ECLI:NL:GHDHA:2022:2088
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- V.M. de Winkel
- A. de Lange
- G.C. Haverkate
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs voor medeplegen van cocaïne-invoer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 december 2017. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 42 maanden voor het medeplegen van de invoer van ongeveer 703 kilogram cocaïne in Nederland. Tegen dit vonnis is door zowel de verdachte als de officier van justitie hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van 5 jaren en 6 maanden eiste. Het hof heeft echter vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor het tenlastegelegde. Hoewel er sterke aanwijzingen waren dat de verdachte enige wetenschap had van de invoer van de verdovende middelen, voldeed het bewijs niet aan de eisen die de rechtspraak van de Hoge Raad stelt voor het medeplegen.
Het hof heeft geconcludeerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor de rol van de verdachte in de zaak. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Deze beslissing is genomen in het openbaar en is vastgelegd in het arrest van het hof.