ECLI:NL:GHDHA:2022:201

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2022
Publicatiedatum
16 februari 2022
Zaaknummer
2200145119
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak van deelneming aan terroristische organisatie en medeplichtigheid aan terroristische misdrijven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte werd in eerste aanleg vrijgesproken van deelname aan een terroristische organisatie, medeplichtigheid aan terroristische misdrijven en het voorhanden hebben van munitie. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting. De verdachte was beschuldigd van deelname aan de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en het voorbereiden van terroristische misdrijven in de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016. Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de tenlastegelegde feiten. De vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden werd afgewezen. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met verbetering en aanvulling van de gronden, en gelastte de teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 9.645,00 aan de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral bij ernstige beschuldigingen zoals deelname aan een terroristische organisatie.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001451-19
Parketnummer: 10-960263-16
Datum uitspraak: 25 januari 2022
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 8 april 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [plaats] (Nederlandse Antillen) op
[datum] 1980,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde. Voorts is de teruggave gelast aan de verdachte van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 9.645,00.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:

(deelname terroristische organisatie)

hij in of omstreeks 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of Parijs en/of Argenteuil, althans in Frankrijk, en/of in België,
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), althans een aan IS gelieerde terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, in elk geval een terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, waaraan in elk geval hebben deelgenomen [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] en/of [medeverdachte3], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, namelijk
> het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerdervermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176b en/of 289a en/of 96 lid 2) en/of > het voorhanden hebben van een of meer wapens en/of van munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet Wapens en Munitie),
door het voorbereiden en/of plegen van een of meer aanslagen in Frankrijk, althans in (West) Europa,

EN/OF

(bevordering/voorbereiding tot het plegen van terroristische misdrijven)

hij in of omstreeks de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of Parijs en/of Argenteuil, althans in Frankrijk, en/of in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven):
> doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht)
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich of aan anderen heeft verschaft en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
-telefonische contacten onderhouden met betrekking tot de levering en/of het bewaren/verbergen van wapen(s) en/of munitie, en/of
-[medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3] in contact gebracht met een of meer leverancier(s) van wapen(s) en/of munitie, en/of
- aan [medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3]
een of meer patroonmagazijn(en) en/of een trommelmagazijn en/of een grote hoeveelheid munitie, te weten:
* 2880 patronen (kaliber 7.62 X 39 mm) en/of
* 850 patronen (kaliber 9 mm en/of kaliber 9 x 19 mm), althans munitie, verschaft en/of geleverd,
welke munitie en/of magazijnen bestemd was/waren voor het plegen van een of meer aanslagen in Frankrijk, althans in (West) Europa en/of welke aanslagen moord en/of doodslag, telkens met een terroristisch oogmerk, inhouden;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

(medeplichtigheid aan deelname terroristische organisatie)

[medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] en/of [medeverdachte3] en/of een of meer anderen in of omstreeks de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of Parijs en/of Argenteuil, althans in Frankrijk, en/of in België,
hebben deelgenomen aan een organisatie, te weten de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), althans een aan IS gelieerde terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, in elk geval een terroristische gewapende Jihadistische strijdgroep, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, namelijk
> het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
> de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerdervermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176b en/of 289a en/of 96 lid 2) en/of > het voorhanden hebben van een of meer wapens en/of van munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet Wapens en Munitie),
door het voorbereiden en/of plegen van een of meer aanslagen in Frankrijk, althans in (West) Europa,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf(ven) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door
-telefonische contacten te onderhouden met betrekking tot de levering en/of het bewaren/verbergen van wapen(s) en/of munitie, en/of
-[medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3] in contact te brengen met een of meer leverancier(s) van wapen(s) en/of munitie, en/of
- aan [medeverdachte2] en/of [medeverdachte1] en/of [medeverdachte3]
een of meer patroonmagazijn(en) en/of een trommelmagazijn en/of een grote hoeveelheid munitie, te weten:
* 2880 patronen (kaliber 7.62 X 39 mm) en/of
* 850 patronen (kaliber 9 mm en/of kaliber 9 x 19 mm), althans munitie, te verschaffen en/of te leveren;
Meer subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

(overdragen/voorhanden hebben van munitie)

hij in of omstreeks de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, over heeft gedragen aan een of meer anderen, althans voorhanden heeft gehad,
een grote hoeveelheid munitie, te weten:
- 2880 patronen (kaliber 7.62 X 39 mm) en/of
- 850 patronen (kaliber 9 mm en/of kaliber 9 x 19 mm), althans munitie van categorie II en/of III, in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie II en/of III,
en/of
(een) onderde(e)l(en) van een vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer patroonmagazijn(en) en/of een trommelmagazijn, zijnde (telkens) een hulpstuk en/of onderdeel dat van wezenlijke aard is en specifiek bestemd voor een vuurwapen van het merk Arsenal, model M-47W Circle 10 (kaliber 7,62 x 39 mm) en/of voor een vuurwapen, model AK47 (kaliber 7,62 x 39 mm) (of een afgeleid model hiervan),
terwijl het feit (al dan niet) is begaan met een terroristisch oogmerk (als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht) dan wel met het oogmerk om een terroristisch misdrijf (als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat de verdachte van het primair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het subsidiair tenlastegelegde – rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn - zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts dient het inbeslaggenomen geldbedrag van € 9.645,00 aan de verdachte te worden teruggegeven.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beslissingen dan die van de eerste rechter. Wel is het hof van oordeel dat – mede gelet op hetgeen in hoger beroep is aangevoerd - de in het vonnis weergegeven gronden dienen te worden vervangen door de navolgende. Het vonnis waarvan beroep zal daarom worden bevestigd met verbetering en aanvulling van de gronden.
Vrijspraak
Inleiding
Op 24 maart 2016 werd [medeverdachte1] in Frankrijk aangehouden op verdenking van (het voorbereiden van) een terroristisch misdrijf. Bij een doorzoeking in zijn verblijfplaats in Argenteuil werden zware wapens (Kalasjnikovs) en explosieven aangetroffen. In België werd op 25 maart 2016 medeverdachte [medeverdachte3] aangehouden. Een andere medeverdachte, [medeverdachte2], zou volgens informatie van Frankrijk in Nederland verblijven. Op 25 maart 2016 werd in Nederland een opsporingsonderzoek gestart, waarbij via een Joint Investigation Team werd samengewerkt met Frankrijk en België. [medeverdachte2] werd op
26 maart 2016 in Rotterdam aangehouden, net als twee personen met wie [medeverdachte1] telefooncontact had onderhouden. [medeverdachte2] had kort voor zijn aanhouding de woning van één van hen aan de [straat] te Rotterdam verlaten, en bij een doorzoeking in de bij die woning behorende berging werd een grote hoeveelheid munitie aangetroffen, waaronder munitie geschikt voor Kalasjnikovs.
Op een van de tassen waarin deze munitie verpakt was, zijn vingerafdrukken aangetroffen. Dactyloscopisch onderzoek heeft matches opgeleverd met (een of meer) vingerafdrukken van de verdachten [medeverdachte4], [verdachte] en [medeverdachte5]. Analyse van historische verkeersgegevens heeft uitgewezen dat [medeverdachte1], [medeverdachte2]en [medeverdachte3] in de periode vanaf 14 februari 2016 in Nederland (met name Rotterdam) hebben verbleven. Zij, althans [medeverdachte2] en/of [medeverdachte1], stonden toen in contact met onder andere [medeverdachte6]. Tegen (onder andere) [medeverdachte6], [medeverdachte4], [verdachte] en [medeverdachte5] is de verdenking ontstaan dat zij betrokken zijn geweest bij de levering van de in de berging aangetroffen munitie aan [medeverdachte1], [medeverdachte2] en [medeverdachte3].
[medeverdachte1], [medeverdachte2] en [medeverdachte3] zijn in Frankrijk vervolgd en bij arrest van het Hof van Assisen te Parijs op 9 april 2021 tot 24 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens (kort gezegd) deelname aan een groep die terroristische misdrijven voorbereidt.
Beoordeling door het hof
Het Openbaar Ministerie heeft ten aanzien van de betrokkenheid van de verdachte [verdachte] (hierna: [verdachte]) bij de levering van de munitie in de eerste plaats gewezen op het aantreffen van zijn vingerafdrukken op de tas waarin de patronen zaten. De medeverdachte [medeverdachte6] (hierna: [medeverdachte6]) heeft bovendien verklaard dat hij door iemand met rastahaar - die hij ook “rasta” noemt - is verwezen naar de medeverdachte [medeverdachte4] (hierna: [medeverdachte4]) voor het verkrijgen van wapens. Toen [medeverdachte6] in een verhoor een foto van [verdachte] met rastahaar werd getoond, verklaarde hij dat de persoon op de foto wel lijkt op degene die hem aan [medeverdachte4] heeft voorgesteld. Ten slotte is aangevoerd dat [verdachte] rond de datum van de levering van de munitie telefonisch contact had met en in de buurt was van de medeverdachte [medeverdachte5] (hierna: [medeverdachte5]) en [medeverdachte4].
Het hof stelt voorop dat uit het dossier blijkt dat [verdachte], [medeverdachte5] en [medeverdachte4] elkaar kennen van een ontmoetingsplek voor Antillianen in de Tarwewijk in Rotterdam. Zij hebben elkaar daar voor (de aanloop naar) de ontdekking van de munitie al gezien en ontmoet. De herkenning van [verdachte] door [medeverdachte4] en de vaststelling dat zij telefonisch contact met elkaar hadden levert geen bewijs op van betrokkenheid bij de tenlastegelegde feiten, ook niet in samenhang bezien met het aantreffen van de vingerafdrukken op de plastic tas – een voorwerp dat van hand tot hand gaat - en de verklaring van [medeverdachte6] dat hij door iemand met rastahaar naar [medeverdachte4] is verwezen en diegene weleens [verdachte] zou kunnen zijn.
De verklaring van [medeverdachte6] dat de persoon met rastahaar in Dordrecht weleens [verdachte] zou kunnen zijn, heeft onvoldoende bewijskracht om als een volwaardig bewijsmiddel aan te merken.
Dat (ook) [medeverdachte4] [verdachte] op de foto heeft herkend als “Rasta”, wiens voornaam [naam] is (waarop het Openbaar Ministerie ter terechtzitting in hoger beroep bij herhaling heeft gewezen) is niet van belang voor het bewijs. Vast staat dat [verdachte] op deze foto staat afgebeeld en dat zijn bijnaam Rasta is. De herkenning door [medeverdachte4] van [verdachte] op de foto kan verklaard worden vanuit het feit dat de verdachten elkaar voor februari/maart 2016 al kenden. Dit brengt mee dat deze herkenning niet bijdraagt aan het bewijs dat [verdachte] de persoon met rastahaar is die [medeverdachte6] in Dordrecht heeft ontmoet.
Het hof is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen aan de verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Voorwaardelijke verzoeken
De bij pleidooi door de raadsvrouw gedane voorwaardelijke verzoeken behoeven bij deze stand van zaken geen verdere bespreking.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door mr. Th.W.H.E. Schmitz,
mr. D.M. Thierry en mr. L.C. van Walree, in bijzijn van de griffier mr. M.J.J. van den Broek.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 januari 2022.