ECLI:NL:GHDHA:2022:2256

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
2200362519
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van geldkoffer met aanzienlijke som geld door werknemer van geldtransportbedrijf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor diefstal in vereniging. De verdachte, geboren in 1981, was werkzaam bij G4S en heeft samen met een mededader een geldkoffer met daarin € 228.000,00 gestolen. De diefstal vond plaats op 31 december 2012 in Rotterdam. De verdachte had toegang tot de kofferkop en programmeerde deze met een klantcode, waardoor hij de koffer kon openen en de inhoud kon stelen. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, maar het hof heeft deze straf herzien na terugwijzing door de Hoge Raad. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door gebruik te maken van valse sleutels en heeft hem veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij, Brink's Solutions Nederland B.V., tot schadevergoeding van € 228.000,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de diefstal. Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003625-19
Parketnummer: 10-731001-13
Datum uitspraak: 27 oktober 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 februari 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en - na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad der Nederlanden - het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij en het beslag.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit gerechtshof heeft bij arrest van 5 juli 2017 het vonnis waarvan beroep bevestigd, behalve ten aanzien van de oplegging van de straf en de motivering daarvan en ten aanzien van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij. Het hof heeft de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij volledig toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Tegen dit arrest is namens de verdachte beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 2 juli 2019 voormeld arrest vernietigd en de zaak naar dit gerechtshof teruggewezen teneinde de zaak opnieuw te berechten en af te doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primairhij op of omstreeks 31 december 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit muurkluis/banksluis (van de ING Bank) heeft weggenomen een (geld)koffer (inhoudende 228.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan G4S en/of ING Bank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten
- met behulp van een (plug)sleutel ([sleutel]), althans een (digitale) sleutel, (behorende bij (klant)code [code]) waartoe hij verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren de plofdeksel van voornoemde (geld)koffer (in voornoemde muurkluis/banksluis) te verwijderen en/of (vervolgens)
- voornoemde (geld)koffer (inhoudende 228.000 euro) uit voornoemde muurkluis/bankkluis weg te nemen;
subsidiairéén of meerdere andere perso(o)n(en) op of omstreeks 31 december 2012 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit (bank)sluis/muurkluis heeft weggenomen een (geld)koffer (inhoudende 228.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan G4S en/of ING Bank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die één of meerdere andere perso(o)n(en) en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, waarbij die één of meerdere andere perso(o)n(en) en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten
- met behulp van een (cilinder)sleutel waartoe hij verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren voornoemde (bank)sluis/muurkluis te openen, althans het slot van voornoemde (bank)sluis/muurkluis te forceren en/of (vervolgens)
- met behulp van een (plug)sleutel ([sleutel]), althans een (digitale) sleutel, (behorende bij (klant)code [code]) waartoe hij verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren de plofdeksel van voornoemde (geld)koffer te verwijderen en/of (vervolgens)
- voornoemde (geld)koffer (inhoudende 228.000 euro) uit voornoemde (bank)kluis/muurkluis weg te nemen,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 31 december 2012 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- ( in een geldwagen) een code ([code]) in te toetsen behorende/gekoppeld bij/aan voornoemde (plug)sleutel ([sleutel]) (waartoe hij verdachte niet gerechtigd was) en/of (vervolgens)
- een (plof)deksel op een (geld)koffer (behorende/gekoppeld bij/aan voornoemde (plug)sleutel) te plaatsen en/of (vervolgens)
- voornoemde (geld)koffer (met (plof)deksel) in een (bank)sluis/muurkluis (van de ING Bank) te plaatsen en/of (vervolgens)
- voornoemde (bank)sluis/muurkluis niet (goed) af te sluiten.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks31 december 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigeningtoe-eigeningin/uit
eenmuurkluis
/banksluis (van de ING Bank
)heeft weggenomen een
(geld
)koffer (inhoudende 228.000 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan G4S en/of ING Bank,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed
(eren)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten
- met behulp van een
(plug
)sleutel ([sleutel]),
althans een (digitale) sleutel, (behorende bij
(klant
)code [code]
), waartoe hij, verdachte, en
/ofzijn mededader(s) niet gerechtigd
was/waren, de plofdeksel van voornoemde
(geld
)koffer
(in voornoemde muurkluis/banksluis)te verwijderen en
/of (vervolgens
)
- voornoemde
(geld
)koffer (inhoudende 228.000 euro) uit voornoemde muurkluis
/bankkluisweg te nemen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsmotivering
De verdediging heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde. Ter onderbouwing van dat standpunt heeft de raadsman aangevoerd dat niet is uitgesloten dat de klantcode met nummer [code] van buitenaf door een ander dan de verdachte in de kofferkop is geprogrammeerd, bijvoorbeeld door het hacken van het resetapparaat of de geheugenchip, dan wel door de geheugenchip uit het invoerpaneel te verwijderen, te manipuleren en terug te zetten. Daarnaast is aangevoerd dat de gegevens op de geheugenchip in de kofferkop kunnen zijn gemanipuleerd op het moment dat de kofferkop na de diefstal bij de fabrikant werd onderzocht, voordat de politie die in beslag had genomen.
Het hof overweegt als volgt.
Algemene feiten en omstandigheden
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 31 december 2012 is een diefstal gepleegd aan de Mathenesserlaan in Rotterdam, waarbij een geldkoffer met daarin een bedrag van € 228.000,00 van geldtransportbedrijf G4S is weggenomen. De verdachte, die op dat moment de geldloper was, en [medewerker] (hierna: [medewerker]), de bestuurder van de auto, beiden medewerkers van G4S, zijn met een geldtransportvoertuig naar de ING aan de Mathenesserlaan in Rotterdam gereden. Aldaar heeft de verdachte in het geldtransportvoertuig de kofferkop geprogrammeerd, geld in de kofferbak gedaan en de kofferkop op de kofferbak geklikt. Vervolgens heeft de verdachte de geldkoffer in de muurkluis van de ING gezet en is hij via de ingang van de ING naar de sluis gelopen. Daar heeft de verdachte via de portofoon van [medewerker] te horen gekregen dat deze een man op een scooter met de geldkoffer tussen zijn benen zag wegrijden. De verdachte heeft verklaard dat hij vanuit de sluis in de bank gerammel in/aan de muurkluis hoorde. Toen de verdachte vervolgens met een politieagent de bankkluis vanuit de sluis betrad, zag hij de kofferkop in de muurkluis liggen. Op de kofferkop brandden groene lampjes, ten teken dat de geldkoffer op de juiste wijze was geopend, dus zonder dat het ontstekingsmechanisme was geactiveerd. Na het uitlezen van het lograpport, waar hieronder nader op zal worden ingegaan, is gebleken dat de kofferkop is geopend door het gebruik van een sleutel met de code [code]. Deze sleutel is op 20 augustus 2009 als vermist opgegeven bij G4S.
De deskundige Van Dongen, werkzaam bij Fox-IT, heeft in zijn rapport d.d. 19 mei 2021 en op de terechtzitting in hoger beroep op 13 oktober 2022 beschreven hoe de geldkoffer kan worden opengemaakt zonder dat het ontstekingsmechanisme wordt geactiveerd. Dit kan door middel van de auto-opener die zich in het geldtransportvoertuig bevindt en door middel van een elektronische sleutel (hierna ook wel: sleutel), mits de cijfercode die is geprogrammeerd in de geheugenchip die zich in die elektronische sleutel bevindt tevens in de kofferkop is geprogrammeerd. Het programmeren van een code in de kofferkop kan uitsluitend plaatsvinden met een invoerpaneel, dat door middel van een snoer moet zijn verbonden met de kofferkop. De betreffende handelingen die met de kofferkop worden verricht, worden opgeslagen in de geheugenchip in de kofferkop. De in de bankkluis aangetroffen kofferkop is na de diefstal uitgelezen door Mactwin Security Specials, de fabrikant van de kofferkop. De volgende logregels uit het lograpport zijn van belang voor de beoordeling van de tenlastegelegde diefstal.
1008
25-1-2000
4:00:21
1034
Koffer geopend door Auto opener
1009
25-1-2000
4:00:21
1002
Slot in open positie
1010
25-1-2000
4:00:26
1003
Slot in midden positie
1011
25-1-2000
4:01:18
1047
Systeem Code [code]
1012
25-1-2000
4:01:19
1022
Opening door tabel is uitgeschakeld
1013
25-1-2000
4:01:19
1025
Standaard timer is uitgeschakeld
1014
25-1-2000
4:01:19
1010
Klant sleutel groep 2 geprogrammeerd
1015
25-1-2000
4:01:19
1011
Klant sleutel groep 3 geprogrammeerd
1016
25-1-2000
4:01:19
4000
Koffer is gesloten
1017
25-1-2000
4:07:35
UNIT
Sleutel nummer: [code]
1018
25-1-2000
4:07:35
1032
Koffer geopend door ingetoetste Klantsleutel
1019
25-1-2000
4:07:36
1002
Slot in open positie
1020
25-1-2000
4:07:38
1036
Opening met Klantsleutel mogelijk gemaakt door Loopsleutel
1021
25-1-2000
4:07:40
1003
Slot in midden positie
De betrouwbaarheid van de data in het lograpport
De geheugenchip van de kofferkop is ten behoeve van de behandeling van de zaak in eerste aanleg uitgelezen door de deskundige Van der Knijff, werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI). Van der Knijff heeft in zijn rapport d.d. 1 maart 2016 geconcludeerd dat vergelijking van gegevens uit de geheugenchip met het aangeleverde gebeurtenisgeheugen (het lograpport van de fabrikant) geen aanwijzingen heeft gegeven die erop duiden dat het aangeleverde gebeurtenisgeheugen een onjuiste weergave is van het gebeurtenisgeheugen van de kofferkop. Voorts heeft hij geconcludeerd dat het onderzoek geen aanwijzingen heeft opgeleverd die duiden op manipulatie van de kofferkop. Van der Knijff is tot de conclusie gekomen dat de onderzoeksbevindingen veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat het bovenste gedeelte (afneembare kop) is losgemaakt met behulp van een sleutel met nummer [code] dan onder de hypothese dat het bovenste gedeelte (afneembare kop) op een andere wijze is losgemaakt.
Na de terugwijzing door de Hoge Raad heeft deskundige Van Dongen, werkzaam bij Fox IT, een tweede onderzoek aan de kofferkop en de geheugenchip van de kofferkop uitgevoerd. Ook Van Dongen heeft de geheugenchip uitgelezen. In zijn rapport heeft Van Dongen geconcludeerd dat de onderzoeksbevindingen veel waarschijnlijker zijn onder de hypothese dat de cijfercode [code] via een invoerpaneel in de kofferkop is geprogrammeerd dan dat de cijfercode [code] op andere wijze in de kofferkop is geprogrammeerd. Van Dongen heeft, net als Van der Knijff, geconstateerd dat in het complete lograpport dat ruim 1000 regels beslaat 16 logregels dubbel in het lograpport zijn weergegeven. Dit betreft andere logregels dan de hierboven weergegeven logregels 1008 tot en met 1021. Van Dongen heeft geconcludeerd dat afgezien van die bevinding het lograpport van de fabrikant een juiste weergave is van de logregels in de geheugenchip van de kofferkop die op de plaats delict is aangetroffen. Bij onderzoek naar alle logregels heeft Van Dongen 19 discrepanties in de logregels gevonden, in die zin dat Van Dongen niet heeft kunnen vaststellen door welke handelingen deze logregels zijn gegenereerd. Referentietests hebben voor 13 van deze discrepanties een verklaring opgeleverd. Voor 6 discrepanties heeft Van Dongen geen verklaring kunnen vaststellen. In zijn rapport heeft Van Dongen de aanbeveling gedaan nader onderzoek te doen naar eventuele fouten in de programmatuur van de microcontroller. Ter terechtzitting heeft Van Dongen verklaard dat hij niet kan vaststellen of de fout die de discrepanties heeft veroorzaakt van invloed kan zijn op het genereren van logregels. Hij heeft verklaard dat hij bij de referentietests wel keer op keer dezelfde resultaten heeft gekregen en dat de discrepanties in andere logregels zaten dan in de logregels waaruit blijkt dat de code [code] in de kofferkop is geprogrammeerd en dat de kofferkop met die code [code] is geopend (logregels 1008 t/m 1021). Van Dongen heeft voorts verklaard dat zijn verwachting is dat de uitkomst van nader onderzoek naar eventuele fouten in de programmatuur van de microcontroller de conclusies die hij in zijn rapport d.d. 19 mei 2021 heeft getrokken - waaronder met name de conclusie op bladzijde 39 - niet zal veranderen, omdat de referentietests steeds dezelfde logregels laten zien en de discrepanties mogelijk duiden op het dubbel genereren van logregels.
Van der Knijff heeft ter terechtzitting nog verklaard dat de discrepanties zien op enkele andere logregels dan de regels 1008 t/m 1021, terwijl de hier relevante handelingen met de kofferkop steeds een bepaalde set aan logregels genereren en dat de kans dat bij aanwezigheid van een softwarefout ook steeds hetzelfde patroon zou worden gegenereerd die past bij de uitgevoerde experimenten uitermate klein is.
Tussenconclusie
Gelet op bovenstaande bevindingen en verklaringen van de twee deskundigen gaat het hof uit van de juistheid van de logregels 1008 tot en met 1021 zoals die in het lograpport zijn weergegeven.
Het hof neemt de conclusies van de deskundigen over, in die zin dat het op basis van die conclusies vaststelt dat de code [code] door middel van het invoerpaneel in de kofferkop is geprogrammeerd en dat de kofferkop is losgemaakt met behulp van een sleutel met code [code].
Wie heeft de code [code] in de kofferkop geprogrammeerd?
Vervolgens ziet het hof zich voor de vraag gesteld wie de klantcode [code] in de kofferkop heeft geprogrammeerd. Uit logregels 1008 t/m 1010 blijkt dat de geldkoffer met de auto-opener is geopend. Door het openen van de geldkoffer met de auto-opener worden alle eerder ingevoerde klantcodes uit de kofferkop gewist. Vervolgens zijn twee klantcodes in de kofferkop geprogrammeerd: een klantcode uit klantgroep 2, waartoe de klantcode van de ING behoorde en een klantcode uit groep 3, waartoe de klantcode [code] behoorde. Zowel de verdachte als [medewerker] hebben verklaard dat de verdachte de klantcode van de ING via het invoerpaneel in de kofferkop heeft geprogrammeerd. De verdachte heeft verklaard dat hij alleen de klantcode van de ING heeft geprogrammeerd en dat hij geen andere code heeft geprogrammeerd. De verklaring van de verdachte wordt echter weerlegd door de logregels, waaruit het hof het volgende afleidt. Binnen een minuut is de geldkoffer geopend door middel van de auto-opener (4:00:21), waarbij eventueel aanwezige klantcodes uit de kofferkop zijn gewist, zijn twee klantcodes geprogrammeerd en is de kofferkop gesloten (4:01:19). De verdachte heeft verklaard dat hij de kofferkop heeft geprogrammeerd met de klantcode van de ING, het geld in de kofferbak heeft gedaan en de kofferkop heeft gesloten. Naar het oordeel van het hof kan op basis van de bewijsmiddelen worden uitgesloten dat binnen dat tijdsbestek van een minuut iemand anders dan de verdachte de klantcode [code] heeft geprogrammeerd. [medewerker] zat achter het stuur en de verdachte was blijkens beider verklaring de enige die bij het invoerpaneel was. Om die reden is het hof van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte ook de klantcode [code] in de kofferkop heeft geprogrammeerd en er dus voor heeft gezorgd dat de kofferkop met de elektronische sleutel met klantcode [code] kon worden geopend. Door zo te handelen heeft hij de diefstal van € 228.000,00 mogelijk gemaakt. Hij heeft daarmee een wezenlijke bijdrage geleverd aan deze diefstal. Het hof stelt vast dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en in ieder geval de man op de scooter die de geldkoffer met inhoud daadwerkelijk heeft weggenomen.
Bespreking van het verweer van de verdediging
De deskundigen hebben verklaard dat er geen aanwijzingen zijn dat de geheugenchip of de kofferkop is gemanipuleerd. Van Dongen heeft bovendien verklaard en gerapporteerd dat hij geen aanwijzingen heeft verkregen dat het programmeren van een klantcode mogelijk is op een andere wijze dan via het invoerpaneel. Het resetapparaat heeft geen invloed op de code. In het dossier bevindt zich, ondanks uitvoerig onderzoek door meerdere deskundigen, geen enkele aanwijzing dat de klantcode [code] op een andere manier in de kofferkop is geprogrammeerd dan door handmatige invoer via het invoerpaneel. Voor zover het verweer van de raadsman gezien moet worden als een alternatief scenario, inhoudend dat niet de verdachte maar iemand anders de bewuste code heeft geprogrammeerd, is dat alternatieve scenario gelet op de bevindingen van de deskundigen onvoldoende onderbouwd en vindt het ook overigens geen steun in het dossier. Het hof is dan ook van oordeel dat het alternatieve scenario niet aannemelijk is geworden. Het verweer van de verdediging wordt verworpen.
Voorwaardelijk verzoek tot het doen van nader onderzoek
De raadsman van de verdachte heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan om – indien het hof de verdachte niet van de gehele tenlastelegging zal vrijspreken - nader onderzoek te laten doen aan het resetapparaat om te onderzoeken of dat beïnvloedbaar is door derden, in die zin dat via het resetapparaat de klantcode [code] van buitenaf in de kofferkop kon worden geprogrammeerd.
Het hof overweegt als volgt.
Van Dongen heeft ter terechtzitting verklaard dat nader onderzoek naar eventuele fouten in de programmatuur van de microcontroller naar zijn verwachting niet tot andere conclusies zal leiden. Deskundige Van der Knijff heeft dit ter terechtzitting bevestigd. Daarnaast heeft Van Dongen verklaard dat hij geen aanwijzingen heeft verkregen dat het programmeren van een klantcode mogelijk is op een andere wijze dan via het invoerpaneel. Nu nader onderzoek zoals verzocht door de verdediging niet tot andere conclusies van de deskundigen zal leiden is dat nader onderzoek naar het oordeel van het hof niet noodzakelijk. Het verzoek wordt afgewezen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich met een ander of anderen schuldig gemaakt aan diefstal van een geldkoffer met daarin een geldbedrag van € 228.000,00. De verdachte had als werknemer van G4S de beschikking over het geld en de mogelijkheid de kofferkop te programmeren. Door zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig te maken aan diefstal van een aanzienlijk geldbedrag heeft hij op ernstige wijze misbruik gemaakt van het door zijn werkgever en de maatschappij in hem gestelde vertrouwen.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 oktober 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Het hof heeft geconstateerd dat de redelijke termijn zowel in eerste aanleg als na terugwijzing door de Hoge Raad is overschreden. In eerste aanleg is sprake van een termijnoverschrijding van ruim 2 jaren. Na de terugwijzing door de Hoge Raad is sprake van een termijnoverschrijding van bijna 1 jaar en 4 maanden. Daarmee wordt rekening gehouden in de strafmaat. De aard en ernst van het feit maakt dat in beginsel niet kan worden volstaan met oplegging van een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf. Daartegenover staat dat het feit bijna tien jaar geleden heeft plaatsgevonden en dat op de Justitiële Documentatie van de verdachte alleen dit feit staat. Gelet hierop en gelet op de overschrijding van de redelijke termijn zal het hof - mede ter compensatie van de geconstateerde overschrijding - de maximale taakstraf opleggen in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden zoals door de advocaat-generaal is gevorderd.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding Brink's Solutions Nederland B.V.
In het onderhavige strafproces heeft Brink's Solutions Nederland B.V. (voorheen: G4S) zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde, tot een bedrag van
€ 228.000,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag € 228.000,00.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist, in die zin dat is gesteld dat sprake is van eigen schuld van de benadeelde partij nu het systeem om geld te vervoeren kennelijk niet veilig genoeg was.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. Het verweer van de verdediging wordt verworpen. Het is de verdachte met zijn mededader(s) geweest die met gebruikmaking van een klantcode een koffer met geld hebben weggenomen en daarmee schade van
€ 228.000,00 hebben veroorzaakt. Dat het geldtransport mogelijk onvoldoende is beveiligd doet daaraan niet af.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu de benadeelde partij een professionele onderneming met voldoende incassomogelijkheden is, zal het hof afzien van het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
Beslag
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten van de inbeslaggenomen kofferkop.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: Goednummer 4353352/veiligheidsdeksel van plofkoffer.

Vordering van de benadeelde partij Brink's Solutions Nederland B.V.

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Brink's Solutions Nederland B.V. ter zake van het primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 228.000,00 (tweehonderdachtentwintigduizend euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 31 december 2012.
Dit arrest is gewezen door mr. H.M.D. de Jong, mr. G. Knobbout en mr. T.J. Sleeswijk Visser, in bijzijn van de griffier mr. L.I. Appels.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 27 oktober 2022.