment rechtsgeldig was. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, waarbij de proceskosten zijn gecompenseerd. De beslissing is genomen in het kader van de artikelen 10:31 en 10:32 van het Burgerlijk Wetboek, die de erkenning van huwelijken in het buitenland regelen.