ECLI:NL:GHDHA:2022:2189
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake faillissement Zorgzaam Nederland B.V. en vorderingsrecht van [bestuurder Raven] Advies B.V.
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Zorgzaam Nederland B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarbij Zorgzaam op 30 augustus 2022 in staat van faillissement is verklaard. De rechtbank benoemde mr. B.A. Cnossen tot rechter-commissaris en mr. R.R.M. van den Heuvel als curator. Zorgzaam heeft op 7 september 2022 hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarbij zij verzocht heeft het vonnis te vernietigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 oktober 2022, waarbij zowel Zorgzaam als de curator en [bestuurder Raven] aanwezig waren.
De rechtbank had in haar vonnis overwogen dat er summierlijk bewijs was voor het vorderingsrecht van [bestuurder Raven] en dat Zorgzaam in een toestand verkeerde waarin zij had opgehouden te betalen. Zorgzaam betwistte het vorderingsrecht van [bestuurder Raven] en stelde dat de voormalige eenmanszaak van [bestuurder Zorgzaam] de schuldenaar was. Zorgzaam voerde aan dat de gefactureerde werkzaamheden niet waren verricht en dat [bestuurder Raven] wanprestatie had gepleegd.
Het hof oordeelde dat er ook in hoger beroep summierlijk bewijs was voor het vorderingsrecht van [bestuurder Raven]. Het hof concludeerde dat Zorgzaam de contracten na de oprichting op 15 juni 2018 had gesloten en dat de werkzaamheden door [bestuurder Raven] waren verricht. De stellingen van Zorgzaam over wanprestatie en de rol van [bestuurder Raven] werden door het hof als onvoldoende onderbouwd beschouwd. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en concludeerde dat Zorgzaam verkeert in een toestand van te hebben opgehouden te betalen, met substantiële schulden die niet voldoende waren onderbouwd door Zorgzaam.