Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 9 april 2021, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 januari 2021;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 19 augustus 2021;
- de memorie van grieven van [appellant], met bijlagen;
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
De schuldbekentenis
To represent me and act on my behalf in entire disposal, full managing and supervising on the above mentioned license"). [geïntimeerde] heeft daarvoor ook een verklaring gegeven, namelijk dat hij wegens gezondheidsproblemen in 2015 naar Nederland is gegaan en toen aan [appellant], die volgens hem werkzaam was voor [geïntimeerde] Consulting, een volmacht heeft verstrekt. Maar wat daarvan verder zij, uit geen enkele passage in de volmacht kan worden afgeleid dat [geïntimeerde] afstand heeft gedaan of zal doen van zijn woning. Het hof merkt verder op dat [appellant] geen verklaring heeft gegeven voor het feit dat de volmacht van 20 augustus 2015 ten overstaan van een notaris is opgesteld en is gelegaliseerd, terwijl dat niet geldt voor de schuldbekentenis die volgens [appellant] op dezelfde dag is opgesteld en ondertekend. Als er inderdaad samenhang bestaat tussen de schuldbekentenis en de volmacht, zoals [appellant] heeft gesteld, dan had in de rede gelegen dat partijen ook de schuldbekentenis bij de notaris hadden opgesteld en/of ondertekend, maar dat is niet gebeurd.
20/08/2008”. Dat de cheque verband houdt met de door [appellant] gestelde lening aan [geïntimeerde], valt niet in te zien, reeds omdat die lening volgens [appellant] pas vanaf 2013 is verstrekt.