Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[de verdachte],
doodslag.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, een vader, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar voor de doodslag op zijn negen maanden oude dochter. De feiten vonden plaats op of omstreeks 1 november 2020 in Gouda, waar de verdachte zijn dochter opzettelijk van het leven beroofde door haar met kracht heen en weer te schudden en geweld op haar hoofd uit te oefenen. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf, maar het hof kwam tot een andere afweging en legde een lagere straf op.
Het hof oordeelde dat de verdachte schuldig was aan doodslag, maar hield rekening met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder psychische stoornissen. De ernst van het feit, waarbij de verdachte zijn dochter het recht op leven ontnam, werd zwaar meegewogen. De moeder van het slachtoffer en andere familieleden hebben de impact van het verlies op emotionele wijze verwoord. Het hof concludeerde dat de verdachte geen kwaad opzet had, maar dat zijn gedragingen wel ernstige gevolgen hadden. De gevangenisstraf van zeven jaar werd als passend beschouwd, met inachtneming van de omstandigheden van de verdachte en de impact op de nabestaanden.