In deze zaak heeft Horrex Horren B.V. in hoger beroep een kort geding aangespannen tegen [B] Home Products B.V. (BHP) met betrekking tot de nakoming van een productieovereenkomst en een verzoek om een voorschot op schadevergoeding. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 november 2022. Horrex vorderde nakoming van de overeenkomst en een voorschot van € 326.925,42, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende spoedeisend belang was voor deze vorderingen. Horrex had eerder een rechtszaak verloren waarin de voorzieningenrechter de vorderingen had afgewezen, omdat BHP terecht een beroep had gedaan op opschorting van de leveringen wegens onbetaalde facturen. Het hof concludeerde dat Horrex niet aannemelijk had gemaakt dat BHP tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Horrex in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 5.610,- aan griffierechten en € 9.964,- aan advocaatkosten. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is opgemaakt op 28 november 2022.