Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer rechtbank : C/09/579118 / HA ZA 19-895
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 8 februari 2021, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 november 20211;
- de memorie van grieven van [verweerder] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord tevens houdend incidenteel appel van [appellant] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van [verweerder] , met bijlagen;
- de akte met de bijlagen 34-40 die [appellant] ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd;
- de akte met de bijlagen 64-69 die [verweerder] ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd;
- de pleitaantekeningen die partijen ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling hebben overgelegd.
3.Feiten
- i) [appellant] heeft zich – samen met samen met [X] (hierna: [X] ) – beziggehouden met de ontwikkeling en exploitatie van een biologische frisdrank. Voor de lancering van deze frisdrank (Veri Soda) op de Amerikaanse markt is in de Verenigde Staten The Veri Soda Group Inc. (TVSG) opgericht, een vennootschap naar het recht van de staat Delaware.
- ii) In 2012 zijn [appellant] en [X] in contact gekomen met de bank [de bank] en met de daar werkzame [verweerder] . [verweerder] was als directeur Private Wealth Management verantwoordelijk voor ‘private placement’ en begeleiding van een aantal vermogende families. [de bank] heeft TVSG aangeboden om investeerders te werven zodat TVSG kon beschikken over het benodigde kapitaal om Veri Soda op de Europese en Amerikaanse markt te brengen.
- iii) Op 19 augustus 2012 is een Non Disclosure Agreement (hierna: NDA) gesloten tussen (de rechtsvoorgangster van) TVSG en [de bank] . Daarin is bepaald dat [de bank] (aangeduid als “Recipient”) informatie zal ontvangen in verband met de “Transaction”, dat wil zeggen de mogelijkheid dat [de bank] zich zou gaan bezighouden met “providing corporate finance advisory support regarding a private placement” van TVSG. In de Non Disclosure Agreement worden [appellant] en [X] aangeduid als de “Owners”. De Non Disclosure Agreement bevat de volgende bepalingen die van belang zijn voor dit geschil:
- v) [de bank] – in de persoon van [verweerder] – heeft diverse private investeerders bereid gevonden om in totaal USD 6,2 miljoen aan kapitaal in TVSG te investeren. De Nederlandse investeerders hebben zich in 2014 verenigd in de onderneming Veri Soda Holding I (hierna: VSHI). VSHI hield 60% van de aandelen in TVSG.
- vi) Eind 2013 is [verweerder] bij [de bank] weggegaan. Hij heeft zijn activiteiten ten behoeve TVSG voortgezet. [verweerder] was een van de bestuurders van VSHI.
- vii) In de jaren 2014 en 2015 heeft VSHI diverse brugleningen aan TVSG verstrekt.
- viii) Eind 2016 is vanwege een ernstig liquiditeitstekort bij TVSG een feitelijke staat van discontinuïteit ontstaan.
- ix) In een e-mail van 1 april 2017 hebben [appellant] , [X] en [Y] (hierna: [Y] ) aan de aandeelhouders van TVSG hun ontslag aangeboden als lid van het bestuur van TVSG. Alle activiteiten zijn daarna gestaakt.
- x) Bij e-mail van 12 april 2021 heeft [verweerder] het volgende aan de investeerders van VSHI geschreven:
- xiii) In juni 2017 heeft [appellant] met [de redacteur] gesproken.
- xiv) Bij e-mail van 2 augustus 2017 heeft [appellant] het concept van een artikel over Veri Soda ontvangen van Quote. [appellant] heeft in een schriftelijk commentaar op het concept gereageerd.
- xv) In het Quote Magazine van september 2017 is van de hand van [de redacteur] een artikel verschenen over Veri Soda, getiteld “Frisdrankkater”. Het artikel is gebaseerd op schriftelijke stukken betreffende Veri Soda, TVSG en haar investeerders. Uit het artikel blijkt dat [de redacteur] diverse bij TVSG en VSHI betrokkenen heeft gesproken. Onderaan het artikel staan enkele korte passages vermeld uit het hiervoor genoemde schriftelijke commentaar van [appellant] .
4.Procedure bij de rechtbank
gedoeld wordt op [appellant] , hof)) blijkt onbeheersbaar en oncontroleerbaar te zijn en schroomt niet door middel van lasterpraat en leugens zijn eigen straatje schoon te vegen.”
5.Beoordeling in hoger beroep
- voor recht verklaart dat alle door [appellant] gelegde beslagen zijn komen te vervallen, althans nietig zijn, en;
- [appellant] veroordeelt om de ten laste van [verweerder] gelegde beslagen op te heffen en [appellant] verbiedt om ter zake van het onderhavige geschil opnieuw conservatoir beslag te leggen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
employeein die zin van die bepaling) rust, informatie verkregen in de periode waarin hij voor [de bank] werkte (2012-2013), met derden heeft gedeeld. Dat [verweerder] dergelijke informatie met derden heeft gedeeld is echter niet gebleken.
, hof) made especially clear during this meeting that he had developed a strong personal dislike to [appellant] (
, hof) and that, for reasons unknown to the board, he never wanted to see [appellant] again. (…) Parties witness to this meeting were said to be ‘sickened to their stomachs by [verweerder] ’s [appellant] bashing’.”
- Een van de medestanders van [verweerder] , [naam] , heeft in 2015 al eens gedreigd met een publicatie in Quote. Dit volgt uit schriftelijke verklaringen van [Y] en [X] . Dit werd door [appellant] als schokkend ervaren, omdat hij wist dat een medebestuurslid van [verweerder] goede banden onderhield met de hoofdredacteur van Quote.
- [verweerder] heeft de schijn tegen. Toen hij als getuige werd gehoord, heeft hij verklaard dat hij in juni 2017 door [de redacteur] is gebeld en dat hij in juli 2017 met hem heeft gesproken. Maar in werkelijkheid heeft dit alles zich in april 2017 afgespeeld. [verweerder] heeft geprobeerd het zo te draaien dat het net leek alsof de initiële informatie van [appellant] afkomstig was.
- [verweerder] heeft de investeerders in een e-mail van 19 april 2017 laten weten dat [de redacteur] hem heeft “toegezegd mee te mogen lezen bij het schrijven” van het artikel over Veri Soda. Hieruit volgt dat hij vergaande betrokkenheid had bij de totstandkoming van het artikel.
- Op 21 april 2017 heeft [de redacteur] aan [appellant] en [X] geschreven dat hij een tasje met documenten over de zakelijke kant van Veri Soda heeft ontvangen en dat hij inmiddels met enkele betrokkenen heeft gesproken (zie hiervoor onder rov 3.2 (xii)). Verder staat er in de e-mail: “Met name jij [appellant] krijgt nogal de zwarte piet toegespeeld” en “[i]k ben natuurlijk zeer benieuwd naar jullie kant van het verhaal”. Deze e-mail bevestigt dat [de redacteur] tot dan toe uitsluitend informatie van de zijde van [verweerder] had ontvangen.
- Uit tekstvergelijking tussen het concept-artikel en de definitieve versie blijkt dat Quote zwaar heeft geput uit de (vertrouwelijke) notitie van [verweerder] van 5 december 2016 en uit andere informatie die afkomstig is van [verweerder] . Ook heeft [verweerder] zijn achterban aangemoedigd om [de redacteur] te woord te staan.
mogelijkis dat [verweerder] degene is geweest die naar Quote is gestapt, maar
mogelijkis iets anders dan (voldoende)
zeker. De omstandigheid dat [verweerder] als eerste met [de redacteur] heeft gesproken, betekent niet dat het initiatief daartoe van [verweerder] is uitgegaan. De andere door [appellant] aangevoerde argumenten nopen evenmin tot die conclusie. Daarmee is overigens geenszins gezegd dat, zoals [verweerder] veronderstelt, [appellant] degene is geweest die als eerste contact met Quote heeft opgenomen.
NJ2008, 274 (
Van Gasteren/Hemelrijk).
kunnenzijn. Voor de rechtbank staat duidelijk voorop dat het van alle relevante omstandigheden van het geval afhangt of een uitlating onrechtmatig is op grond van art. 6:162 BW (zie immers rov. 4.3 en rov. 4.5 van het vonnis).
meningvan [verweerder] over de handelwijze van [appellant] en niet, of slechts in veel mindere mate, om de weergave van (vermeende) feiten. De citaten worden door de auteur van het artikel, [de redacteur] , gebruikt om zijn verhaal over Veri Soda te vertellen.
, hof) suffer from serious mood swings, his bi-polarity leads to irrational behavior accompanied by regular shouting sessions.’ En: ‘In my professional opinion The Veri Soda Group’s outlooks have never been better, but its biggest threat today is not the competition or the market, but unnecessary internal fighting by [verweerder] .’”
eerste citaatgaat over de – volgens [verweerder] – ontoereikende accountantscontrole bij TVSG. In het citaat wordt [appellant] niet beschuldigd van het betalen van fakenota’s of andere financiële ongeregeldheden, al zou een lezer wel de indruk kunnen hebben dat hiervan sprake zou kunnen zijn. De kern van de opvatting van [verweerder] is echter – kort gezegd – dat een grondige accountantscontrole bij Veri Soda van belang is, gezien de vele rollen die [appellant] in het bedrijf vervulde, omdat bij gebreke de indruk zou kunnen ontstaan dat de financiën niet op orde waren. [verweerder] zegt: “Daarom wilde ik dat een accountant niet alleen naar de door [appellant] aangeleverde cijfers keek, maar ook de achterliggende brondocumenten erop na zou slaan.”
tweede citaatis opgenomen in een paragraaf die begint met citaten van een aantal investeerders/bestuurders (niet zijnde [verweerder] ) die erop neerkomen dat deze personen van mening zijn dat de informatievoorziening door [appellant] en [X] onder de maat was en dat de beide heren hun ego’s boven het belang van de onderneming stelden. Vervolgens beschrijft het Quote-artikel dat de Nederlandse aandeelhouders wilden dat [appellant] en [X] het bedrijf zouden verlaten, maar dat zij dat weigerden en een tegenvoorstel deden (de deelname van een grote nieuwe investeerder). Dat voorstel, dat tot gevolg zou hebben gehad dat de Nederlandse aandeelhouders hun meerderheidspositie zouden verliezen, is door de Nederlandse aandeelhouders van de hand gewezen, aldus het Quote-artikel. Na deze uiteenzetting volgt in het Quote-artikel het gewraakte tweede citaat.
derde citaatstaat centraal de uitlating van [verweerder] dat het managementteam van TVSG (in het bijzonder [appellant] ) onbeheersbaar en oncontroleerbaar is en dat het niet schroomt door middel van lasterpraat en leugens zijn eigen straatje schoon te vegen. Dit citaat van [verweerder] wordt voorafgegaan door een citaat van [appellant] waarin deze als zijn mening te kennen geeft dat bij [verweerder] sprake was van “irrational behavior accompanied by regular shouting sessions” en dat de “biggest threat” voor de Veri Soda Group is “unnecessary internal fighting by [verweerder] ”. De beide citaten worden afgesloten met de volgende observatie: “Er staan kortom twee haantjes recht tegenover elkaar (…)”.
vierde citaathoudt in dat [verweerder] van mening is dat [appellant] dingen heeft gedaan die niet kunnen en dat [appellant] daarmee niet weg mag komen. [verweerder] geeft in het citaat te kennen dat hij het vreselijk vindt wat [appellant] doet met andermans geld en dat mensen in elk geval vooral voor hem gewaarschuwd moeten worden. Dit citaat – aan het eind van het Quote-artikel – vormt een reactie op een passage in het artikel waarin wordt vermeld dat [appellant] [verweerder] wil dagvaarden wegens laster en smaad. Het wordt gevolgd door het “nawoord” van [appellant] , waarin deze laat weten dat [verweerder] stelselmatig de financiering van het bedrijf heeft gefrustreerd en dat het aan [verweerder] is te danken dat het bedrijf eind 2015 technisch failliet was.
zonderde bijbehorende producties. Hierdoor heeft de beslagrechter geen compleet beeld gekregen van de zaak. [verweerder] is van mening dat het hof daarom moet vaststellen dat de beslagen zijn vervallen, althans dat deze nietig zijn.