ECLI:NL:GHDHA:2022:202

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2022
Publicatiedatum
16 februari 2022
Zaaknummer
2200145319
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van deelname aan terroristische organisatie en medeplichtigheid, maar veroordeling voor het overdragen van munitie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte werd primair ten laste gelegd dat hij had deelgenomen aan de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en subsidiair dat hij medeplichtig was aan deze deelname. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten, waardoor de verdachte daarvan werd vrijgesproken. Echter, het hof achtte het meer subsidiair ten laste gelegde bewezen, namelijk het medeplegen van het overdragen van een grote hoeveelheid munitie, te weten 1595 patronen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.

De zaak kwam voort uit een onderzoek naar een terroristisch netwerk, waarbij de verdachte in contact stond met medeverdachten die betrokken waren bij de levering van wapens en munitie. Het hof concludeerde dat de verdachte niet direct betrokken was bij de terroristische activiteiten, maar wel bij de overdracht van munitie die bestemd was voor dergelijke activiteiten. De overschrijding van de redelijke termijn in de procedure werd ook in aanmerking genomen bij de strafoplegging.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001453-19
Parketnummer: 10-960272-16
Datum uitspraak: 25 januari 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 8 april 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [plaats] (Nederlandse Antillen) op
[datum] 1985,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:

(deelname terroristische organisatie)

hij in of omstreeks 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of Parijs en/of Argenteuil, althans in Frankrijk, en/of in België,
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), althans een aan IS gelieerde terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, in elk geval een terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, waaraan in elk geval hebben deelgenomen [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] en/of [medeverdachte3], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, namelijk
> het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerdervermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176b en/of 289a en/of 96 lid 2) en/of > het voorhanden hebben van een of meer wapens en/of van munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet Wapens en Munitie),
door het voorbereiden en/of plegen van een of meer aanslagen in Frankrijk, althans in (West) Europa,

EN/OF

(bevordering/voorbereiding tot het plegen van terroristische misdrijven)

hij in of omstreeks de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of Parijs en/of Argenteuil, althans in Frankrijk, en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven):
> doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht)
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich of aan anderen heeft verschaft en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
-telefonische contacten onderhouden met betrekking tot de levering en/of het bewaren/verbergen van wapen(s) en/of munitie, en/of
-[medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3] in contact gebracht met een of meer leverancier(s) van wapen(s) en/of munitie, en/of
- aan [medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3]
een of meer patroonmagazijn(en) en/of een trommelmagazijn en/of een grote hoeveelheid munitie, te weten:
* 2880 patronen (kaliber 7.62 X 39 mm) en/of
* 850 patronen (kaliber 9 mm en/of kaliber 9 x 19 mm), althans munitie, verschaft en/of geleverd,
welke munitie en/of magazijnen bestemd was/waren voor het plegen van een of meer aanslagen in Frankrijk, althans in (West) Europa en/of welke aanslagen moord en/of doodslag, telkens met een terroristisch oogmerk, inhouden;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

(medeplichtigheid aan deelname terroristische organisatie)

[medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] en/of [medeverdachte3] en/of een of meer anderen in of omstreeks de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of Parijs en/of Argenteuil, althans in Frankrijk, en/of in België,
hebben deelgenomen aan een organisatie, te weten de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), althans een aan IS gelieerde terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, in elk geval een terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, namelijk
> het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerdervermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176b en/of 289a en/of 96 lid 2) en/of > het voorhanden hebben van een of meer wapens en/of van munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet Wapens en Munitie),
door het voorbereiden en/of plegen van een of meer aanslagen in Frankrijk, althans in (West) Europa,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf(ven) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door
-telefonische contacten te onderhouden met betrekking tot de levering en/of het bewaren/verbergen van wapen(s) en/of munitie, en/of
-[medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3] in contact te brengen met een of meer leverancier(s) van wapen(s) en/of munitie, en/of
- aan [medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3]
een of meer patroonmagazijn(en) en/of een trommelmagazijn en/of een grote hoeveelheid munitie, te weten:
* 2880 patronen (kaliber 7.62 X 39 mm) en/of
* 850 patronen (kaliber 9 mm en/of kaliber 9 x 19 mm), althans munitie, te verschaffen en/of te leveren;
Meer subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

(overdragen/voorhanden hebben van munitie)

hij in of omstreeks de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, over heeft gedragen aan een of meer anderen, althans voorhanden heeft gehad,
een grote hoeveelheid munitie, te weten:
- 2880 patronen (kaliber 7.62 X 39 mm) en/of
- 850 patronen (kaliber 9 mm en/of kaliber 9 x 19 mm), althans munitie van categorie II en/of III, in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie II en/of III,
en/of
(een) onderde(e)l(en) van een vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer patroonmagazijn(en) en/of een trommelmagazijn, zijnde (telkens) een hulpstuk en/of onderdeel dat van wezenlijke aard is en specifiek bestemd voor een vuurwapen van het merk Arsenal, model M-47W Circle 10 (kaliber 7,62 x 39 mm) en/of voor een vuurwapen, model AK47 (kaliber 7,62 x 39 mm) (of een afgeleid model hiervan),
terwijl het feit (al dan niet) is begaan met een terroristisch oogmerk (als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht) dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf (als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde en ter zake van het subsidiair tenlastegelegde – rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn - zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Inleiding
Op 24 maart 2016 werd [medeverdachte1] in Frankrijk aangehouden op verdenking van (het voorbereiden van) een terroristisch misdrijf. Bij een doorzoeking in zijn verblijfplaats in Argenteuil werden zware wapens (Kalasjnikovs) en explosieven aangetroffen. In België werd op 25 maart 2016 medeverdachte [medeverdachte3] aangehouden. Een andere medeverdachte, [medeverdachte2], zou volgens informatie van Frankrijk in Nederland verblijven. Op
25 maart 2016 werd in Nederland een opsporingsonderzoek gestart, waarbij via een Joint Investigation Team werd samengewerkt met Frankrijk en België. [medeverdachte2] werd op
26 maart 2016 in Rotterdam aangehouden, net als twee personen met wie [medeverdachte1] telefooncontact had onderhouden. [medeverdachte2] had kort voor zijn aanhouding de woning van één van hen aan de [adres] te Rotterdam verlaten, en bij een doorzoeking in de bij die woning behorende berging werd een grote hoeveelheid munitie aangetroffen, waaronder munitie geschikt voor Kalasjnikovs.
Op een van de tassen waarin deze munitie verpakt was, zijn vingerafdrukken aangetroffen. Dactyloscopisch onderzoek heeft matches opgeleverd met (een of meer) vingerafdrukken van de verdachten [verdachte], [medeverdachte4] en [medeverdachte5]. Analyse van historische verkeersgegevens heeft uitgewezen dat [medeverdachte1], [medeverdachte2] en [medeverdachte3] in de periode vanaf 14 februari 2016 in Nederland (met name Rotterdam) hebben verbleven. Zij, althans [medeverdachte2] en/of [medeverdachte1], stonden toen in contact met onder andere [medeverdachte6]. Tegen (onder andere) [medeverdachte6], [verdachte], [medeverdachte4] en [medeverdachte5] is de verdenking ontstaan dat zij betrokken zijn geweest bij de levering van de in de berging aangetroffen munitie aan [medeverdachte1], [medeverdachte2] en [medeverdachte3].
[medeverdachte1], [medeverdachte2] en [medeverdachte3]zijn in Frankrijk vervolgd en bij arrest van het Hof van Assisen te Parijs op 9 april 2021 tot 24 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens (kort gezegd) deelname aan een groep die terroristische misdrijven voorbereidt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan
– overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en zoals bepleit door de verdediging - behoort te worden vrijgesproken.
Voorts is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte subsidiair is tenlastegelegd. Immers, niet kan worden vastgesteld dat het opzet van de verdachte gericht is geweest op het behulpzaam zijn bij de deelname van anderen aan de tenlastegelegde terroristische, danwel bij de (hierin impliciet subsidiair) tenlastegelegde criminele organisatie. Dat de verdachte – zoals bewezen zal worden verklaard - betrokken is geweest bij de levering van een grote hoeveelheid munitie aan [medeverdachte1] en [medeverdachte2] is hiertoe ontoereikend. Hierbij heeft het hof in aanmerking genomen dat de verdachte niet degene is geweest die direct in contact stond met [medeverdachte1] en [medeverdachte2], maar slechts (indirect) via [medeverdachte6].
Dit betekent dat de verdachte ook van het subsidiair tenlastegelegde behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

(overdragen/voorhanden hebben van munitie)

hij in
of omstreeksde periode van
1 december 201517 februari 2016tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,over heeft gedragen aan een of meer anderen,
althans voorhanden heeft gehad,
een grote hoeveelheid munitie, te weten:
-
28801595patronen (kaliber 7.62 X 39 mm)
en/of
- 850 patronen (kaliber 9 mm en/of kaliber 9 x 19 mm)althans munitie van categorie II.
en/of III, in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie II en/of III,
en/of
(een) onderde(e)l(en) van een vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer patroonmagazijn(en) en/of een trommelmagazijn, zijnde (telkens) een hulpstuk en/of onderdeel dat van wezenlijke aard is en specifiek bestemd voor een vuurwapen van het merk Arsenal, model M-47W Circle 10 (kaliber 7,62 x 39 mm) en/of voor een vuurwapen, model AK47 (kaliber 7,62 x 39 mm) (of een afgeleid model hiervan),
terwijl het feit (al dan niet) is begaan met een terroristisch oogmerk (als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht) dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf (als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het meer subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feit
De verdachte heeft op de bewezenverklaarde wijze in vereniging bijna 1600 patronen, geschikt voor automatische vuurwapens, overgedragen aan een of meer anderen. Dergelijk handelen van de verdachte verdient zonder meer bestraffing, nu hiermee zeer ernstige misdrijven gepleegd kunnen worden. Daarnaast brengt de vondst van zo’n partij munitie in een berging bij een woning gevoelens van onveiligheid onder burgers en omwonenden met zich mee.
Uittreksel Justitiële Documentatie
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
8 december 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder, zij het langer geleden, onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, waaronder overtreding van de Wet wapens en munitie.
Recidive risico
Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdachte verklaard dat zijn leven een goede wending heeft gekregen. Verder heeft hij een relatie. In hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat deze informatie nog altijd actueel is. Hij is fulltime werkzaam is in een magazijn via een uitzendbureau. Hij woont samen met zijn vriendin en zij hebben inmiddels een zoon van 1,5 jaar oud. Zijn vriendin is werkzaam als pedagogisch medewerker.
Redelijke termijn
Het hof stelt vast dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zowel in eerste aanleg als in hoger beroep is overschreden. De termijn van berechting in eerste aanleg is overschreden nu tussen de datum van inverzekeringstelling van de verdachte op 6 juli 2016 en de datum van het eindvonnis op 8 april 2019 meer dan twee jaren is verstreken. De overschrijding van de redelijke termijn bedraagt in die fase negen maanden.
Voorts is de termijn van berechting in hoger beroep overschreden nu tussen de datum van het instellen van het hoger beroep namens de verdachte op 23 april 2019 en de datum van dit eindarrest meer dan twee jaren is verstreken. De overschrijding van de redelijke termijn bedraagt hier negen maanden.
Het hof is van oordeel dat in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden passend en geboden is. Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn, maar ook gelet op het stabiele leven dat de verdachte leidt - zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken - zal het hof deze verlagen naar een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, en een deel voorwaardelijk opleggen, waarbij het onvoorwaardelijk deel reeds in voorlopige hechtenis is uitgezeten. Daarnaast dient de verdachte een taakstraf te verrichten.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur, alsmede een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 31 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het meer subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
4 (vier) maanden,
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. Th.W.H.E. Schmitz,
mr. D.M. Thierry en mr. L.C. van Walree, in bijzijn van de griffier mr. M.J.J. van den Broek.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 januari 2022.