ECLI:NL:GHDHA:2022:201
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- D.M. Thierry
- L.C. van Walree
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak van deelneming aan terroristische organisatie en medeplichtigheid aan terroristische misdrijven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte werd in eerste aanleg vrijgesproken van deelname aan een terroristische organisatie, medeplichtigheid aan terroristische misdrijven en het voorhanden hebben van munitie. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting. De verdachte was beschuldigd van deelname aan de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en het voorbereiden van terroristische misdrijven in de periode van 1 december 2015 tot en met 27 maart 2016. Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de tenlastegelegde feiten. De vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden werd afgewezen. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met verbetering en aanvulling van de gronden, en gelastte de teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 9.645,00 aan de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral bij ernstige beschuldigingen zoals deelname aan een terroristische organisatie.