Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte]
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
die [slachtoffer] een of meermalen met een hamer en/of knuppel op het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgedrukt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
of omstreeks6
of 7maart 2018 te Delft
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althansopzettelijk van het leven te beroven,
althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,die [slachtoffer]
naar een woning heeft gelokt en/of die woning heeft afgesloten en/of die [slachtoffer] een ofmeermalen met een hamer en
/ofeen knuppel op het hoofd en
/ofhet lichaam heeft geslagen
en/of de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgedrukt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
;
poging tot doodslag.
(het hof begrijpt:)dan wel is de verdachte niet strafbaar.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 3.365,62 (drieduizend driehonderdvijfenzestig euro en tweeënzestig cent) bestaande uit € 865,62 (achthonderdvijfenzestig euro en tweeënzestig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 3.365,62 (drieduizend driehonderdvijfenzestig euro en tweeënzestig cent) bestaande uit € 865,62 (achthonderdvijfenzestig euro en tweeënzestig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
43 (drieënveertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.