Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 11 oktober 2022
IJsvogel Retail B.V., voorheen handelende onder de naamDe IJsvogel Groep B.V.,
gevestigd te Katwijk,
wonende te Rijnsburg, gemeente [woonplaats],
wonende te Rijnsburg, gemeente [woonplaats],
De zaak in het kort
Het geding in hoger beroep
rechtbank Den Haag tussen partijen gewezen vonnissen van 21 maart 2018,
18 juli 2018 en 15 mei 2019. Bij arrest van 13 augustus 2019 is een comparitie van partijen gelast, die op 17 september 2019 is gehouden. Van deze comparitie van partijen is proces-verbaal opgemaakt. Op 21 januari 2021 is wederom een comparitie van partijen gehouden. Ook van deze comparitie van partijen is een proces-verbaal opgemaakt.
Feiten
IJsvogel Retail heeft aan de vof voorgesteld dat deze op basis van een franchiseovereenkomst een (door IJsvogel Retail nieuw in te richten) Pets Place dierenwinkel zou gaan exploiteren aan de [adres 3], met als voorwaarde dat zij voortaan ook de dierenwinkel aan de [adres 1] op basis van de Pets Place franchiseformule zou gaan exploiteren.
“Katwijk Broek”– het betreft de winkel aan de [adres 1] – als voor
“Oegstgeest, [straatnaam]”een
“FRANCHISE EXPLOITATIEBEGROTING”opgesteld, met daarin 3 opties. Deze exploitatiebegrotingen zijn aan de vof verstrekt.
“Oegstgeest, [straatnaam]”, die is opgesteld op basis van de historische resultaten van de winkel aan de [adres 2], maar diende om een beeld te geven voor de winkel aan de [adres 3], gaat de eerste optie uit van een bruto (kassa)omzet van
€ 500.000,-- inclusief BTW, de tweede optie van € 550.000,--, en de derde optie is gebaseerd op een bruto omzet van € 600.000,--. Deze bedragen corresponderen met een bruto omzet exclusief BTW van € 427.500,-- (optie 1), € 470.300,-- (optie 2) en € 513.100 (optie 3).
€ 607.100 (optie 3).
Pets Place [adres 3].
Pets Place [adres 1] een franchiseovereenkomst aangegaan voor de periode van 1 maart 2009 tot en met 28 februari 2014. In de franchiseovereenkomst staat:
Pets Place [adres 3] werd beëindigd en IJsvogel Retail de inventaris en bouwkundige voorzieningen in de betreffende winkelruimte van de vof heeft overgenomen. In art. 12 van deze overeenkomst is bepaald dat IJsvogel Retail aanspraak behoudt op betaling van de aan de vof gestuurde facturen. Art. 22 van deze overeenkomst luidt als volgt:
IJsvogel Retail bericht dat de vof de franchiseovereenkomsten buitengerechtelijk vernietigt.
Pets Place [adres 3], per januari 2009 op basis van in 2009 beschikbare lokale gegevens, onder meer met betrekking tot de vraagzijde in Oegstgeest, de aanbodzijde in Oegstgeest, kooporiëntaties (koopstromen en gebonden bestedingen inclusief koopkrachttoevloeiing) en de locatie (locatie, bereikbaarheid en huisvesting).
Procedure in eerste aanleg
in conventie– betaling van een bedrag van openstaande facturen en een boete gevorderd, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten. Na verweer op een aantal punten door [geïntimeerden] heeft IJsvogel Retail haar eis verminderd tot een bedrag van € 363.746,--, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding. De vermindering van het gevorderde bedrag ziet op een bedrag van retour genomen zaken, voor een bedrag van € 25.996,58. Het gaat om de betaling voor de levering van zaken en diensten op basis van de franchiseovereenkomsten. Verder heeft IJsvogel Retail een proceskostenveroordeling gevorderd.
in reconventieingesteld. Deze vorderingen houden samengevat in: (I) een verklaring voor recht dat IJsvogel Retail onrechtmatig jegens [geïntimeerden] heeft gehandeld en om die reden schadeplichtig is, (II) een verklaring voor recht dat [geïntimeerden] hebben gedwaald ten aanzien van de franchiseovereenkomsten ter zake van Pets Place [adres 3] en
Pets Place [adres 1] en de daarop voortbouwende overeenkomsten en dat deze franchiseovereenkomsten buitengerechtelijk zijn vernietigd, althans dat de rechtbank deze franchiseovereenkomsten alsnog gerechtelijk zal vernietigen. Verder hebben [geïntimeerden] gevorderd dat IJsvogel Retail wordt veroordeeld (III) tot betaling van bedoelde schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Tot slot hebben [geïntimeerden] een proceskostenveroordeling gevorderd.
in conventieafgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.
In reconventieheeft de rechtbank (a) voor recht verklaard dat IJsvogel Retail onrechtmatig jegens [geïntimeerden] heeft gehandeld door het verstrekken van ondeugdelijke exploitatieprognoses en dat zij de schade die
daardoor heeft geleden, dient te vergoeden, (b) voor recht verklaard dat [geïntimeerden] hebben gedwaald ten aanzien van de franchiseovereenkomsten en dat deze buitengerechtelijk zijn vernietigd, en (c) IJsvogel Retail veroordeeld om aan [geïntimeerden] te betalen een bedrag van € 231.659,32, te vermeerderen met wettelijke rente, (d) IJsvogel Retail in de proceskosten veroordeeld en (e) de overige vorderingen van [geïntimeerden] afgewezen.
Vorderingen in hoger beroep
Beoordeling van het hoger beroep
grief 1. Met deze grief betoogt IJsvogel Retail dat zij niet heeft aangeboden exploitatiebegrotingen op te stellen voor de winkels aan de [adres 3] en de [adres 1]. Verder is er wel een exploitatiebegroting voor de [straatnaam], maar deze zag niet op nummer 25 maar op nummer 16. De begrotingen zijn verstrekt nadat al overeenstemming was bereikt over de franchiseovereenkomsten. Deze zijn opgesteld uitsluitend ten behoeve van het aanvragen van financiering. Bij de in de begroting genoemde
“opties”is niet vermeld dat deze zien op de jaren 2009, 2010 en 2011, aldus nog steeds
IJsvogel Retail.
“opties”niet zien op de jaren 2009, 2010 en 2011. Deze overeenkomsten vermelden immers het bestaan van
“de voor deze overeenkomst gemaakte exploitatiebegroting voor de komende jaren”. Deze overeenkomsten zijn in 2009 gesloten. Dat het anders zit is door IJsvogel Retail, ook gezien de betwisting door [geïntimeerden], onvoldoende onderbouwd.
grieven 2 tot en met 27hebben betrekking op het door de rechtbank toegewezen beroep op dwaling. Volgens IJsvogel Retail hebben [geïntimeerden] bij het aangaan van de franchiseovereenkomsten niet gedwaald. Verder zijn er ook andere gronden aangevoerd door IJsvogel Retail om [geïntimeerden] een beroep op dwaling te ontzeggen.
grieven 3 en 7). Verder hebben partijen in de overeenkomst van 13 maart 2016 verklaard dat zij over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben en hebben zij elkaar over en weer finale kwijting verleend in de ruimste zin des woords. (
grief 26). Het beroep op dwaling ten aanzien van Pets Place [adres 1] gaat om inhoudelijke redenen niet op (
grieven 8 tot en met 15, 17 en 18, 21 tot en met 23, 25).
[geïntimeerden] hebben gedwaald over het feit dat de exploitatiebegroting te rooskleurig is, is verjaard op grond van art. 3:52 lid 1 onderdeel c BW. Dat wordt als volgt toegelicht.
4 december 2009 (r.o. 5.15), het gespreksverslag van 24 december 2009
(r.o. 5.16) en de email van de vof van 22 maart 2011 (r.o. 5.20). Daarin wordt steeds aangegeven dat die begrotingen naar de waarneming van
[geïntimeerden] veel te rooskleurig waren.
IJsvogel Retail aanspraak behoudt op betaling van de aan de vof gestuurde facturen (r.o. 5.23). Voor het overige hebben partijen elkaar finale kwijting verleend.
[geïntimeerden] hebben niet onderbouwd waarom deze kwijting niet geldt voor de reeds door hen betaalde makelaarskosten, anders dan met hun – verworpen – standpunt dat de franchiseovereenkomst voor de [adres 3] op grond van dwaling dient te worden vernietigd.
art. 242 lid 1 Rv en de Wet normering incassokosten heeft IJsvogel Retail het bedrag gematigd tot € 3.632,34. [geïntimeerden] hebben onder verwijzing naar art. 241 Rv aangevoerd dat dit bedrag niet is verschuldigd omdat er geen buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het hof verwerpt dit verweer van [geïntimeerden] omdat er sprake is van herhaalde sommaties aan de kant van IJsvogel Retail. Dit zijn voor vergoeding in aanmerking komende buitengerechtelijke incassowerkzaamheden. De vermindering van de hoofdsom in verband met de makelaarskosten leidt niet tot een verdere matiging van deze buitengerechtelijke incassokosten op grond van
art. 2 lid 1 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Dit bedrag van € 3.632,34 is daarom toewijsbaar.
3 januari 2017.
Beslissing
15 mei 2019,
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [geïntimeerden] aan IJsvogel Retail te betalen een bedrag van € 372.464,07, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de inleidende dagvaarding van
- veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van het geding in eerste aanleg
- veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van het geding in eerste aanleg
- veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van IJsvogel Retail tot op heden begroot op € 81,83 aan kosten exploot, € 5.382,-- aan griffierecht en € 12.192,-- aan salaris advocaat (tarief VI, 3,5 punten);
- wijst alles wat meer of anders gevorderd is af;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.